Stel, we bouwen vanaf nu geen nieuwe CO2-uitstotende auto’s en fabrieken meer. Dan blijft de opwarming van de aarde onder de gevaarlijke grens van 2°C. Dat concluderen Stanford-klimaatonderzoekers Steven Davis en Ken Caldeira in Science van deze week.
In hun gedachtenexperiment dienen de huidige CO2-uitstoters hun tijd uit en bouwen wij er geen nieuwe bij. Dan ligt in 2060 de gemiddelde temperatuur volgens Davis 1.3°C hoger dan voor de industriële revolutie. Dat is onder de 2°C die internationaal in het klimaatonderzoek geldt als bovengrens. Als de opwarming van de aarde boven deze grens komt, zal dit volgens de modellen rampzalige gevolgen hebben voor de mondiale weerpatronen.
Davis was zelf lichtelijk verrast over de uitkomst, laat hij desgevraagd weten: ‘Toen wij begonnen, waren we eigenlijk vrij negatief. Wij dachten dat de grens van 2°C al gepasseerd zou zijn.’ Toch wil hij de uitkomst van het onderzoek geen goed nieuws noemen. Het is volgens hem namelijk niet realistisch dat de wereld vanaf vandaag stopt met het maken van CO2-verspreidende installaties.
Toch is Davis’ onderzoek volgens hemzelf wel degelijk relevant, omdat het een signaal is naar beleidsmakers. Zij zouden de aandacht volgens Davis meer moeten richten op nog te bouwen energiecentrales en minder tijd steken in het vroegtijdig sluiten van bestaande centrales.
Naar de sloop
Tegelijkertijd geeft het onderzoek volgens Davis aan dat overheden de bestaande energiecentrales niet met allerlei kunstgrepen langer draaiende moeten houden dan hun eigenlijke houdbaarheidsdatum. ‘We moeten voorkomen dat we terechtkomen in het Cuba-scenario, waar nog oeroude auto’s rondrijden die eigenlijk allang naar de sloop hadden gemoeten’, aldus Davis.
Rob van Dorland, klimaatonderzoeker verbonden aan het KNMI, is sceptisch. ‘Davis neemt alleen de CO2-uitstoot mee, terwijl ook andere broeikasgassen zoals methaan en lachgas de aarde kunnen opwarmen’, aldus Van Dorland.
Of de andere gassen wel of niet in het model komen, is volgens Van Dorland afhankelijk van de vraag of de hoeveelheid aerosolen in de lucht gelijk blijft of niet. Aerosolen – kleine roet- en stofdeeltjes – hebben een koelende werking. Als hun concentratie in de toekomst even sterk toeneemt als in de 20e eeuw, compenseert hun koelende werking als het ware de verwarmende werking van de andere broeikasgassen, aldus Van Dorland. Dan kun je volgens hem pas alleen CO2 opnemen in de berekening.
Schone energie
Van Dorland verwacht echter dat de toename van aerosolen in de 21e eeuw kleiner zal zijn dan in de 20e eeuw, zodat je ook de andere broeikasgassen in het model moet meenemen. ‘En dan is de kans groot dat we de 2°C-grens doorbreken. Hoewel ook als we deze gassen niet meenemen de kans hierop nog altijd ongeveer 50 procent is’, aldus Van Dorland.
Natuurkundige Martin Hoffert van de universiteit van New York wijst er in een begeleidend commentaar in Science op dat we nog tientallen jaren nodig hebben voordat we volledig op schone energie kunnen overgaan.
Jet Salomons