Schrik je al van een wesp of van een kakkerlak? Wacht dan maar tot je hun reusachtige familieleden ziet. Die zijn zeer indrukwekkend, en sommige wil je liever niet tegenkomen. New Scientist zet negen van de meest algemene Nederlandse en Belgische insecten tegenover hun reusachtige familieleden. Als je weet wat er nog meer rondvliegt in de wereld ben je ineens blij dat er slechts kleine wespjes op je ijsje afkomen, en dat duizendpoten die in onze tuinen rondkruipen maar 3 centimeter lang zijn.
Gewone wesp – Japanse reuzenhoornaar
Wespen kunnen gemeen steken. En dus gaan we ze liever uit de weg. Voor mensen die allergisch zijn kan een wespensteek zelfs dodelijk zijn. Toch is de grote neef van de wesp, de Japanse reuzenhoornaar, een stuk angstaanjagender. Waar de wesp tussen de 1,5 en 2 centimeter lang is, meet de Japanse reuzenhoornaar gemiddeld 5 centimeter lang, met een angel van langer dan 0,5 centimeter. Met zijn angel injecteert de enorme hoornaar een sterk zenuwgif in zijn slachtoffer. In Japan sterven jaarlijks rond de veertig mensen aan een Japanse hoornaarsteek. Daartegenover staan slechts vier Nederlandse slachtoffers van onze wesp.
Dagpauwoog – Atlasvlinder
De dagpauwoog is een van de fraaiste vlinders in ons land. De vlinders zijn tussen de twee en drie centimeter lang en wegen minder dan een gram. In de zomer zijn ze met hun rode kleur en oogvlekken een opvallende verschijning. Voor een van de grootste vlinders ter wereld lijkt een dagpauwoog ineens heel klein. De atlasvlinder is in zowel grootte als gewicht tien keer zo groot als de dagpauwoog. De enorme vlinders kunnen een spanwijdte bereiken van 30 centimeter en wel 12 gram wegen.
Bruine sprinkhaan – Reuzenweta
Als je in de zomer een bos- of duinwandeling maakt, kan je ze vaak voor je voeten zien wegspringen: bruine sprinkhanen. Ze komen overal voor in Nederland en België. De bruine sprinkhaan heeft een familielid dat niet voor je voeten wegspringt, maar waar je eerder over struikelt: de reuzenweta. Dat zijn enorme sprinkhanen, die tevens de recordhouder van de titel ‘zwaarste insect ter wereld’. Het grootste exemplaar dat ooit is gevonden weegt 71 gram en is 8,5 centimeter lang.
Die dieren komen voor op het Nieuw-Zeelandse eiland Little Barrier Island. Ze konden zo groot worden dankzij de afwezigheid van natuurlijke vijanden. Op eilanden zorgt die factor ervoor dat dieren groter kunnen worden dan op het vaste land.
Pissebed – Reuzenpissebed
Officieel zijn pissebedden geen insecten. Ze vormen een onafhankelijke groep binnen de geleedpotigen, maar iedereen is bekend met de kreeftachtigen en ze mogen in deze lijst niet ontbreken. Ze zitten bij iedereen in de tuin. Onder elke plantenbak of houtstronk die je optilt, zitten pissebedden. In Nederland en België komen 36 soorten landpissebedden voor die niet groter worden dan 2 centimeter. Landpissebedden zijn eigenlijk zee-pissebedden die de zee hebben verlaten. De grootst bekende soort, de reuzenpissebed, leeft nog wel in zee. De dieren kunnen wel 46 centimeter lang worden en leven op de bodem van tropische zeeën tussen 300 en 2100 meter diepte.
Duizendpoot – Scolopendra gigantea
Duizendpoten zijn, net als pissebedden, geen insecten. Duizendpoten ook een onafhankelijke groep binnen de geleedpotigen. In Nederland en België zijn we bekend met de gewone duizendpoot. Met lengtes tussen de 2 en 3,5 centimeter zijn gewone duizendpoten een van de grotere soorten die in Europa voorkomen.
Veel mensen zijn bang voor duizendpoten, omdat ze kunnen bijten en ook zullen bijten. Hun beet is niet gevaarlijk voor mensen. Bij het grootste familielid van de gewone duizendpoot, de 26 centimeter lange Scolopendra gigantea, is dat anders. Waar de beet van een Nederlandse duizendpoot aanvoelt als een wespensteek, kan de beet van Scolopendra gigantea hevige pijn, zwellingen en koortsaanvallen veroorzaken. Voor mensen die gevoelig zijn voor het gif kan de beet zelfs dodelijk aflopen.
Gezien het dieet dat Scolopendra gigantea volgt, kan hij dat gevaarlijke gif wel gebruiken. Hij maakt jacht op grote spinnen en insecten, maar ook op hagedissen en slangen.
Bekijk hieronder een filmpje waarin een reuzeduizendpoot, in dit geval Scolopendra subspinipes, een slang van kant maakt:
Waterjuffer – Megaloprepus caerulatus
Een van de bekendste en meest voorkomende Nederlandse waterjuffers is het lantaarntje. Met zijn 3 tot 3,5 centimeter is het een van de kleinere libellensoorten in ons land. Het lantaarntje heeft een Zuid-Amerikaanse neef: de Megaloprepus caerulatus. Dat is de grootste libel ter wereld met een maximale spanwijdte van 19 centimeter.
Anders dan het lantaarntje, dat aan het water op kleine insectjes jaagt, maakt Megaloprepus caerulatus jacht op webvormende spinnen. Zodra hij een spin in zijn vizier heeft, vliegt hij als een speer eropaf en grijpt de spin uit zijn web.
Elzenvlieg – Nieuwe soort Megaloptera
Een andere insectensoort die in en rondom water leeft is de elzenvlieg. Dat insect behoort tot de Megaloptera, wat ‘grote vleugels’ betekent. Het Nederlandse beestje is echter helemaal niet zo groot. De gemiddelde lichaamslengte is 3,5 centimeter.
Een Chinees familielid van de elzenvlieg doet de naam Megaloptera wel eer aan. Het gaat om een nieuwe soort van de Megaloptera-familie. Het gevonden dier heeft een spanwijdte van 21 centimeter. Met zijn enorme gestalte en aanzienlijk grote kaken is de nieuwe soort een stuk angstaanjagender dan de onschuldige ogende elzenvlieg.
Wandelende tak – Phobaeticus chani
In Nederland en België komen ze niet in het wild voor, maar iedereen kent de wandelende takken nog van de terraria in de klas. Door hun goede camouflage waren ze zelfs in de glazen bakken bijna niet te ontdekken. De meeste wandelende takken die in terraria worden gehouden bereiken een lichaamslengte tussen de 5 en 13 centimeter lang
Een gemiddeld schoolterrarium is lang niet groot genoeg om huisvesting te bieden aan de grootste wandelende tak ter wereld, de Phobaeticus chani. Die kan met gestrekte poten wel 56 cm lang zijn, met een lichaamslengte van 35 centimeter.
Duitse kakkerlakken – Macropanesthia rhinoceros
Het is zo’n beetje de grootste nachtmerrie van ieder huishouden: je loopt de keuken in en je ziet allemaal kleine bruine beestjes wegschieten. Dan weet je hoe laat het is, er zitten kakkerlakken in huis. In Nederland en België zijn Duitse kakkerlakken (Blattella germanica) die onze woningen overnemen. Met hun kleine afmetingen (tussen de 1,1 en 1,3 centimeter) kunnen ze in allerlei gaatjes en spleetjes kruipen.
Het zou pas echt schrikken zijn als je een kakkerlak van 8 centimeter in huis aantreft. Dat is de maat van de grootste kakkerlak ter wereld: de Phobaeticus chani. We mogen van geluk spreken dat ze alleen voorkomen in Australië.
Lees ook: