Aan het Zweedse Karolinkska Institutet is een biopsie-naald ontwikkeld die door verhitting eventueel losgeraakte kankercellen doodt.
Voor vaststellen van de aard van kankerweefsel is een monstername nodig. Dat is nuttig om onnodige ingrepen te voorkomen, maar een nadeel is dat soms enkele kankercellen losraken, met als risico dat die zich elders nestelen en daar een tumor veroorzaken. Een nieuw ontwikkelde naald maakt korte metten met losgeraakte cellen.
Hans Wiksell, hoogleraar in het universiteitshospitaal in Stockholm, onderzocht bij 88 borstkankerpatiënten de bloeddruppeltjes die hij aantrof in de biopsienaald. Bij drie op de vier patiënten zaten er losse, levende kankercellen in die bloeddruppeltjes. Toen hij met de nieuwe naaldtechnologie biopsies bij 31 patiënten uitvoerde, kwam bij geen van deze onderzoeken nog levende kankercellen in bloeddruppeltjes voor.
Zes joule
De nieuwe naald maakt de losse kankercellen onschadelijk door ze te verhitten. Als de arts de biopsienaald beweegt, veroorzaakt dat elektrische signalen die naar een computer gaan. Die stuurt voor verhitting van de naald er radiofrequente straling op af. Slechts de tip van de naald, ongeveer zes millimeter lang, ligt vrij en warmt op net zoals in een magnetron gebeurt, de rest van de naald is geïsoleerd. Per puls betreft het een energie van zes joule.
Het weggehaalde stukje weefsel zit dan al in de naald, die als een kooi van Faraday het beschermt tegen de radiofrequente straling en verhitting voorkomt. Om brandwonden te voorkomen, geeft het systeem alleen warmte af als de snelheid waarmee een arts de naald beweegt hoog genoeg is.
In British Journal of Cancer melden de Zweedse onderzoekers dat de patiënten geen extra pijn leden en er geen complicaties optraden. Gezien de uitkomst willen ze nu uitgebreider het systeem testen, onder meer bij meer agressieve tumoren waarbij uitzaaiingen vaak een groot probleem zijn.
Erick Vermeulen