In alle mogelijke formaties zwemmen vissen efficiënter dan wanneer ze alleen zwemmen. Toch blijkt een ruitvormige formatie een stuk minder voordelig dan biologen tot nu toe aannamen. Dat blijkt uit onderzoek van bioloog Charlotte Hemelrijk en haar collega’s van de Rijksuniversiteit Groningen.
Vissen zwemmen in de natuur in allerlei formaties en lijken geen voorkeur te geven aan een bepaalde formatie. Lange tijd namen biologen aan dat vissen kiezen voor een ruitformatie omdat het voordelig zou zijn om in het kielzog midden tussen hun voorgangers te zwemmen. Die theorie houdt volgens Hemelrijk te weinig rekening met de viscositeit van het water en de invloed van het kielzog.
Hemelrijk gebruikte voor haar onderzoek een nieuw simulatiemodel dat wel rekening houdt met viscositeit en kielzoginvloed. Met dat model worden vissen gesimuleerd die met golfbewegingen zwemmen. De vissen veroorzaken zo een natuurlijke stroming doordat miljoenen waterdeeltjes met elkaar botsen.
De onderzoekers bestudeerden vissenscholen in vier verschillende formaties: in een rechte lijn achter elkaar, in een lijn naast elkaar, in een rechthoekige formatie en in de ruitvormige formatie. Vervolgens bekeken ze welke formatie van zwemmen het minste energie kost voor de vissen. Uit de resultaten van het onderzoek blijk dat de ruit-formatie veel minder voordelig is, maar dat bijvoorbeeld de rijformatie waarbij de vissen achter elkaar zwemmen, veel optimaler is dan biologen voorheen dachten.
Stromingen
‘Men dacht dat een vis die achter een ander zwemt nadeel ondervindt omdat hij de door zijn voorganger veroorzaakte achterwaartse stroming recht tegen zijn neus krijgt en daardoor langzamer zou zwemmen’, zegt Hemelrijk in een persverklaring. Uit het model van Hemelrijk blijkt dat ze bij die theorie vergeten dat vissen tijdens hun golvende zwembeweging hun kop van links naar rechts bewegen. ‘Zo vangen ze de stroming met hun flanken op en profiteren juist daarvan.’
De ruit-formatie is volgens Hemelrijk niet optimaal omdat vissen die diagonaal voor andere vissen zwemmen het kielzog verstoren. ‘Daardoor vervalt het positieve effect’, meent Hemelrijk. ‘Als de vissen echter verder uit elkaar zwemmen, is dat niet het geval en zouden de vissen kunnen profiteren van het vermeende ruiteffect.’ Complexe interacties tussen individuele vissen en hun kielzog blijken dus te bepalen welke formaties van een school vissen het meest efficiënt zijn. De resultaten van het onderzoek verschijnen in de nieuwste editie het vakblad Fish and Fisheries.
Lees ook: