Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Frank Backx, sportarts en emeritushoogleraar klinische sportgeneeskunde van UMC Utrecht..
‘Sporten kan je vergelijken met tandenpoetsen. Je moet het inbouwen in je leefstijl, in een bepaald ritme en met regelmaat. Anders heeft het geen of minder effect.
Mensen sporten om de meest uiteenlopende redenen. Als je sport, komt er endorfine vrij in je hoofd en dat stofje werkt verslavend. Daarnaast sporten mensen omdat ze op gewicht willen blijven en een goed figuur willen behouden.
Vanuit mijn vakgebied zijn we al decennialang bezig om de meerwaarde van regelmatig bewegen en sporten aan te tonen, bijvoorbeeld richting zorgverzekeraars. Dat doen we door de schadekant van sport, zoals sportblessures en plotse hartdood, te relativeren en te wijzen op de gezondheidswaarde van sport en bewegen.
Dat lukte maar zeer moeizaam. Tot het moment in 2007, toen ik het jaarcongres van het American College of Sports Medicine bijwoonde waar de grootste bewegingswetenschappers ter wereld samenkwamen. Daar werd een aantal onderzoeken gepresenteerd over hele dikke Amerikaanse kinderen die nauwelijks actief waren, vergeleken met actieve schoolkinderen. De Amerikaanse onderzoekers draaiden de kernboodschap om. Ze vertelden niet dat bewegen gezond is, maar toonde aan dat bewegingsarmoede, ofwel lichamelijke inactiviteit, gezondheidsschade veroorzaakt. Daar ontstond de slogan exercise is medicine, en een aanpak waarbij sport en bewegen als aanvullende therapie wordt ingezet bij chronische ziekten zoals diabetes, maar ook bij Parkinson, een beroerte en artrose.
We zijn dit vervolgens ook in Nederland gaan doen. We onderbouwden het met onderzoek en het kwartje viel. De positieve boodschap kwam niet over, maar een negatieve boodschap sloeg wél aan. Te weinig bewegen is het nieuwe roken.
En ja, ik merk het ook aan mezelf als ik een dag te veel achter de computer heb gezeten en nauwelijks heb bewogen. Ik word onrustig en ik voel dan een bewegingsdrang. Voorheen haalde ik maar 10.000 stappen per dag. Nu is 20.000 het minimum. En ik voel me daar heerlijk bij.’