Zowel het Pfizer-vaccin als het AstraZeneca-vaccin is ongeveer 15 procent minder effectief tegen de deltavariant dan tegen de eerste coronavariant, zo blijkt uit een groot onderzoek in het Verenigd Koninkrijk.

De bevindingen laten ook zien dat de bescherming in de loop van de tijd afneemt. Bovendien lijkt het erop dat gevaccineerde mensen die toch het virus krijgen even besmettelijk kunnen zijn als niet-gevaccineerde mensen.

De belangrijkste boodschap is dat het belangrijk is om beide prikken te laten zetten, zegt onderzoeksleider Sarah Walker van de Universiteit van Oxford. ‘Twee doses zijn altijd beter dan een.’ De vaccins bieden nog steeds bescherming tegen ziektesymptomen, onafhankelijk van de virusvariant waarmee je besmet raakt.

Minder effectief onder ouderen

Het was al duidelijk dat de vaccins minder bescherming bieden tegen een besmetting met delta dan met alfa. De vraag was echter hoeveel minder. Sommige vroege schattingen waren gebaseerd op onderzoek met een klein aantal personen en zijn daarom niet betrouwbaar.

Het Britse onderzoek is in april 2020 van start gegaan. Sinds de deltavariant dominant is geworden in het Verenigd Koninkrijk, heeft het team resultaten verzameld van 800.000 PCR-tests, die op 360.000 personen zijn uitgevoerd.

Over het algemeen biedt het Pfizer/BioNTech-vaccin na twee doses 84 procent bescherming tegen symptomatische besmetting door delta, vergeleken met 97 procent voor alfa, zo blijkt uit de studie. Voor het Oxford/AstraZeneca-vaccin is dat 71 procent vergeleken met 87 procent. Beide vaccins zijn in oudere leeftijdsgroepen minder effectief tegen beide varianten.

Afnemende bescherming

Uit het onderzoek blijkt ook dat de effectiviteit van het Pfizer-vaccin veel sneller afneemt dan die van het AstraZeneca-vaccin, met ongeveer een vijfde elke maand na de tweede dosis. Het team denkt dat de bescherming die beide vaccins bieden na vier of vijf maanden vergelijkbaar zijn. Dat is een extrapolatie, waarschuwt Walker, want tot nu toe heeft het team alleen gegevens tot tachtig dagen na de tweede prik.

De PCR-tests lieten ook zien dat mensen die met delta besmet raken nadat ze zijn gevaccineerd evenveel van het virus produceren als mensen die niet geprikt zijn. Bij de alfa-variant was dat anders: gevaccineerde mensen die met die variant waren besmet, hadden veel lagere virusniveaus dan niet-gevaccineerde mensen.

Dit zou kunnen betekenen dat gevaccineerde mensen die het virus krijgen net zo besmettelijk zijn als ongevaccineerde mensen. Maar het is niet mogelijk om hier zeker over te zijn, zegt teamlid Koen Pouwels. Het zou namelijk kunnen dat de PCR-tests dode virussen detecteren in plaats van besmettelijke, zegt hij.

Lees al onze artikelen over het coronavirus en covid in ons dossier.

Andere onderzoeken hebben bovendien laten zien dat gevaccineerde mensen infecties mogelijk sneller opruimen. Dat zou betekenen dat de periode waarin ze andere mensen besmetten minder lang is.

Ook Amerikaanse studies suggereren dat gevaccineerde mensen erg besmettelijk kunnen zijn. Vorige maand hebben deze bevindingen de Amerikaanse Centers for Disease Control ertoe aangezet de richtlijnen voor gevaccineerde mensen te wijzigen. Die wordt nu aangeraden binnen een mondkapje te dragen wanneer er een groot risico is op overdracht.

Beschermd tegen ernstig verloop

In de Britse studie werd niet gekeken naar ziekenhuisopnames of sterfgevallen, maar andere onderzoeken wijzen erop dat de vaccins nog steeds een uitstekende bescherming bieden tegen beide. ‘Er zijn een heleboel redenen waarom vaccins de gevolgen van infecties kunnen verminderen, zelfs als je veel van het virus in je neus en keel hebt’, zegt Walker.

Het Moderna-vaccin wordt pas sinds kort gebruikt in het Verenigd Koninkrijk. Daarom is dit vaccin niet meegenomen in het onderzoek.

De race om het coronavaccin
LEESTIP: Hoe konden de coronavaccins zo snel ontwikkeld worden? Dat lees je in De race om het coronavaccin, te bestellen in onze webshop.