Een tot nu toe onbekende groep mensachtigen uit de oudheid leefde honderdduizenden jaren lang in het huidige Israël. Een deel van die tijd bestonden ze naast moderne mensen. De twee groepen hebben zelfs mogelijk met elkaar samengewerkt en vaardigheden van elkaar geleerd.
De resten van de mensachtige werden gevonden in Nesher Ramla in Israël, in een steengroeve die door een cementfabriek werd geëxploiteerd. Na de identificatie werd de archeologische vindplaats in de groeve een tijdlang beschermd om opgravingen in 2010 en 2011 mogelijk te maken, en vervolgens afgebroken. ‘De vindplaats zelf is verdwenen’, zegt Israel Hershkovitz van de Universiteit van Tel Aviv in Israël, een van de auteurs van de twee artikelen in Science over de vondst.
Nesher Ramla was ooit een ondiepe kuil in het landschap die zich geleidelijk vulde met sediment. ‘De plek werd vrij lang door mensachtigen gebruikt. Hij is rijk aan archeologisch materiaal en goed bewaard gebleven’, zegt Yossi Zaidner van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, een ander lid van het onderzoeksteam.
Het team vond delen van het schedeldak van een mensachtige en een bijna compleet kaakbeen. ‘We geloven dat die van hetzelfde individu zijn’, zegt teamlid Hila May. Het is niet duidelijk of het om een man of een vrouw gaat. ‘Maar op basis van de tanden kunnen we zeggen dat het om een jongvolwassene gaat’, zegt Rachel Sarig, een ander teamlid, net als Hershkovits en May verbonden aan de Universiteit van Tel Aviv.
Geen Homo sapiens
De sedimenten waarin de botten werden gevonden, zijn tussen 140.000 en 120.000 jaar oud. Onze soort was tegen die tijd in Afrika opgekomen en heeft ook enkele uitstapjes ondernomen naar andere continenten: exemplaren van Homo sapiens van 210.000 jaar geleden zijn gevonden in Griekenland, en een populatie die het langer lijkt te hebben volgehouden, leefde in het huidige Israël vanaf ten minste 177.000 jaar geleden.
Maar Homo sapiens was niet de enige mensachtige. In Europa en West-Azië leefden de Neanderthalers (Homo neanderthalensis), terwijl in Oost-Azië een verwante groep leefde: de Denisovamensen.
Om vast te stellen of de Nesher Ramla-mensachtige tot een van deze groepen behoorde, vergeleek het team de vormen van de botten met die van tientallen andere resten van mensachtigen. ‘Het was gemakkelijk om vast te stellen dat het geen Homo sapiens was’, zegt May. De schedel was laag en plat in plaats van rond en hoog. En het kaakbeen miste de kin die kenmerkend is voor onze soort.
Maar de botten pasten ook niet bij een van de andere groepen. In sommige opzichten leken ze op die van Neanderthalers, in andere op die van mensachtigen die eerder in de prehistorie leefden.
De botten van Nesher Ramla vertonen bovendien overeenkomsten met andere moeilijk te classificeren fossielen. Daartoe behoren botten uit de vindplaatsen Qesem, Zuttiyeh en Tabun in Israël, en uit Atapuerca in Noord-Spanje, waarvan sommige aanzienlijk ouder zijn. Hershkovitz zegt dat er ook monsters uit China en India zijn die ermee overeen zouden kunnen komen.
Nieuwe groep
Het team stelt dat al deze botten samen moeten worden beschouwd als een nieuwe groep mensachtigen, die tussen 420.000 en 120.000 jaar geleden in West-Azië leefde. De mensachtige in Nesher Ramla was ‘een overblijfsel of overlevende van deze bronpopulatie’, aldus Sarig.
‘De anatomie van de fossielen is heel gedetailleerd bestudeerd’, zegt Gerrit Dusseldorp, steentijddeskundige aan de Universiteit Leiden en niet betrokken bij het onderzoek. ‘Die is duidelijk niet van een moderne mens of een Neanderthaler.’ ‘De analyses van de fossielen zien er goed uit’, oordeelt ook hoogleraar paleontologie Fred Spoor van het Natural History Museum in Londen.
Voorouders van de Neanderthalers?
Het team heeft de groep geen soortnaam gegeven, zoals Homo neanderthalensis, en noemt hem simpelweg de ‘Nesher Ramla-Homo’. De reden hiervoor is dat de groep zegt er niet van te houden mensachtigen te classificeren als aparte soorten als ze zich met elkaar voortplanten. De wetenschapers zouden dus ook de Neanderthalers niet classificeren als een van ons verschillende soort.
De Neanderthaler-achtige kenmerken van de Nesher Ramla-Homo kunnen worden verklaard als ze de voorouders waren van de Neanderthalers, stelt het team. Het gebruikelijke verhaal over de oorsprong van de Neanderthalers – dat ze zijn geëvolueerd uit eerdere Europese mensachtigen – klopt dan niet. In plaats daarvan zijn ze in West-Azië ontstaan als een subgroep van de Nesher Ramla-Homo en zijn ze pas Europa binnengekomen toen het klimaat gunstig was.
‘De Nesher Ramla-Homo is zelf veel te jong om als voorouder te dienen’, merkt Dusseldorp echter op. ‘Neanderthalers bestaan immers al meer dan 150.000 jaar. Wel kunnen de voorouders van de Nesher Ramla-Homo genetisch hebben bijgedragen aan bepaalde aspecten van de Neanderthaleranatomie. Zelf lijken ze me waarschijnlijker als voorouders van fossielen die traditioneel worden aangeduid als Homo heidelbergensis.’
Wie leerde van wie?
De Nesher Ramla-Homo kan een mysterie ophelderen. Een Neanderthaler die 124.000 jaar geleden in Noord-Europa leefde, had wat Homo sapiens-DNA, zo’n 80.000 jaar voordat de moderne mens daar aankwam. Dat is te verklaren als de moderne mens zich heeft vermengd met de Nesher Ramla-Homo in West-Azië en sommige van de daaruit voortgekomen hybriden zich hebben vermengd met Europese Neanderthalers.
Ook kan de Nesher Ramla-Homo andere ongewone fossielen verklaren. De botten uit de grotten van Skhul en Qafzeh in Israël zijn soms geclassificeerd als Homo sapiens, maar zien er niet typisch uit voor onze soort. Het team suggereert dat ze eigenlijk het resultaat zijn van kruisingen tussen Homo sapiens en de Nesher Ramla-Homo.
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de Nesher Ramla-Homo en Homo sapiens met elkaar omgingen, zegt Zaidner. Zij maakten heel vergelijkbare werktuigen, volgens hetzelfde procedé. Dit suggereert dat de ene groep de vaardigheden van de andere heeft geleerd. Maar ‘we weten niet wie van wie leerde’.
Dusseldorp maant op dit punt tot voorzichtigheid. ‘De technische details van stenen werktuigen zijn altijd lastig aan populaties te koppelen. De afslagmethode die in Nesher Ramla is gebruikt, kennen we ook van Neanderthalers. Daarnaast kunnen deze manieren van steenbewerking meerdere malen onafhankelijk van elkaar zijn ontstaan. Ik vind dit deel van de studies daarom niet heel overtuigend.’
Complexe evolutie
Dusseldorp vertelt verder dat uit DNA-onderzoek niet alleen blijkt dat er veel en vroeg contact was tussen de moderne mens en de Neanderthaler, maar ook dat er ghost populations waren. Dat wil zeggen: mensengroepen waarvan we de anatomie nog niet kennen, maar die wel hebben bijgedragen aan het DNA van de moderne mens. ‘Deze fossielen zouden van zo’n ghost population kunnen zijn. Maar het kan ook een hybride populatie zijn geweest, met genen van de moderne mens én de Neanderthaler.’
‘Wat dit onderzoek vooral laat zien, is dat het oudje plaatje niet klopt’, zegt Spoor. ‘Dat hield in dat een afstammeling van Homo erectus zich verspreidde naar Europa en daar de Neanderthaler werd, die af en toe een tijdelijk richting het Midden-Oosten migreerde. In plaats daarvan blijkt het Midden-Oosten duidelijk een plek waar allerlei invloeden uit Afrika, Azië en Europa samenkwamen. Hoe belangrijk dat was voor de evolutie van de Neanderthaler zal moeten blijken. De belangrijkste les is wat mij betreft dat de menselijke evolutie net zo gecompliceerd is als wat je ziet bij elke andere wijdverspreide zoogdierengroep.’