Een groot schrijver is heengegaan, en kranten buitelen over elkaar heen met alsmaar nog mooiere woorden en beschrijvingen. Dat gaat wel eens ver.
NRC Handelsblad had voor de abonnees zondag al via de website een speciale digitale editie, om het heengaan van Harry Mulisch te gedenken. Een prachtig overzicht. Dan lees ik plots dat er bij zijn geboorte lava stroomde uit de Vesuvius en toen hij stierf uit de Merapi, een vulkaan in Indonesië. ‘Dat kan geen toeval zijn’. Het is gewoonweg kul.
De Vesuvius associeer ik doorgaans met de verwoesting van Pompei en Herculaneum, in 79 n.Chr. Maar zo oud is Mulisch niet geworden. Er zijn inderdaad recenter uitbarstingen, en ook de laatste eeuwen is de Vesuvius regelmatig actief geweest. Mulisch is geboren op 29 juli 1927. Mulisch schrijft daarover: ‘Diezelfde dag kwam de Vesuvius plotseling in verhevigde werking, maar de kranten vermeldden niet of dat kwam door mijn geboorte of door Mussolini, die ook die dag zijn verjaardag vierde’. Er is zelfs een foto waarop hij poseert met de vulkaan, waarbij hij zijn roman De Pupil situeert. 'Van links naar rechts: de Vesuvius, Harry Mulisch'.
Het klopt niet helemaal, want pas enkele dagen na de geboorte van de kleine Mulisch, stroomt er wat lava over de noordelijke kraterwand. Een jaar later weer. Dat de vulkaan zich roerde is geen zeldzaamheid, vanaf de 17e eeuw stond de Vesuvius te sudderen, en lava stroomde er met regelmaat vanaf de Eerste Wereldoorlog tot 1944.
Kijken we even naar de voorbije week, dan zijn er wel veertien plekken op aarde met vulkanische activiteit. De Vesuvius is rustig. Wat wel de kranten haalde, is de uitbarsting van de Merapi, als nieuwkomer. Met stip op één, zogezegd. Zoekende in de databases zie ik dat die vulkaan vaker actief is, waaronder ook eind juli 1927. Maar het nieuws van die uitbraak zal wel enige weken nodig hebben gehad om in West-Europa te belanden en dat zal niemand hebben geassocieerd met de geboorte van een kind in Haarlem.
Tja, Mulisch had het wellicht prachtig gevonden. Belangwekkende tekenen, voorzienigheid, magisch-realisme, of misschien stomweg toeval?