De Correspondent’ zegt de journalistiek te willen vernieuwen. Maar volgens Maarten Keulemans draagt het initiatief vooral bij aan precies datgene wat het zegt te willen tegengaan.

MET FEMKE HALSEMA, Rob Wijnberg enkele anderen Twitterde ik wat heen en weer over De Correspondent. Misschien heeft u er al van gehoord: dat is een nieuw journalistiek initiatief dat de journalistiek weer op de been moet helpen. Zeggen althans de oprichters zelf.

Interessant plan, zo op het eerste gezicht. Een van de problemen van de journalistiek is dat amusement en werkelijkheid steeds verder met elkaar vervlochten raken. Tussen alle treinkranten, ingestoken nieuwsberichten, interviews met BN’ers en ‘op ware feiten gebaseerde’ docudrama’s weet je als eenvoudige sterveling gewoonweg niet meer waar nep eindigt, en werkelijkheid begint.

De Correspondent wil dat anders doen. Geen adverteerders, maar een community van lezers die de rekeningen betaalt en de onderwerpen aandraagt. Geen snel en hapklaar nieuws, maar achtergrond- en onderzoeksjournalistiek, geschreven door journalisten van naam en faam. Geen papier meer, maar pixels only.

Ja, ho eens. Een onafhankelijk journalistiek medium dat achtergrond- en onderzoeksjournalistiek brengt, advertenties en redactionele bijdragen scheidt en waarop je je kunt abonneren, dat hadden we toch al?

Een ‘dagelijks medicijn tegen de waan van de dag’ brengen de kwaliteitskranten al decennia. De krant verschijnt ook online, en als lezer – pardon, community – kun je er prima terecht als je een interessante tip hebt voor een artikel.

Elite
Een beetje pijnlijk wordt het als je ziet wie er precies achter De Correspondent schuilgaan. Goed: met journalistieke stalinorgels als Wijnberg, Hofland, Luyendijk, Grunberg en Jelle Brandt Corstius mag je gerust zeggen dat De Correspondent de fine fleur van de journalistiek in huis heeft.

Aan de andere kant: van de dertien initiatiefnemers zijn er twaalf man. Zeker tien wonen er in Amsterdam. De helft studeerde aan de Universiteit van Amsterdam. Haast allemaal schreven ze voor De Groene Amsterdammer, Vrij Nederland en/of NRC.

Dat is dus gewoon de aloude grachtengordel-elite. Het not-so-old-boys-network van weliswaar stuk voor stuk fantastische journalisten, maar wel allemaal blanke, hoogopgeleide, Amsterdamse mannen voor wie New York en het Midden-Oosten dichterbij liggen dan Overijssel of De Veluwe.

Vernieuwend hoor. Wie zit er eigenlijk te wachten op nóg meer duidingen van de eurocrisis, mooi geschreven reportages uit Syrië en Griekenland of verdiepende interviews met denkers en politici?

Uitgeblust
De echte uitholling van de journalistiek gaat intussen gewoon door. Die speelt zich niet af in de grachtengordel, maar juist daarbuiten, in het gebied waar 95,3 procent van Nederland woont.

Daar zijn de regionale dagbladen tandenloze buurtsufferdjes geworden en pruttelt een uitgebluste plaatselijke politiek nog wat na, terwijl de projectontwikkelaars, bedrijven en ambtenaren vrij spel hebben.

Universiteitskranten zijn er tegenwoordig onderdeel van de afdeling corporate communicatie, regiozenders komen er alleen nog maar opdagen op de daartoe bestemde ‘persmomenten’, buurtkrantjes en cultuurblaadjes zijn er wegbezuinigd, en pr-bureaus en communicatieprofessionals hebben er de touwtjes strak in handen.

Dát Nederland bedoel ik.

Heus: ik gun De Correspondent al het beste en ben erg benieuwd wat het oplevert. Maar je kunt je afvragen of De Correspondent niet zelf gewoon bijdraagt aan het diepere probleem: een verschuiving van journalistieke pluriformiteit naar een monocultuur, waarin zelfs de journalistiek door bekende Nederlanders wordt gedomineerd.

(Zoals al mijn blogs schreef ik ook dit blog in vrije tijd, zonder betaling en op persoonlijke titel. Op de vraag van Femke Halsema ‘Heb je ideeën voor verbetering?’ kauw ik nog even. Maar geef uw ideeën vooral in de reacties!)