In de rubriek ‘Voorbij de Waan’ gaan wetenschappers voorbij de waan van de dag en beschrijven ze hoe de coronacrisis onze maatschappij blijvend verandert. Deze keer: klinisch psycholoog Merel Kindt, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en oprichter van Kindt Clinics, een behandelcentrum voor mensen met een angst.
Toen de coronacrisis net begon, leverde dit veel mensen angst op. Wat maakt een pandemie zo angstaanjagend?
‘De coronapandemie is een goed voorbeeld van een onvoorspelbare en oncontroleerbare dreiging. En die twee factoren wakkeren angst aan. Zeker in het begin was het virus nogal onvoorspelbaar. We wisten niet hoe het zich verder zou ontwikkelen, hoeveel mensen besmet zouden raken, hoe ernstig zo’n besmetting is en wat we eraan konden doen. Daardoor was het ook heel oncontroleerbaar.’
Zijn mensen inmiddels minder bang?
‘Met regels als ‘afstand houden’ en ‘binnen blijven’ kregen mensen wat controle terug. Daarmee is de angst afgenomen en gereguleerd. Nu we beter weten hoe besmettingen plaatsvinden en de maatregelen effect lijken te hebben, is alles ook wat minder onvoorspelbaar geworden. Daardoor neemt de angst dus nog verder af.’
Wat zou een tweede golf doen met angst voor de pandemie en het virus?
‘Je kunt verwachten dat mensen angstiger worden van een tweede piek. Daar staat tegenover dat we inmiddels veel beter weten hoe we moeten omgaan met COVID-19. Een groot deel van de bevolking zal ook gewend zijn aan een continue dreiging en daardoor minder angstig zijn.’
Wat voor effect heeft de coronacrisis op angsten van mensen?
‘We zien meer aanmeldingen voor de behandeling van injectie- en bloedfobieën. Dat komt waarschijnlijk doordat mensen een vaccin moeten kunnen krijgen wanneer dat beschikbaar is. Ook melden zich meer mensen met een hondenfobie, doordat er meer gewandeld wordt op straat. Daarnaast zien we natuurlijk ook mensen die bang zijn voor het virus zelf of mensen met smetvrees.’
Betekent dat ook dat deze angsten nu vaker voorkomen dan voorheen?
‘Ik denk dat er alleen een echte toename is van angst voor besmetting. Het is vooral zo dat mensen met een specifieke angst, zoals voor injecties, honden of insecten, daar normaal gesproken ‘omheen proberen te leven’. Ze weten ook wel dat zo’n behandeling meestal niet bestaat uit gezellig praten of een pil nemen. Behandeling betekent confrontatie met de angst – en daar zit niemand op te wachten. Maar COVID-19 kan ze motiveren om toch op zoek te gaan naar een behandeling.’
Zijn er dan echt geen andere angsten die nu meer voorkomen?
‘Ik kan me voorstellen dat angst voor ziekte, de gevolgen van de maatregelen op bijvoorbeeld je financiële situatie en smetvrees wat meer zijn aangewakkerd. Die angsten zijn direct gerelateerd aan COVID-19 en de onzekerheid daarover. Dat maakt ze ook zo lastig. Het coronavirus is iets wat je niet kunt zien, maar wel een enorme impact heeft. Dus zeker mensen die al wat angstiger zijn of die om medische of biologische redenen kwetsbaar zijn, kunnen daar gevoeliger voor zijn. Maar uiteindelijk verwacht ik dat de meerderheid helemaal niet zo bang zal zijn.’
De rubriek ‘Voorbij de Waan‘ is tot stand gekomen in samenwerking met PR-bureau De Wolven.