Paleontologen hebben in een stuk barnsteen het fossiel van een prehistorische roofkakkerlak gevonden. Het dier leefde zo’n 100 miljoen jaar geleden, en deelde de aarde dus met dinosauriërs. De onderzoekers publiceerden hun vondst in het vakblad Geologica Carpathica.
De kakkerlak was een roofdier dat voornamelijk ’s nachts actief was. Hij at andere kleine insecten. Opvallend aan de kakkerlak zijn de lange poten en de lange, draaibare nek. Hij had een driehoekig hoofd met grote ogen. Deze eigenschappen zijn allemaal tekenen aan de wand dat de kakkerlak een roofdier was dat actief achter zijn prooi aanzat. Het gaat om een voorheen onbekende soort. De 1 centimeter lange kakkerlak heeft de naam Manipulator modificaputis gekregen.
Bidsprinkhaan
De meeste rovende kakkerlaksoorten die tijdens het Krijt leefden, zijn uitgestorven. Het meest nauw verwante familielid van de roofkakkerlak dat vandaag de dag nog leeft, is volgens de onderzoekers de bidsprinkhaan. Dit hedendaagse dier deelt een gemeenschappelijke voorouder met het fossiele monstertje.
Barnsteen
De Duitse wetenschapper Ziggi Ellenberger vond het fossiel in een mijn in Myanmar. De kakkerlak zit gevangen in een stuk barnsteen, fossiele hars die afkomstig is van naaldbomen. Waarschijnlijk is het dier tijdens een bosbrand in de hars beland. Volgens de Slowaakse onderzoeker Peter Vršanský, die het dier identificeerde, zijn er nog vele andere fossielen in het gebied te vinden.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: