‘Egyptenaren sleepten stenen voor piramides over nat zand’, zo meldden Nu.nl en vele andere media. Die conclusie zou voortkomen uit een onderzoek van Nederlandse natuurkundigen, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de stichting Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM). Twee Belgische egyptologen hebben echter twijfels bij het onderzoek en noemen de conclusie van het Nederlandse onderzoek onwaarschijnlijk.
De Nederlandse natuurkundigen baseren hun onderzoek op een wandtekening in een graftombe in de Egyptische plaats Deir el-Bersha. Op die wandtekening is te zien dat de Oude Egyptenaren stenen verslepen met behulp van een slee. Een persoon lijkt water te sprenkelen over het zand aan de voorkant van die slee. In een persverklaring van de Universiteit van Amsterdam, over het artikel dat verscheen in het vakblad Physical Review Letters, wordt geschreven dat de Oude Egyptenaren zand nat maakten en zo de enorme stenen blokken naar de piramides vervoerden. Om te bewijzen dat zo’n slee minder frictie ondergaat, plaatsten de wetenschappers een miniatuur-versie van een Egyptische slee in een bak zand en sleepten die voort.
Daaruit bleek dat het een stuk gemakkelijker is om zo’n slee voort te trekken over nat zand dan over droog zand. Droog zand hoopt zich namelijk op voor de slee en vormt een bult. Daardoor kost het transporteren meer kracht. Bevochtigen van zand vermindert kennelijk de weerstand. Maar hebben de onderzoekers wel bewezen dat de Oude Egyptenaren daadwerkelijk de stenen over nat zand sleepten?
Steenslag en modder
Volgens twee hoogleraren van de Katholieke Universiteit Leuven lijkt dat zeer onwaarschijnlijk. In de steengroeven rondom Deir el-Bersha, en rond grote bouwprojecten zoals Luxor, ligt volgens hen maar weinig zand. De Egyptenaren hoefden de piramidestenen dus helemaal niet over los zand te slepen, aldus de Belgen. Wel bestaat de ondergrond uit veel geërodeerd mergel dat zorgt voor een hard oppervlak. Uit eerdere archeologische studies blijkt dat daarop transportwegen waren gebouwd die bestonden uit grote hoeveelheden steenslag en modder. De egyptologen vermoeden dat vaak een fundament van zwerfkeien werd aangelegd en bedekt met een laag modder. De Egyptenaren gebruikten waarschijnlijk die wegen. Eerdere experimenten wezen al uit dat een persoon met gemak een steen van 750 kilo kan vervoeren over dat soort wegen.
Volgens de Belgische egyptologen ligt er dus helemaal geen los zand rondom de piramides en de steengroeven. Wel is het erg zanderig rondom de steengroeven op 100 kilometer van Deir el-Bersha. Dat meldde Bonn, samen met Nederlandse egyptoloog Olaf Kaper in een radio-interview van VPRO, Labyrint (Beluister hier het radio-interview met Bonn en Kaper. Het interview begint op 18:50 ). De wandtekening, die werd aangehaald in het Nederlandse onderzoek, hoeft dus niet per se het vervoersproces van die daadwerkelijke zandigere steengroeven af te beelden. Wellicht gebruikten de Egyptenaren alleen stenen uit de steengroeven dichterbij, die niet waren omgeven door veel los zand.
Natuurkundig bewijs
Daniel Bonn, leider van het onderzoek, betreurt de kritiek van de twee Belgische egyptologen op het onderzoek. ‘Andere egyptologen noemen dit een doorbraak en zeggen dat er juist wel ‘zanderige’ steengroeven in de woestijn waren, meldt Bonn. ‘Als er stenen uit die steengroeven zijn gebruikt dan moesten ze die over los zand transporteren. Op de wandtekening is te zien dat de Oude Egyptenaren de ondergrond aan de voorzijde van de slee nat maakten. Egyptologen gaan er van uit dat die ondergrond zand is. Wij hebben op een natuurkundige manier bewezen dat nat zand zorgt voor minder frictie dan droog zand. Als de Egyptenaren daadwerkelijk die stenen van ver over zand moesten vervoeren, dan deden ze dat logischerwijs over nat zand. Steenslag zorgt waarschijnlijk voor minder frictie dan los zand, maar nat zand biedt nog minder weerstand. Hoeveel, dat zijn we nu na het commentaar van de Leuvense heren aan het onderzoeken.’
Lees verder: