Het web is op sterven na dood, schreef Wired. Dat is zeer triest voor die miljoenen facebookgebruikers. Een grafiek toonde het bewijs. Maar op www.boingboing.net maakt Rob Beschizza gelukkig duidelijk dat er iets mis is aan die grafiek.

Vanaf de eerste grafieken hebben mensen zich in de luren laten leggen. Wil je een stijgende trend benadrukken, begin de verticale as dan niet bij 0 maar bij een veel hoger getal, zodat je de verticale schaal kan vergroten. Dat is ideaal voor wie trends in kijkcijfers of omzetgroei wil benadrukken. Wil je dat de recente stijging van de temperatuur op aarde desastreus lijkt, laat dan de tijdschaal beginnen rond 1750 of 1800 en negeer de temperatuur in de Middeleeuwen. En wil je iets dat snel groeit juist laten afnemen, dan maak je zo’n grafiek als Wired liet zien: welk percentage van het internetverkeer in de VS nemen diverse toepassingen in beslag, van 1990 tot nu.

In het linkerplaatje zijn basale internetdiensten al een decennium geleden in de ruis verdwenen, e-mail en ftp zijn ook al nagenoeg weg en het percentage World Wide Web neemt flink af.

Dat is natuurlijk onzin. Die honderd procent internetverkeer in bijvoorbeeld 1995 is maar een fractie van de honderd procent nu. De grafiek die www.boingboing.net publiceert (rechts) maakt duidelijk dat het internetverkeer nog steeds flink groeit, exponentieel zelfs. Alleen neemt het WWW daarin relatief gezien langzaam maar zeker een bescheidener rol in.

De hoeveelheid video (roze) neemt snel toe. Dat zal voor een deel komen door toepassingen zoals Skype, maar een fors deel van die groeiende hoeveelheid videobeelden bereikt mensen via pagina’s op het World Wide Web, zoals via YouTube. Je kunt je zelfs afvragen of de hoeveelheid internetverkeer – in bijvoorbeeld terabytes per dag of zo – een zuivere maat is. Misschien moet je juist kijken naar de tijd die gebruikers aan een bepaalde internetdienst besteden.

Een grafiek kan meer liegen dan duizend woorden.