‘Ik denk niet dat er ooit een medicijn komt dat de ziekte volledig zal genezen,’ zegt alzheimerdeskundige Christine Van Broeckhoven in DNA tot Z, het nieuwe boek van cabaretier Dolf Jansen en New Scientist-hoofdredacteur Jim Jansen. Omdat het vandaag Wereld Alzheimer Dag is, hier alvast haar verhaal.
Ze is een bekender Vlaams exportproduct dan Kevin De Bruyne, een versgetapte Duvel in een mooi glas en Suske en Wiske bij elkaar. Christine Van Broeckhoven, hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen en onderzoeker in het Antwerpse Centrum voor Moleculaire Neurologie van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Al 38 jaar doet ze onderzoek naar alzheimer en dementie. Ze verwierf er grote roem mee. Niet alleen in België, maar ook in de rest van de wereld. Haar naam prijkte boven meer dan 750 artikelen in onder meer Nature en Science.
Van Broeckhoven (68) kreeg de afgelopen jaren diverse prijzen zoals de Amerikaanse Potamkinprijs, een prestigieuze internationale erkenning van haar pionierswerk op het terrein van alzheimergenetica, de Internationale Prijs voor Vrouwen in Wetenschappen van L’Oréal/Unesco voor Europa, de Europese Inventor Award voor onderzoek, en de Amerikaanse MetLife Award for Medical Research. In België werd ze als eerste vrouw en al op jonge leeftijd voor haar wetenschappelijke oeuvre gehonoreerd met de vijfjaarlijkse excellentieprijs Joseph-Maisin, van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek.
‘Ik heb vele onderscheidingen en prijzen gekregen en dat is geweldig’, zegt ze vanuit haar woonkamer aan de zuidrand van Antwerpen als we haar digitaal spreken. ‘Maar ik zie hetgeen ik doe niet zozeer als werk, maar als mijn passie. Als dit me wordt afgenomen, val ik dood neer. Ik werk namelijk graag met de patiënten en hun families. Vergeet niet dat de hersenen het belangrijkste orgaan van uw leven zijn. Alles zit erin en ze vormen uw persoonlijkheid. Als er iets mis is in de hersenen, ben je compleet verloren. Als ik dan kan helpen, word ik gelukkig.’
Beetje naïef
In hoog tempo schetst ze de geschiedenis van haar eigen loopbaan gecombineerd met hoe de medische wereld anders tegen alzheimer is gaan aankijken. Ze promoveerde in de moleculaire biologie en haalde een tweede doctoraat in de moleculaire genetica. ‘Omdat ik genetica wilde opsporen van ziekten’, verklaart ze dik 35 jaar later. ‘Ik kreeg een artikel uit Science van een jonge neuroloog die mij vroeg het te lezen omdat het ging over een erfelijke hersenziekte. In zijn consultatie zag hij een patiënte van 35 jaar met een alzheimerprofiel die familieleden had met alzheimer en jongdementie. Dat heeft mij gestimuleerd onderzoek te doen naar de moleculaire genetica van de ziekte van Alzheimer. Achteraf gezien misschien een beetje naïef. Alzheimer was in die tijd nog niet erkend als een ziekte. Men sprak over ‘seniel worden’, een kwaal van oude mensen die problemen kregen met het geheugen.’
De kentering is te danken aan Alois Alzheimer (1864-1915), de Duitse neuropsychiater naar wie de ziekte werd vernoemd. ‘Hij onderzocht een patiënte die de ziekte op 51-jarige leeftijd kreeg’, vertelt Van Broeckhoven. ‘Ze had dezelfde symptomen als ouderen, maar ze was relatief jong en haar ziekte verliep sneller. Vier jaar later stierf ze. Alzheimer onderzocht de hersenen en bracht de hersenletsels van deze dame in kaart. Vanaf dat moment wisten we dat het geen ouderdomskwaal was, maar een ziekte die voorkomt bij jonge en oude mensen.’
‘Opeens weten mensen niet meer hoe ze aardappelen moeten koken’, antwoordt ze op de vraag hoe de ziekte zich openbaart. ‘Je automatische geheugen valt uit en heel simpele dingen zijn niet meer mogelijk. Dat zijn eerste symptomen. Alzheimerpatiënten worden getroffen in hun hersenen door het massaal afsterven van hersencellen.’
Amper notie van de dag
In het begin wordt voornamelijk de hippocampus aangetast, de motor van ons geheugen die zorgt dat we automatisch dingen doen en nieuwe kennis opdoen. ‘Alzheimerpatiënten beginnen te vergeten en gaan langzaam terug naar vroeger, naar hun kindertijd’, zegt Van Broeckhoven. ‘Ze hebben amper notie van de dag van vandaag en maken geen nieuw geheugen aan. Ze kunnen tien keer dezelfde vraag stellen en voor de vijfentwintigste keer een verhaal vertellen zonder te weten dat ze het al verteld hebben en tegen wie. Wat als laatste is opgeslagen, wordt als eerste vergeten, maar de liedjes uit de kleuterklas kunnen ze nog reproduceren. Uiteindelijk lukt ook spreken niet meer en dat is triest. Minder voor de patiënt, die zich daar amper van bewust is, maar wel voor de mensen eromheen.’
‘Als ik eerlijk ben, denk ik niet dat er ooit een echt medicijn komt om alzheimer volledig te genezen. Daarom ben ik groot voorstander van vroege diagnose. Er worden nu technieken ontwikkeld waarbij een hersenziekte vroegtijdig kan worden gediagnosticeerd en preventief kan worden afgeremd of zelfs stopgezet. Daarin moeten we nu investeren.’
‘Overigens zie ik mezelf niet als het bekendste exportproduct van Vlaanderen. Dat is namelijk Peter Paul Rubens, de belangrijkste schilder uit de zeventiende eeuw.’
Van alzheimer tot zwarte gaten
Dit is een voorpublicatie van het boek DNA tot Z waarin de broers Jansen – cabaretier Dolf en wetenschapsjournalist Jim – in abc-vorm actuele onderwerpen met wetenschappers behandelen.
“Wetenschap is voor mij altijd belangrijk geweest, hoewel je ook heel vaak niet doorhebt hoe belangrijk het is en op welke manier,” zegt Dolf Jansen. “Alles wat wij doen – communiceren, consumeren, in leven blijven – heeft te maken met wetenschappelijke ontdekkingen en ontwikkelingen. De laatste jaren gaat mijn interesse vooral uit naar hoe wetenschap in het debat verzeild is geraakt. Dat wetenschap ‘ook maar een mening is’, met virusontkenners en flat earthers. Daarom is wetenschapscommunicatie ook zo belangrijk. Hoe breng je over wat je weet of hebt uitgevonden en wat mag je als klimaatwetenschapper zeggen over dat terrein en onze kansen op overleven op deze planeet?”
In het boek passeert een grote variatie aan onderwerpen de revue, van alzheimer tot zwarte gaten. “Aan mij was de taak om op mensen als Ionica Smeets, Robbert Dijkgraaf en Marcel Levi te reageren,” zegt Dolf Jansen. “Dat lukt altijd, voor een deel uit mijn absolute onwetendheid op allerlei terreinen – ik ben geen bèta – en in andere gevallen omdat ik een zin of detail uit het goedlopende wetenschappelijk betoog haal, en daarmee aan de haal ga.”
“Als ik naar de wetenschap kijk als groter geheel is er medisch gezien nog zo veel ‘op te lossen’. Er zijn zo veel aandoeningen en ziektes die je graag overwonnen zou zien. Maar als ik naar de aarde als geheel kijk, is de grootste uitdaging dat we energie kunnen winnen en gebruiken die geen schadelijke gevolgen heeft voor klimaat, atmosfeer, leefomgeving en dus voor onze toekomst als mensen op deze zwevende blauwe knikker.”
DNA tot Z (Fontaine Uitgevers, €12,50) verschijnt begin november en is nu al te reserveren in onze webshop.