Begin zeventig is hij alweer, en net genezen verklaard van kanker, maar met carnaval in aantocht werkt Arie Ribbens gewoon weer aan een nieuwe comeback.

Arie wíé? Nou: ‘Wij vieren feest / We zullen niet verdorsten / En Willem grijpt Marietje van achter bij de… schouders’. Die Arie Ribbens.

Sommige mensen willen van geen ophouden weten, kun je dan bewonderend zeggen, maar voor Arie ligt het anders. Ribbens vóélt zich nog helemaal geen 73, hoorde ik hem in een radiointerview vertellen. ‘Jezus man. Ik weet nog als de dag van gisteren dat ik vijftig werd!’ stiet de volkszanger uit. En zijn verbazing was niet gespeeld. Het was bijna ontroerend.

Brrr. Ik vond de tijd eigenlijk al zo snel gaan sinds ik het ouderlijk huis verliet. Maar blijkbaar gaat het steeds sneller. Je viert je vijftigste verjaardag, gaat slapen en als je weer wakker wordt, zit je opeens in het lichaam van een 73-jarige.

Waarom zoveel ouderen melden dat de tijd sneller gaat naar mate je ouder wordt, is een vraag waarover wetenschappers zijn verdeeld. Volgens sommigen is het effect reëel en verandert er met het klimmen der jaren iets met de manier waarop het brein de tijd bijhoudt.

Zelf ben ik geneigd om mee te gaan met de schrijvende psycholoog Douwe Draaisma, die een mooi boek schreef over het onderwerp. Misschien is de tijdversnelling maar een illusie. Als je ouder wordt, worden oude herinneringen scherper en heb je bovendien meer om op terug te kijken dan om naar vooruit te kijken.

Dan liggen illusies op de loer. Als je bovenop een bergtop staat, lijkt de afstand tot het dal ook veel kleiner dan hij werkelijk is. Gewoon, omdat je het dal zo goed kunt zien.

Niet dat het trouwens allemaal veel uitmaakt. Of het nu een illusie is of niet, het feit dat de tijdversnelling er is, is al vervelend genoeg.

Wij vieren feest, we zullen niet verdorsten, maar wat is dat? Daar grijpt de tijd je van achteren bij de schouders.