In een open brief (PDF) breken 27 Christelijke wetenschappers vandaag een lans voor hun vrijheid van meningsuiting. In een open brief terug breekt Maarten Keulemans een lans voor de zijne.
OPEN BRIEF – dinsdag 12 maart 2013
Bevorder goede wetenschap en gun wetenschappers hun persoonlijke vrijheid.
Ik ben een ietsist als het om wetenschap gaat: hoewel ik ook wel zie dat de wetenschap zo haar tekortkomingen heeft, geloof ik wel dat er iets in zit.
Maar wat blijkt? Tot mijn verontrusting zijn er altijd weer mensen die mij die vrijheid niet gunnen. Mensen, die het nodig vinden om mijn geloof in de wetenschap in te perken, door daar tegenin te brengen dat door de wetenschap verkregen kennis lekker toch niet klopt.
Ik ben verontrust dat het volgens deze mensen blijkbaar niet is toegestaan dat ik mijn geloof in de wetenschap uitoefen. In deze open brief wil ik opkomen voor mijn vrijheid om mijn persoonlijke opinie te verwoorden.
Wat is er gebeurd?
In de afgelopen weken bestond prof. Onno van Schayck, hoogleraar preventieve geneeskunde aan de Universiteit Maastricht en devoot Christen, het om te verkondigen dat hij ooit een heus wonder had meegemaakt. Door hard te bidden had een patiënt met ongelijke benen het voor elkaar gekregen zijn been te verlengen. Röntgenfoto’s zouden het bewijzen.
Toen journalisten hem echter om dat bewijs vroegen, bleef Van Schayck in gebreke. Niet meer te vinden. Toen de rest van de wereld daarover in de lach schoot, legde Van Schayck zijn functie als directeur van zijn onderzoeksinstituut neer. Eind goed, al goed – maar toen was er opeens een open brief van 27 Christenhoogleraren, die het voor de benenbidder uit Maastricht opnamen.
Hun klacht: ‘We zijn verontrust dat het volgens sommige mensen blijkbaar niet is toegestaan dat een wetenschapper in een persoonlijk verhaal zijn opinie geeft naar aanleiding van zijn eigen ervaringen.’
Wat vind ik hiervan?
Zonder mij te mengen in de discussie over de wonderlijke dingen die Van Schayck zoal verkondigt, wil ik wel mijn bezorgdheid kenbaar maken.
Het al dan niet doorwerken van gebed op de fysieke gesteldheid, is een van de allereerste dingen die de moderne wetenschap ter hand nam, toen Francis Galton er in 1872 onderzoek naar deed. Sindsdien heeft onderzoek na onderzoek uitgewezen dat bidden niet helpt. De Cochrane Collaboration, een soort Hoge Raad voor slepende medische onderzoeksvragen, stelde twee jaar geleden opnieuw vast dat bidden bij aandoeningen écht niet helpt.
Ik ben verontrust dat het volgens sommige mensen blijkbaar niet is toegestaan dat de wetenschap na anderhalve eeuw onderzoek tot zo’n uitspraak komt.
Christenen als Van Schayck hebben lak aan de wetenschap. Leuk, die wetenschap, maar als puntje bij paaltje komt kun je je te korte been lekker tóch een stukje langer bidden. Een wonder, heet zoiets dan. Maar het is gewoon valsspelen: als je ze om bewijs vraagt, is dat opeens nergens te vinden, en verschuilen ze zich achter ‘een persoonlijke mening’ of ‘een eigen ervaring’.
Het resultaat is dat een wetenschapper onderzoek kan doen tot hij een ons weegt, maar dat de Christenen er toch lekker maling aan hebben.
Dat zou de vrijheid van meningsuiting voor wetenschappers zeer sterk beperken. Zo zou bijvoorbeeld een hersenonderzoeker geen conclusies meer mogen trekken over de aard van de geest of de bijna-doodervaring en zou een bioloog geen objectieve stellingname meer kunnen innemen over de evolutie.
Het leidt ook tot de merkwaardige constatering dat een wetenschapper bij de verklaring van een volgens Christenen onverklaarbaar fenomeen niet in het openbaar mag speculeren over een logische, natuurlijke verklaring. Een dergelijke benadering komt de wetenschap en de samenleving niet ten goede.
Juist wetenschappers moeten de vrijheid hebben om uitspraken te doen die ingaan tegen het gevoel. Wetenschap begint bij de aanvaarding dat er een objectieve werkelijkheid buiten ons om bestaat, ook al gaat die in tegen onze eigen ervaring. Wie dat niet kan opbrengen, hoort niet thuis in de wetenschap.
En nu?
We moeten waken voor een klimaat waar het negeren van de wetenschappelijke methode een maatstaf wordt voor wat Christelijke hoogleraren in het openbaar allemaal zeggen. In dat geval verruilt onze samenleving de wetenschap voor een onderbuikcultuur waar iedereen maar roept wat zijn gevoel hem ingeeft.
Wetenschappers zijn gedreven, creatieve, intelligente professionals met grote expertise in hun vakgebied. Wetenschappers zijn echter ook mensen, met de bekende cognitieve valkuilen: voor je het weet roepen ze dat het heelal wordt bestuurd door onzichtbare wezens, zitten ze ingewanden te lezen of proberen ze je been een stukje langer te maken door te bidden.
Dergelijke ideeën en drijfveren zijn niet bevorderlijk voor de wetenschap. Deze ideeën en drijfveren leiden soms wel tot nieuwe toetsbare hypothesen, maar wat de gelovigen gemakshalve vergeten, is dat er langs die weg nog nooit enige wetenschappelijke kennis van betekenis is verworven.
Ik pleit ervoor om goede wetenschap te bevorderen en tegelijkertijd het geloof erbuiten te laten. Als individuele wetenschappers het echt zo nodig vinden om wetenschappelijk verkregen bewijs te negeren, gun ze dan hun persoonlijke vrijheid en laat ze wat anders gaan doen.
Goede wetenschap laat die ruimte.