Mensen kun je zien als bewegende puntjes (met het verschil dat deze puntjes een eigen wil hebben). Voor hoogleraar informatica Joost Kok was deze gewaarwording het grootste moment van inzicht in zijn loopbaan.
Onder de douche, op zee of achter een computerscherm in een bedompte werkkamer op de bètafaculteit – eurekamomenten kunnen overal plaatsvinden. Jim Jansen, hoofdredacteur van New Scientist, sprak met Nederlandse wetenschappers over het kantelmoment in hun carrière. Van seks tot slangengif, van zombiecellen tot zwarte gaten en van minidarmen tot muzikaliteit. Dat leidde tot het boek Voetballers zijn net bewegende deeltjes.
Schrijver Arnon Grunberg schreef het voorwoord: ‘Een van de mooie neveneffecten van dit boek is dat de wetenschappers die Jansen aan het woord laat impliciet en expliciet duidelijk maken hoezeer bepaalde aannames over deze wereld hun onderzoek sturen. Zo krijgen hun ‘eurekamomenten’ kleur en zo leert dit boek ons hoe we denken.
Wat zijn de aannames die we in dit boek tegenkomen? Bijvoorbeeld dat duurzaam gedrag bevorderd moet worden (Linda Steg), dat we de aarde uitputten en zelf een plaag zijn (André Kuipers) en dat lijden moet worden omarmd (Damiaan Denys). Dat laatste is bijna een religieuze aanname, waaruit blijkt dat wetenschap niet vrij is van culturele en dus ook van religieuze invloeden.’
