We moeten snel gaan experimenteren met een basisinkomen voor iedereen, aangezien er een tsunami aan technologie onderweg is die funest is voor de werkgelegenheid, stelt Federico Pistono, auteur van Robots Will Steal Your Job, But That’s OK.
Het is nog niet zo lang geleden dat het idee dat technologie veel banen overbodig zou maken en dus de werkloosheid aanzienlijk zou verhogen als drogreden gezien werd. Economen waren ervan overtuigd dat technologie zonder uitzondering zou leiden tot nieuwe mogelijkheden en dus tot nieuwe banen.
Inmiddels is de consensus veranderd, dankzij vooruitgang in de robotica en algoritmen die machine learning mogelijk maken. Het is niet ondenkbaar dat binnen twintig jaar de helft van alle banen overbodig gemaakt wordt door machines. En eigenlijk is er nog niemand opgestaan die een goed idee heeft over hoe we daarmee om moeten gaan.
Superstar economy
Wie nog steeds gelooft dat technologie in staat is om banen te creëren, is blind geweest voor de opkomst van de superstar economy, waarin een handjevol bedrijven de markten overhoop gooit en omzetten van miljarden draait met een minimaal personeelsbestand.
De overige bedrijven mogen vechten om de kruimels die van de tafel vallen. Hoe moeten de miljoenen werknemers die op het punt staan hun baan te verliezen, de automatisering in dit landschap overleven?
Een van de interessantste voorstellen die niet gebaseerd is op de dromerige verwachting dat de markt het wel op zal lossen, is het onvoorwaardelijke basisinkomen (obi). Het is een eenvoudig concept, maar met verreikende gevolgen. De staat zou in dit concept een maandelijkse uitkering ter beschikking stellen aan elke burger, ongeacht hoeveel iemand verdient en of iemand überhaupt een baan heeft. Hiermee zou een groot deel van de bureaucratie en achterhaalde inkomensafhankelijke regelingen kunnen verdwijnen. Bovendien zou het project het mogelijk maken dat mensen in waardigheid kunnen leven en een nieuwe betekenis aan hun leven geven.
De grootste experimenten met een onvoorwaardelijk basisinkomen, waar een Canadese stad en twintig Indiase dorpjes bij betrokken waren, hebben bewezen dat het belangrijkste punt van kritiek ongegrond is, namelijk dat het de prikkel om te gaan werken weg zou nemen. Mensen bleven niet alleen werken, maar ze zetten in vergelijking met de controlegroep ook vaker bedrijven op en deden vaker vrijwilligerswerk. Verder was er een toename in het algehele welzijn en geen toename in alcohol- of drugsgebruik en gokken.
Meer experimenten nodig
Hoewel deze resultaten veelbelovend zijn, kunnen we er niet al te veel conclusies aan verbinden. We weten niet wat er zou kunnen gebeuren in andere landen en wat er gebeurt als het basisinkomen op grotere schaal wordt toegepast. Gelukkig zijn er nieuwe experimenten die daar duidelijkheid in kunnen brengen. De gemeente Utrecht wil begin 2016 een experiment met een basisinkomen starten waaraan minimaal 250 proefpersonen meedoen. Voor wetenschappelijk onderzoek is samenwerking gezocht met de Universiteit Utrecht. Tientallen andere gemeenten houden de onderzoeken belangstellend in de gaten. In Finland staat iets vergelijkbaars op stapel.
Op dit moment zou het nationaal implementeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen een groot risico inhouden. Er zijn zo veel variabelen in het spel, dat als het goed gaat, het moeilijk te analyseren en te begrijpen is waarom het gewerkt heeft en hoe het elders te repliceren valt. Als het slecht uitpakt, werpt dat een barrière op voor verder onderzoek en experiment.
Het zou beter zijn om het basisinkomen te testen in duizend willekeurige steden met elk tienduizend inwoners, dan in één land met tien miljoen inwoners. Een netwerk van zulke experimenten in veel verschillende landen is de perfecte manier om te leren en ons voor te bereiden op grootschaligere projecten, nog net op tijd voordat de automatisering keihard toeslaat.
We moeten er klaar voor zijn.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: