Ondanks de vergrijzing komt dementie steeds minder voor, meldden diverse kranten afgelopen juli. Engelse onderzoekers concludeerden dat we dankzij de toegenomen welvaart en beter onderwijs langer mentaal gezond blijven. Reden voor optimisme?

foto5vragenseptemberDementie
Vergrijzing leidt tot meer gevallen van dementie. Het percentage ouderen dat de ziekte ontwikkelt, loopt echter terug. Bron: Shutterstock

1 Hoe sterk is het aantal dementerenden gedaald? 

Het aantal alzheimerpatiënten is in feite niet gedaald. De Engelse onderzoekers herhaalden een grootschalig onderzoek naar dementie uit de jaren 90, de zogeheten CFAS-studie, om te kijken hoe de ziekte zich heeft ontwikkeld. Ze vonden geen daling, maar een lichte stijging in het aantal patiënten onder 65-plussers, van 664.000 in 1991 naar 670.000 in 2011.

Toch is er wel degelijk sprake van een dementiedaling. Net als in Nederland vergrijst de bevolking in Engeland, en is het aantal bejaarden de afgelopen jaren flink gestegen. Met dezelfde onderzoeksmethoden, zo rekenden de onderzoekers voor, zouden er nu 884.000 65-plussers in Engeland met dementie gevonden moeten worden. Dat bleken er dus bijna een kwart minder.

 

2 We bereiken steeds hogere leeftijden. Hoe kan het percentage dementerenden onder ouderen dan toch dalen?

Al eerder suggereerden onderzoekers dat de toenemende welvaart kan leiden tot een dementiedaling. De CFAS-studie lijkt dat beeld te bevestigen.

‘Door de toegenomen welvaart zijn de ouderen van nu beter geschoold. Beter onderwijs, zo weten we, kan de kans op dementie verlagen’, zegt Rianne van der Linde, verbonden aan de universiteit van Cambridge. Ze onderzoekt de sociale en psychologische gevolgen van dementie, en gebruikt daarvoor onder meer gegevens van de CFAS-studie. Van der Linde: ‘Bovendien is door de welvaart onze levensstijl verbeterd. Dat verkleint de kans op bijvoorbeeld vaatziekten, die dementie veroorzaken.’

Philip Scheltens, directeur van het Alzheimercentrum van het VUmc in Amsterdam, denkt dat leefstijlfactoren met name bij mensen van middelbare leeftijd, van belang zijn. ‘Denk aan een hoge bloeddruk, suikerziekte, overgewicht, roken, hartfalen, enzovoort. Die zaken zijn de afgelopen tien tot twintig jaar succesvol aangepakt’, aldus Scheltens.

 

3 Is een dergelijke daling ook te zien in Nederland?

Dat is moeilijk te zeggen. Wat de CFAS-studie volgens Van der Linde uniek maakt, is dat de onderzoekers precies dezelfde onderzoeksmethode hebben gebruikt als twintig jaar terug, met een even grote steekproef uit dezelfde regio’s. Daardoor konden ze voor het eerst nieuwe cijfers met oude vergelijken. Dergelijke cijfers over de lange termijn zijn in Nederland niet beschikbaar.

‘Enerzijds is er geen reden om te denken dat het in Nederland anders is dan in Engeland’, zegt Scheltens. ‘Anderzijds moeten we constateren dat er geen goede studies in Nederland zijn en ook geen toereikende registratie van patiënten, zodat we afhankelijk zijn van schattingen.’

Een van die schattingen, gebaseerd op een onderzoek uit 1993, laat een stijging van dementiepatiënten over de gehele Nederlandse bevolking zien van 1,21 procent in 2000 naar 1,52 procent in 2013. Scheltens: ‘Een absolute stijging is er sowieso, aangezien het aantal 65-plussers enorm toeneemt door de babyboom.’

 

4 Waarom zijn er geen goede cijfers over dementie beschikbaar?

Sinds de jaren negentig zijn de gebruikte onderzoeksmethoden flink veranderd, waardoor het moeilijk is om metingen van vroeger te vergelijken met nieuwe resultaten. Van der Linde: ‘De CFAS-studie maakte gebruik van psychologische tests, waarbij ouderen bijvoorbeeld tekeningen moesten maken. Tegenwoordig gebruiken onderzoekers vaker beeldtechnieken, zoals hersenscans.’

Ook cijfers van huisartsen zijn weinig betrouwbaar. In 2003 was bij huisartsen bekend dat 2,3 op de 1000 oudere mannen en 6,0 op de 1000 oudere vrouwen aan dementie leden. De schattingen voor dat jaar zijn op basis van het onderzoek uit 1993 bijna drie keer zo hoog. Scheltens: ‘De diagnose is en blijft vakwerk. Bij huisartsen is nog steeds sprake van onkunde, en dat leidt tot onderdiagnostiek.’

Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ligt het probleem niet alleen bij huisartsen. Ouderen zouden vaak niet naar de huisarts gaan, omdat ze de symptomen van dementie niet herkennen of denken dat er niets aan te doen is. Daarnaast zijn er grote verschillen tussen ziekenhuizen in de registratie van dementen, waardoor die ook geen betrouwbaar beeld kunnen geven.

 

5 Hoe kunnen we dementie terugdringen?

Regelmatig presenteren wetenschappers  onderzoeken die wijzen op een mogelijke remedie tegen dementie. Onder andere thee, rode wijn en zelfs wiet zouden de kans op de ziekte van Alzheimer kunnen verkleinen. Van geen enkele stof staat echter onomstotelijk vast dat die de kans op dementie verkleint.

Van der Linde: ‘We weten nu in ieder geval dat een gezondere leefstijl een positief effect heeft op dementie. Het is belangrijk dat de ziekte wordt voorkomen, want genezing is in de meeste gevallen niet mogelijk.’

Om nieuwe strijdmiddelen tegen dementie te ontwikkelen, werkt het Alzheimercentrum van het VUmc samen met Alzheimer Nederland en innovatiecentrum ZonMw aan het zogeheten Deltaplan Dementie. Scheltens: ‘Binnen het plan is een registratie opgenomen zodat in de toekomst beter kan worden vastgesteld hoe groot het probleem van dementie precies is.’