Eindelijk is het jaar van de chemie aangebroken. Scheikundigen in de hele wereld hebben, via de diverse vakverenigingen en instituten waaronder KNCV, Essenscia en American Chemical Society, zich al jaren voorbereid. Het jaar valt samen met de eeuwviering van de uitreiking van de Nobelprijs voor scheikunde aan Marie Curie.
Feest dus, maar helaas, in ieder geval in Nederland begint het jaar van chemie uitermate beroerd met de brand bij Moerdijk. Tonnen aan chemische verbindingen – van grote hoeveelheden tolueen tot grammen minder gangbare stoffen zijn in de hens gevlogen, en tot aan Gouda is vervolgens roet neergedaald. Vervolgens kwamen er berichten over al die brandbestrijders en verkeersregelaars die klachten hebben als gevolg van de chemische producten. Alhoewel, een week later meldt De Telegraaf dat sommige klachten misschien het gevolg zijn van het norovirus, dat hulpverleners parten speelde nadat ze tijdens de brandbestrijding een Chinese maaltijd hadden genuttigd.
Boetekleed
In de paniek krijgt in eerste instantie gelijk de chemie de schuld. Chemie is vies, luidt het vooroordeel. Dat doet me denken aan de jaren zeventig, toen de chemie steeds vaker zich moest verantwoorden voor allerlei vormen van milieuverontreiniging. Na het boek Silent Spring, van Rachel Carson, was het klimaat in de jaren zestig en zeventig omgeslagen. De welhaast ongebreidelde technische en chemisch vooruitgang leek voorbij. De chemie moest het boetekleed aantrekken omdat DDT zich ophoopte in het vet van allerlei dieren, omdat schoorstenen en dieselauto’s teveel roet uitstootten en – eind jaren zeventig – omdat er sprake was van zure regen en een ozongat.
Toen ik in 1978 begon aan mijn studie, was de boodschap aan nieuwe scheikundestudenten dan ook: jullie zijn de generatie die de rotzooi van de vorige generatie mogen gaan opruimen. Milieuchemie vormde een nieuwe tak van wetenschap en inderdaad is er de afgelopen decennia veel opgeruimd. Lekkerkerk, Griftpark en andere plekken het is weer schoon.
Persistent
De afgelopen jaren heeft de chemie steeds meer gekozen voor duurzaamheid. De chemische industrie verbruikte enorm veel energie, maar heeft aanzienlijke resultaten geboekt op het gebied van besparing en efficiëntie. Nu ligt er een veelbelovende weg open naar een ‘groene chemie’, duurzaam en met gebruik van agrarische bronnen in plaats van fossiele.
Niettemin, een zekere chemiefobie blijft, dat is nogal persistent. Die uit zich bijvoorbeeld in steeds meer steden die het gebruik van plastic zakken aan banden leggen. Of dat wel zo goed voor het milieu is, betwijfel ik. Gebruikte plastic zakken vormen nog steeds een nuttige grondstof, en het alternatief uit papier is weliswaar afbreekbaar, maar kost ook veel energie om te maken.
Ik hoop maar dat snel alle narigheid voorbij is en de scheikundigen enthousiast hun feestjaar kunnen vervolgen. Ongetwijfeld zullen ze ons dan kunnen laten weten welke mooie dingen de chemie ons de afgelopen eeuw heeft gebracht.