Stephen Hawking was wellicht de meest iconische wetenschapper van zijn tijd. Het nieuwe boek Stephen Hawking – een verhaal over vriendschap en zwarte gaten schetst een intiem en persoonlijk portret van de Britse natuurkundige. Dinsdagavond presenteerde New Scientist de biografie in de Balie in Amsterdam.
Tijdens de boekpresentatie vertelden Nederlandse natuurkundigen over de invloed van Hawking op hun werk en persoonlijke leven. Samen met presentatoren Jim Jansen (hoofdredacteur New Scientist) en Joris Janssen (boekencoördinator) schetsten zij een fascinerend beeld van de mens, de wetenschapper en het icoon Stephen Hawking.
De avond begon met een interview met de auteur van de biografie: Leonard Mlodinow. Vanuit zijn woning in Amerika sprak hij met wetenschapsjournalist Sebastiaan van de Water over de totstandkoming van het boek. De periode waarin Mlodinow samen met Hawking het boek The Grand Design schreef, en waarin hun vriendschap opbloeide, vormt een rode draad in de biografie. ‘Ik had zoveel lol bij het schrijven van het boek en het herbeleven van die ervaringen. Toen ik het schreef was het alsof ik weer terug was in the good old days’, aldus Mlodinow.
Bron van inspiratie
Aan de grote, ronde tafel in de Balie (waaraan de 1,5 meter afstand ruimschoots gehaald werd) spraken de wetenschappers verder over Hawking en het boek. Als eerste was het de beurt aan theoretisch natuurkundige Erik Verlinde (Universiteit van Amsterdam) en deeltjesonderzoeker Rasa Muller (van het Nederlandse deeltjesinstituut Nikhef). Zij lieten zien dat Hawking meerdere generaties onderzoekers heeft geïnspireerd.
Zo vertelde Verlinde dat Hawkings belangrijke werk aan zwarte gaten in de jaren zeventig een motivatie voor hem was om natuurkunde te gaan studeren. Veel van Hawkings ideeën en formules staan centraal in Verlindes eigen onderzoek. Ook de manier waarop Hawking nieuwe ideeën introduceerde en gedurfde vragen stelde, vormt een inspiratie voor Verlinde. ‘Bij iedere nieuwe theorie zijn er mensen die dat in eerste instantie niet accepteren. Daar had Hawking mee te maken en daar krijg ik zelf ook mee te maken’, aldus Verlinde. ‘Hawking was rebels. Dat heb ik ook wel een beetje. In dat opzicht is hij voor mij ook een voorbeeld.’
Muller, die als promovendus nog aan het begin van haar wetenschappelijke carrière staat, werd juist geïnspireerd door de popularisator Hawking. Ze vertelde hoe het op jonge leeftijd lezen van zijn boek A Brief History of Time, en later het bijwonen van een lezing, erg indrukwekkend waren. Muller: ‘Hawking heeft grote betekenis gehad binnen de theoretische natuurkunde, maar hij heeft de natuurkunde ook een gezicht gegeven. Hij heeft het vakgebied aan de man gebracht; op een duidelijke manier uit weten te leggen in boeken en praatjes. Doe dat maar eens als je eigenlijk niet kunt praten. Dat is een flinke prestatie.’
Nobelprijs
In een heus mini-college ging Verlinde in op Hawkings belangrijkste bijdragen aan de natuurkunde. Die deed hij op het gebied van twee verschillende onderwerpen: de oerknal en zwarte gaten. Met name Hawkings ontdekking dat zwarte gaten straling uitzenden deed de natuurkunde op haar grondvesten schudden. Aangezien het bestaan van deze straling niet experimenteel werd aangetoond tijdens zijn leven, ontving Hawking nooit een Nobelprijs. ‘Als ik bedenk wat zijn ontdekking betekent voor de natuurkunde, vind ik dat eigenlijk best jammer’, aldus Verlinde.
De biografie richt zich echter niet alleen op Hawkings werk. Verlinde: ‘Wat ik heel leuk vind aan het boek is dat de natuurkunde zo mooi samengeweven is met een persoonlijk verhaal, en dat je Stephen Hawking dus eigenlijk ook als persoon leert kennen. Je hebt er dan ook bewondering voor dat hij ondanks zijn handicap zoveel heeft kunnen doen. Ik vind het in dat opzicht een bijzonder boek.’
Cruciale rol
Vervolgens namen onderzoekers Jaco de Swart en Jan Pieter van der Schaar (beiden Universiteit van Amsterdam) plaats aan tafel. Ook zij ontwikkelden allebei al jong een fascinatie voor natuurkunde na het lezen van een boek van Hawking. Met name de grote, soms filosofische vragen over het heelal die Hawking durfde te stellen maakten indruk. ‘De vragen die hij stelde waren zo groot, ik kon me er toen niks bij voorstellen dat je daar aan kon werken’, herinnerde Van der Schaar zich. ‘Dat heeft enorme uitwerking gehad, want ik dacht: dit wil ik ook.’ Beiden gingen natuurkunde studeren, De Swart zelfs in combinatie met filosofie.
Inmiddels bestudeert De Swart de geschiedenis van de kosmologie. Volgens hem was Hawking ‘een van de vaandeldragers van de renaissance in het denken over de kosmos.’ Mede door Hawkings invloed verschoof het bestuderen van het universum namelijk van een filosofische aangelegenheid naar een fysische, empirische aanpak. De Swart: ‘Hawking probeerde de meest fundamentele natuurkunde die we hadden toe te passen op het universum, en te rekken waar we iets over konden zeggen. En wat bleek? We konden iets zeggen over het allereerste begin van het universum.’
Van der Schaar werkt als theoretisch natuurkundige inmiddels aan dezelfde onderwerpen als Hawking deed. Hoewel Hawking onder het grote publiek nu voornamelijk bekend is om zijn persoonlijkheid, hoopt Van der Schaar dat hij later vooral herinnerd zal worden om zijn werk. ‘Zijn ontdekkingen, met name waar het gaat om de hawkingstraling, spelen een cruciale rol in de ontwikkelingen die op dit moment gaande zijn.’ Samen met Verlinde begeleidt hij een tiental studenten die maar wat graag willen werken aan onderzoek gerelateerd aan Hawkings ontdekkingen. Van der Schaar is optimistisch dat deze ontwikkelingen mooie resultaten gaan opleveren, zodat ‘over een paar jaar iedereen in Nederland weet wat Hawking gedaan heeft.’
Hawkings universum
Wie de Hawking-biografie leest, komt erachter dat Hawking zeker niet vies was van een grapje op z’n tijd. De avond werd dan ook luchtig afgesloten met een bloemlezing van de geniale humor van Hawking, voorgedragen door Ans Hekkenberg (redacteur New Scientist). En dat is geheel in stijl, want zoals Hekkenberg opmerkte: ‘Hawkings universum was er een van optimisme, een van lol in ’t leven. Naast dat we kunnen leren over straling-lekkende zwarte gaten, singulariteiten en de start van universa, is dat misschien wel het mooiste wat we van Hawking kunnen overnemen.’