Voor het geval u eraan twijfelt – ook ik maak wel eens domme foutjes. Zoals gisteren, toen ik een nieuwsbericht schreef over psychologie. Maar het geeft wel een interessant inkijkje: hoe die dingen gaan.

De bal kwam gisteravond aan het rollen, toen ik lucht kreeg van een zich ontvouwende rel. Daniel Kahneman – psycholoog, Nobellaureaat en levende legende – heeft een open e-mail rondgestuurd, waarin hij aanbeveelt om het onderzoek naar het psychologische verschijnsel ‘sociale priming’ overnieuw te doen (hier de pdf).

Sociale priming, dat is het verschijnsel waarbij iemand onbewust beïnvloed raakt door ‘iets’ in de omgeving. Denk aan de klassieker, uit 1996: proefpersonen gaan langzamer lopen als ze net woorden hebben gezien die te maken hebben met ouderdom.

Nu moet u drie dingen weten. Eén: in de databank voor psychologische studies PsychINFO zitten liefst 1949 onderzoeken die over social priming gaan. Twee: de grote Kahneman verwijst in zijn e-mail expliciet naar de fraudezaken van Dirk Smeesters en Diederik Stapel als reden om het verschijnsel opnieuw te onderzoeken. En drie: het was tegen tienen, en om half elf gaat de krant naar de drukker.

Verstrekkend
Tikkerdetik dus, en snel ook. Zoiets is nieuws. Het gaat hier niet om zomaar een effect, maar om een sleutelbegrip in de psychologie. Wat je hier ziet is dat de fraudezaken uit Holland opeens verstrekkende gevolgen krijgen.

Maar: een halfuur om 500 woorden over een tamelijk complex onderwerp te tikken, is krap aan. Het kan, soms moet het, maar je riskeert altijd foutjes.

Zo ook nu: het was bijvoorbeeld correcter geweest om ‘sociale priming’ te schrijven, in plaats van ‘priming’, wat in feite een breder begrip is. Ziedaar de rommel van de haast: ik had wel degelijk ‘sociale priming’ opgeschreven, maar vervolgens in alle haast de verkeerde versie naar de krant gestuurd. Domdomdomdomdom.

De interessantste vergissing was echter een andere. De kwestie, zo schreef ik, was onder meer op gang gekomen door de fraudezaken van ‘Diederik Stapel en de Rotterdamse hoogleraar Ronald Smeesters.’

Eh, Ronald Smeesters? Mooi niet. De man heet Dirk. Maar waarom dan zo’n fout? Ik zit zo’n voornaam heus niet te verzinnen, of zoiets.

Vanavond kwam wiskundige Pepijn van Erp met de oplossing: ‘In de war met Ronald Meester?’, Twitterde hij me toe.

Lieve help, natuurlijk. Ronald Meester, hoogleraar statistiek aan de VU Amsterdam. Maar publiekelijk beter bekend als één van de wetenschappers die destijds probeerde het Christelijke idee van ‘intelligent ontwerp’ te importeren in Nederland, de opvatting dat een hogere macht de evolutie bijstuurt.

Zoals die dingen dan gaan: je wil de naam van de ene omstreden wetenschapper opschrijven, komt de naam van de andere omstreden wetenschapper tevoorschijn. Ergens in mijn hoofd waren de twee heren samengesmolten tot een heel nieuwe creatie.

Kijk, dat boeit mij nu. Die kleine kiertjes in je psyche, waaruit soms rare, malle bloopers ontsnappen, alsof je een mentale scheet laat. In het dagelijks leven is dat vaak niet eens erg, maar hinderlijk wordt het als je toevallig journalist bent die ’s avonds laat nog snel een stukje moet tikken. Zelfs zo’n journalist blijkt dan een hartstikke foutgevoelig systeem.

Psychologen hebben ongetwijfeld een woord voor de denkfout waardoor we vergelijkbare begrippen met elkaar verhaspelen. Ook als sociale priming straks nep zou blijken, zit ons hoofd nog vol andere psychologische valluikjes waardoor de greep op de werkelijkheid ons steeds ontglipt.

Wel toepasselijk om zo’n fout te maken in een nieuwsstuk over psychologie. Je denkt aan woorden als ‘fraude’ en ‘bedrog’ en ‘nep’ – zit je opeens de naam op te schrijven van iemand die serieus beweert dat god aan de stelschroefjes van de natuur zit te draaien.


Zoek de verschillen: wiskundige Ronald Meester (l) en psycholoog Dirk Smeesters (r)