‘Het resultaat is een van de grootste wetenschappelijke doorbraken aller tijden.’
Ja, zo stond het er echt. Niet één keer, maar zelfs twee keer. Aan de telefoon herhaalde de hoogleraar het nog eens, als om zeker te weten dat ik het wel goed zou opschrijven.
‘Een van de grootste wetenschappelijke doorbraken aller tijden.’
Het was niet de eerste de beste die het zei. Zo iemand met een handtekening onder zijn e-mails waarvoor je even moet gaan zitten:
Hoogleraar systeembiologie aan de universiteit van Manchester, adjunctdirecteur van het Manchester Centrum voor Integratieve Systeembiologie, voorzitter van het doctoraal trainingscentrum ‘Van moleculen tot leven’ van het Manchester Interdisciplinaire Biocentrum, hoogleraar synthetische systeembiologie aan de Universiteit van Amsterdam, hoogleraar moleculaire celfysiologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Maar gelukkig mocht ik gewoon Hans zeggen.
Het nieuws was een hoogleraar aan drie universiteiten waardig: samen met een groot internationaal onderzoeksconsortium had professor Hans een ruwe ‘routekaart’ samengesteld van de biochemische reacties in de levende menselijke cel. Eerder had men dat al bij bakkersgist gedaan, nu was de mens aan de beurt.
En het resultaat was dus, affijn, ‘een van de grootste wetenschappelijke doorbraken aller tijden,’ meende Hans. Niet de relativiteitstheorie of de ontdekking van de structuur van dna, niet Darwins evolutieleer of Newtons mechanica; nee, een kaart vol pijlen en afkortingen, genaamd ‘Recon2’.
Raar misschien, maar als een hoogleraar systeembiologie aan de universiteit van Manchester, hoogleraar synthetische systeembiologie aan de Universiteit van Amsterdam én hoogleraar moleculaire celfysiologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam het zegt, zou je het zomaar geloven.
‘Ach’, nuanceerde een andere hoogleraar vaderlijk maar off the record toen ik hem ernaar vroeg. ‘Hans wil wel eens wat enthousiast worden’. Een ander reageerde kriegelig: ‘Door dit soort overselling raakt de wetenschap nou in diskrediet’. Een derde wilde eerst niet eens praten: ‘Nadat het menselijk genoom werd ontrafeld, riep Bill Clinton dit soort dingen ook.’
Want zeker, ook andere hoogleraren namen woorden in de mond als ‘mijlpaal’ en ‘doorbraak’. Maar ze deden het toch op een net iets andere manier. Enorm belangrijk, zo’n biochemische kaart, we gaan hem veel gebruiken, maar je moet ook realistisch blijven. ‘Want eerlijk is eerlijk, met zo’n kaart heb je nog geen enkele ziekte opgelost’. Toch jammer dat de good guys dit soort dingen altijd alleen maar off the record kwijt willen.
Professor Hans had het dus niet eens nodig. De vondst was op zich al interessant genoeg. Zonder dat tot driemaal toe herhaalde ‘een van de grootste wetenschappelijke doorbraken aller tijden’ was het ook wel goed gekomen. Denk het D-woord weg, en het nieuws staat nog altijd als een huis. Opening krant.
Mag iemand, ook al is hij driewerf hoogleraar en dubbel directeur, zo schaamteloos en luidkeels reclame maken voor zijn eigen ontdekking? Vereist wetenschap niet ook enige integriteit?
Wat zouden de patiënten die leiden aan een van de door Hans genoemde aandoeningen er eigenlijk van vinden?
Een mevrouw die veel ervaring heeft met professoren, masseerde me met wijze woorden:
‘Het is een gevaarlijke ziekte onder levenswetenschappers om veel te beloven en de complexiteit van de uitdaging te bagataliseren. Ik kan het riedeltje diabetes kanker obesitas parkinson genezen niet meer zien. Gevaarlijker voor de geloofwaardigheid dan een Stapeltje dat omvalt zo nu en dan.’
Die avond zat de drievoudige professor bij Pauw en Witteman, waar hij het ‘grootste-doorbraak-aller-tijden’-superlatief desgevraagd nog eens herhaalde; het toelatingswachtwoord van een wetenschapper voor de nationale tv.
Toch sneu voor al die hoogleraren die het wél goed bedoelen. En jammer dat het de aandacht zo afleidt van een interessante ontdekking.