De vondst van een nieuw Archaeopteryx-fossiel geeft nieuwe inzichten in hoe en wanneer veren zijn ontstaan tijdens de evolutie van dino’s. Tevens helpt het fossiel de paleontologen om de primaire functies van veren te achterhalen. De website van het AD opende echter ten onrechte met ‘Oervogel kon waarschijnlijk wel vliegen’. Ook Nu.nl en Telegraaf.nl schreven een bericht met dezelfde toon.

Het nieuws dat oervogel Archaeopteryx wellicht kon vliegen is niet de hoofdboodschap van het wetenschappelijke artikel dat paleontologen vandaag publiceerden in Nature. De oorsprong en primaire functies van slagpennen, veren die moderne vogels slag- en stuwkracht geven, zijn in het artikel het belangrijkst.

Veren ontstonden in de eerste instantie niet om mee te vliegen. Bron: Wikimedia Commons
Veren ontstonden in de eerste instantie niet om mee te vliegen.
Bron: Wikimedia Commons

Het nieuwe Archeopteryx-fossiel is het best bewaard gebleven exemplaar. Dit fossiel bleek niet alleen niet veren op de gevederde voorpoten en staart te hebben, maar over het gehele lichaam.

Het fossiel geeft daardoor nieuwe inzichten in het ontstaan van veren op het lichaam van dinosaurussen. Volgens de onderzoekers was de primaire functie van slagpennen bij tweepotige dinosaurussen niet om ermee te vliegen, maar om gevederde dino’s warm te houden. John de Vos, voormalig paleontoloog bij Naturalis, bevestigt dat. ‘Die slagpennen zijn ontstaan voor isolatie’, zegt hij. ‘En als die veren toch aanwezig zijn, kunnen ze ook voor andere dingen gebruikt worden, bijvoorbeeld om te kunnen gaan vliegen.’

Aanhoudende discussie

Dat Archaeopteryx kon vliegen, is ook niet iets wat met zekerheid gezegd kan worden. Wetenschappers, zo meldt ook het AD, zijn al sinds de ontdekking van Archaeopteryx in discussie over of het dier wel of niet kan vliegen. Die discussie bestaat vandaag de dag nog steeds. Het nieuwste exemplaar laat weliswaar zien dat het over een compleet verenpak beschikte, maar vliegen is een heel ander verhaal. Volgens De Vos is het een moeilijke kwestie. ‘Archaeopteryx heeft geen borstbeen, het bot waar bij moderne vogels de vliegspieren aan vastzitten’, zegt hij.

In 2003 toonden paleontologen met modellen aan dat Archaeopteryx van boom tot boom kon ‘vliegen’. Ze berekenden daarbij dat het dier maximaal afstanden van veertig meter kon afleggen. Dat ‘vliegen’ leek meer op glijden, en totaal niet op het vliegen wat moderne vogels doen.

Terecht meldt het AD zegt over dat ‘De assen van de vleugels in kracht vergelijkbaar zijn met die van moderne vogels’. Dat laten de onderzoekers zien in een grafiek. Maar dat betekent nog niet dat ze ook kunnen vliegen. ‘Om te kunnen vliegen heeft Archaeopteryx niet alleen veren nodig, maar ook vleugels’, zegt De Vos. Dat poten volledig bedekt zijn met veren, zorgt niet noodzakelijk voor vliegvermogen.

Lees ook: