Mensen die volledig gevaccineerd zijn tegen covid-19 lopen veel minder risico om anderen te besmetten. Ook na de opkomst van de deltavariant is dat het geval, blijkt uit meerdere studies.
Volgens sommige mensen leveren vaccins niet langer een grote bijdrage aan het voorkomen van verspreiding van het coronavirus. De resultaten van diverse onderzoeken weerleggen dat idee echter.
‘Ze verminderen zeker de overdracht’, zegt viroloog Christopher Byron Brooke van de Amerikaanse Universiteit van Illinois. ‘Gevaccineerde mensen kunnen het virus weliswaar verspreiden, maar uit de gegevens blijkt overduidelijk dat het risico op overdracht bij een gevaccineerd persoon veel, maar dan ook veel kleiner is dan bij een ongevaccineerd persoon.’
Überhaupt niet besmet
Uit recent onderzoek van het RIVM blijkt dat gevaccineerde mensen die besmet zijn met de deltavariant 63 procent minder kans lopen om ongevaccineerde mensen te besmetten, vergeleken met ongevaccineerde mensen die met die variant zijn besmet.
Dat percentage ligt maar een klein beetje lager dan bij de alfa-variant, zegt onderzoeksleider Brechje de Gier van het RIVM. Haar team achterhaalde eerder dat gevaccineerde mensen die met de alfa-variant zijn besmet 73 procent minder risico lopen om ongevaccineerde mensen te besmetten.
Volgens De Gier is het bovendien belangrijk om te beseffen dat de volledige effectiviteit van vaccins in het verminderen van de overdracht zelfs boven die 63 procent ligt. Dat komt doordat de meeste gevaccineerde mensen überhaupt geen besmetting oplopen.
Aanvalsgraad
De onderzoekers gebruikten gegevens uit het Nederlandse bron- en contactonderzoek. Zo berekenden ze de zogeheten secundaire aanvalsgraad: het percentage contacten dat gemiddeld door een positief geteste persoon wordt besmet. Vervolgens bekeken ze in hoeverre vaccinatie dit percentage verlaagt. Daarbij corrigeerden ze voor andere factoren die hierop van invloed zijn, zoals de leeftijd van de besmette personen en de contacten.
Volgens De Gier is het momenteel niet mogelijk om te berekenen wat de volledige door vaccinatie veroorzaakte afname in overdracht is. Dat komt doordat het niet exact bekend is in hoeverre vaccinatie de kans op besmetting verkleint. Maar zelfs als je aanneemt dat vaccinatie het risico op besmetting slechts halveert, zou dat nog steeds tot gevolg hebben dat vaccins de totale virusoverdracht met meer dan 80 procent verminderen.
Invloed van delta
Andere onderzoeken hebben wel geprobeerd dat volledige effect te berekenen. Eerder dit jaar paste vaccinonderzoeker Ottavia Prunas van de Yale-universiteit in de VS twee verschillende rekenmodellen toe op gegevens uit Israël, waar een deel van de bevolking het Pfizer-vaccin had gekregen. Haar team kwam erop uit dat de totale effectiviteit van dit vaccin tegen overdracht 89 procent was.
De gegevens waar dit percentage op gebaseerd is, liepen echter maar tot 24 maart. Pas later werd de deltavariant dominant. Het team bestudeert momenteel recentere gegevens om de invloed van die variant te bepalen, zegt Prunas.
Onschadelijk RNA
Volgens sommigen zijn vaccins niet bijster effectief meer tegen virusoverdracht. Dat idee is mogelijk voortgekomen uit nieuwsberichten van deze zomer waarin stond dat gevaccineerde mensen die besmet raken ‘net zo veel virusdeeltjes bij zich kunnen dragen als ongevaccineerden’. Maar zelfs als dit klopt, zouden vaccins alsnog de overdracht enorm verminderen door het aantal besmettingen in de eerste plaats terug te dringen.
Bovendien verrichtte het onderzoek dat de aanleiding vormde voor deze berichten geen directe metingen van het aantal virusdeeltjes in besmette personen. In plaats daarvan ging het uit van zogeheten Ct-scores, een maatstaf voor de hoeveelheid viraal RNA. Dit RNA kan echter ook voortkomen uit virussen die al door het immuunsysteem zijn vernietigd. ‘Je kunt dat RNA dan nog wel meten, terwijl het al onschadelijk is gemaakt’, zegt viroloog Timothy Peto van de Universiteit van Oxford.
Lees al onze artikelen over het coronavirus en covid in ons dossier.
Er zijn nu verschillende aanwijzingen dat Ct-scores geen goede maatstaf zijn voor de hoeveelheid virusdeeltjes die iemand met zich meedraagt. Ten eerste is er dus het feit dat besmette mensen die gevaccineerd zijn veel minder risico lopen om anderen te infecteren. Net als De Gier verrichtte Peto hier onderzoek naar met gegevens uit bron- en contactonderzoek, in dit geval uit Engeland. Hij verkreeg vergelijkbare resultaten.
Ten tweede heeft Peto’s team aangetoond dat er nauwelijks een relatie is tussen Ct-scores en besmettelijkheid. ‘Het leek er eerst op dat mensen die na vaccinatie positief waren getest evenveel virusdeeltjes meedroegen als ongevaccineerde mensen. We dachten dus dat ze net zo besmettelijk waren. Maar nu blijkt dat gevaccineerde mensen minder besmettelijk zijn’, zegt Peto. ‘Dat is erg belangrijk om te weten. Mensen waren te pessimistisch.’
Boostervaccin
Nog meer bewijs komt van onderzoek van Brooke. Zijn team nam elke dag monsters van 23 besmette mensen – vanaf hun eerste positieve test tot de infectie weg was. Die monsters onderwierpen ze aan verschillende tests. Ze probeerden er onder andere cellen in een schaaltje mee te infecteren.
Bij vijf van de zes volledig gevaccineerde mensen bleek geen enkel monster besmettelijk. Bij de ongevaccineerde mensen waren daarentegen de meeste monsters wel besmettelijk. Hieruit blijkt dat gevaccineerde mensen minder virusdeeltjes afgeven dan ongevaccineerde mensen, en ook eerder stoppen met die afgifte, aldus Brooke.
Het enige stukje slecht nieuws dat uit Peto’s onderzoek volgt, is dat de bescherming die een vaccin biedt tegen het besmetten van anderen wel na verloop van tijd afneemt. Drie maanden na de tweede prik is die bescherming met ongeveer een kwart verminderd. ‘Daarom geloof ik in boostervaccins’, zegt Peto. ‘Daar moeten ze mee aan de slag, aangezien we nu weer midden in een grote uitbraak zitten.’