De leden van een geïsoleerde stam in de Amazone dragen een enorme diversiteit aan microben met zich mee. Dat publiceren onderzoekers in Science Advances en Cell Reports.

Geïsoleerde stam kent ongelofelijke diversiteit van microben
Yanomamö-vrouw en haar kind.
Bron: Wikimedia/Cmacauley

De Yanomamö-stam die in de jungle van de Amazone woont, kent een grotere diversiteit aan bacteriën dan ooit eerder is gemeten, zo rapporteren de onderzoekers. De vondst lijkt te bewijzen dat ‘verwesteren’ gepaard gaat met een afname van bacteriële diversiteit – iets wat wetenschappers al langer vermoedden. Het is niet duidelijk of een grotere microbendiversiteit een positief of juist negatief effect op de gezondheid heeft. Sommige bacteriën hebben wel degelijk nut, bijvoorbeeld bij het voorkomen van nierstenen.

Contact en onderzoek

De Yanomamö-stamleden leiden een semi-nomadisch bestaan. Ze zijn jagers en verzamelaars, die in 1960 voor het eerst in contact kwamen met de buitenwereld. In 2008 ontdekte een legerhelikopter een nog onbekend dorp van de stam. Daarop trokken onderzoekers naar het nog onverkende gebied. Ze verzamelden monsters van speeksel, uitwerpselen en huid van 34 stamleden. Het verzamelde materiaal is geanalyseerd en het DNA van de microben is in kaart gebracht. De microben zijn vervolgens vergeleken met die van een groep westerlingen en twee andere groepen die in mindere mate geïsoleerd leven: de Guahibo in Venezuela en een groep in Malawi. Hoewel de microbendiversiteit van de Yanomamö-leden groter was dan die van mensen die minder geïsoleerd van de buitenwereld leven, blijkt de microbenpopulatie van de stamleden onderling minder te verschillen. Waarschijnlijk is dat omdat ze onderling meer bacteriën uitwisselen door meer contact, en omdat ze anders omgaan met hygiëne dan westerlingen.

Weerstand tegen antibiotica

De stamleden zijn nooit blootgesteld aan moderne antibiotica, maar toch dragen sommige microben genen met zich mee die weerstand kunnen bieden tegen de geneesmiddelen. Dat betekent dat we deze genen reeds met ons meedroegen, ook voordat westerse mensen op een grote schaal antibiotica gingen gebruiken. De genen zijn wellicht het resultaat van interacties tussen menselijke microben en bacteriën in de bodem, die natuurlijke antibiotica produceren om weerstand te bieden aan hun natuurlijke vijanden. Maar ook voor synthetische antibiotica kunnen de stamleden resistent worden, zo bleek uit de DNA-analyse. Toch hoeft de stamleden zich niet direct zorgen te maken. Mochten ze ooit moderne antibiotica willen gebruiken, dan kan dat gewoon. Pas bij regelmatige blootstelling aan antibiotica zal echte weerstand ontstaan. Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.  Lees ook: