Een select groepje wetenschapsfanaten ondervond deze week dat ook bij deeltjesfysica-instituut Cern voor lezers van New Scientist deuren opengaan die voor anderen gesloten blijven. Hoofdredacteur Jim Jansen was erbij.

AvNDkSgHL1AKCcJoxlY75OrOmO-ybR6wf3tsOYH1bCeWHet is maandagmiddag en er steekt een akelige noordenwind op vanuit het nabijgelegen Jura-gebergte als ik samen met vijfentwintig lezers van New Scientist voor de enigszins vervallen gebouwen van het instituut sta. Eenmaal binnen hebben we het gevoel het paradijs in wandelen. Dat komt niet alleen door de aanzienlijk aangenamere temperatuur, maar ook door de enorme foto van het CMS-experiment waar honderden wetenschappers lachend voor ons poseren. Het waren deze onderzoekers die, samen met hun collega’s van het Atlas-experiment, op 4 juli 2012 het higgsdeeltje ontdekten.

Jim Jansen en Jorgen DHondt
Jim Jansen (links) en Jorgen D’Hondt

‘Deze foto bestaat uit meer dan tweehonderd kleinere foto’s met een grootte van meer dan elf gigabyte,’ zegt Jorgen D’Hondt, voorzitter van het experiment, verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel, niet zonder trots. De lezers blijven gedurende de dag, het diner en tot laat aan de hotelbar vragen op hem afvuren. D’Hondt is even beminnelijk als intelligent en met een oneindig geduld verklaart hij bijna elk natuurkundig raadsel. Als ik Jorgen rond middernacht naar de auto begeleid, vraag ik hem waar hij nou echt op hoopt. Hij is even stil, lacht en zegt: ‘Een nieuw deeltje zou toch wel heel tof zijn,’ waarna hij verdwijnt in de nacht van Genève.

Grensverleggende wetenschap

‘Op voorhand wist ik niet precies wat ik kon verwachten, maar het is een geweldige reis,’ bekent een van de deelnemers aan de reis, een professionele jazzmusicus, de volgende morgen aan het ontbijt. Wat behelst een New Scientist-reis nou eigenlijk? In dit geval: een interessante combinatie van een schoolreisje en een opfriscursus natuurkunde. En wie gaat er mee op reis? Er zijn meer Nederlanders dan Belgen en de mannen winnen het qua aantal van de vrouwen. Wat bindt is de honger naar kennis en de fascinatie voor grensverleggende wetenschap.

Gerjan Bobbink
Gerjan Bobbink geeft tekst en uitleg bij het Atlas-experiment

‘Als er brand uitbreekt, neem dan de lift in plaats van de trap,’ zegt Gerjan Bobbink, medewerker van het nationaal instituut voor subatomaire fysica Nikhef, en verbonden aan het Atlas-experiment, ons op de vroege dinsdagochtend. We bevinden ons ruim honderd meter onder de grond en staan oog in oog met de Atlas-magneten. De waarschuwing van Bobbink past feilloos in de policy van Cern. Niets wordt aan het toeval overgelaten, veiligheid gaat voor alles en ontelbaar veel camera’s volgen elke stap van iedereen op het terrein.

Het maakt ook nog eens duidelijk hoe bijzonder deze trip is. Elke deur is vergrendeld en zonder vooraanmelding kom je nergens binnen. Maar voor de New Scientist-lezers is alles anders. De felgekleurde veiligheidshelmen liggen voor iedereen klaar, deuren schieten automatisch open en de meest vooraanstaande onderzoekers delen de best bewaarde geheimen van Cern. Zoals Herman ten Kate, hoogleraar aan de Universiteit Twente. In razend tempo begeleidt hij een groepje deelnemers langs de Atlas-detector en voor de controlekamer geeft hij inzicht in hoe de experimenten van de Large Hadron Collider zich tot elkaar verhouden.

route a einsteinCern is een dorp op zich, met eigen auto’s, eigen fietsen en alles voorzien van hetzelfde logo. Veel meer over de geschiedenis leer je in het onlangs vernieuwde bezoekerscentrum dat een mooi overzicht geeft van meer dan zes decennia baanbrekend wetenschappelijk onderzoek. Na een tussenstop in het winkeltje, waar je de eerder genoemde veiligheidshelm kan aanschaffen, lopen we halverwege de middag over de Route A. Einstein naar het imposante computerlab, waar alle data van alle botsende deeltjes worden opgeslagen en geanalyseerd.

De laatste onderdelen van deze volle dinsdag zijn wellicht de meest interessante. Tristan Du Pree en zijn vrouw Suzan Basegmez du Pree – inderdaad, Cern is niet alleen de place to be voor toegepast onderzoek, maar ook een ideale plek om je toekomstige partner te ontmoeten – rijden ons opnieuw Frankrijk in waar we kennis maken met de Alpha Magnetic Spectrometer (AMS)die zich op het ruimtestation ISS bevindt. In 2013 werd bekend dat de AMS-detector aanwijzingen voor het bestaan van donkere materie had gevonden. Bijna drie jaar later zien we via een live videoverbinding wat er zich daar allemaal afspeelt.

Synchro-cyclotron

1957Terug in Zwitserland worden we naar zaal 300 geleid waar we geconfronteerd worden met de allereerste versneller ooit, die dateert uit 1957. Terwijl Suzan ons met een flitsende animatie meeneemt door de geschiedenis van Cern, daagt Du Pree uit met een lastige prijsvraag: wat is het verschil tussen een cyclotron, een synchrotron en een synchro-cyclotron?  Uw antwoord kunt u mailen naar jim@newscientist.nl en onder de goede inzenders wordt het boek 50 inzichten universum verloot.

Wat is mijn conclusie van drie dagen Cern zonder dat ik te veel ‘wij van WC Eend-achtig gedrag ga vertonen? Deze reis is echt bijzonder. Geen normaal mens kan achteloos de controlekamer van CMS binnenwandelen terwijl de voorzitter links en rechts een toelichting geeft. Niemand is in staat om in twee dagen evenzoveel experimenten te bezoeken. Ons enthousiasme voor het bezoek sloeg over op de wetenschappers en begin 2018 zijn we weer welkom.

Noteert u het alvast in uw agenda.

Stuur een mail naar info@newscientist.nl o.v.v. ‘Cern 2018’ om op de hoogte gehouden te worden.