Regelmatig worden delen van mammoeten uit het ijs gehaald. Soms zijn die door de permafrost zo mooi bewaard gebleven, dat de lichamen bijna compleet en onaangetast zijn. Voortschrijdende DNA-technieken beloven al jaren de mammoet weer tot leven te wekken.

Reconstructie van de wolharige mammoet. Foto: Tracy O
Reconstructie van de wolharige mammoet.
Foto: Tracy O

Zou het niet waanzinnig zijn om de mammoet terug te krijgen? Dit idee inspireerde onderzoekers 25 jaar geleden al om een mammoet te klonen uit DNA van gevonden resten. Het plan mislukte omdat het genetisch materiaal te beschadigd was.

2007 werd babymammoet Lyuba gevonden die zo mooi was geconserveerd dat er nieuwe hoop opleefde onder sommige wetenschappers. Anderen waren sceptischer. Zij geloofden niet dat het met de tot dan toe bekende technieken mogelijk zou zijn om een uitgestorven dier tot leven te wekken.

Het was groot nieuws toen in mei 2013 een mammoet werd opgegraven die nog vloeibaar bloed in het lichaam had. Er werd een bloedmonster verstuurd naar een Zuid-Koreaans privélaboratorium. Zij beloofden binnen twee jaar een gekloond dier. Maar ondanks alle verwachtingen en beloftes is de mammoet er nog steeds niet. Drie vragen zoeken uit hoe het zit met de terugkeer van de mammoet.

Hoe maak je een mammoet?

Tot nu toe zijn er vooral pogingen gedaan om de mammoet te klonen. In theorie wordt daarvoor genetisch materiaal van de mammoet in de eicel van een olifant geplaatst. Deze cel moet in de baarmoeder van een olifant uitgroeien tot een klein mammoetje. Het klinkt logisch, maar de praktijk heeft nog nooit een mammoet opgeleverd.

Klonen vanuit levende dieren is zelfs nog steeds een hele kunst. Er gingen 270 pogingen vooraf aan schaap Dolly, het eerste gekloonde dier ter wereld. Aan het kloningsproces gaan dus veel eicellen verloren. En dit is meteen een probleem bij de olifant. Vrouwtjes laten maar een paar keer per jaar een eicel los, die diep verborgen zit in het enorme lichaam.

Geneticus George Church van de universiteit Harvard is nu op een andere manier met het mammoet-DNA bezig. Hij zegt delen van het mammoet-DNA in een olifantengenoom te hebben gebracht. Het gaat hier alleen om cellen in petri-schaaltjes en niet in een olifantenbaarmoeder. Maar tot het officiële artikel uit is wil hij er verder niets meer over kwijt.

Waarom willen we een mammoet?

Een van de voorstanders van het tot leven wekken van de mammoet was de inmiddels overleden paleontoloog Larry Agenbroad. Volgens hem heeft overbejaging door de mens tot het uitsterven geleid. Daarom vond hij het de verantwoordelijkheid van de mens om de mammoet terug te brengen. Mammoet deskundige Dick Mol kijkt daar heel anders tegenaan. Volgens hem is de mammoet uitgestorven door klimaatsveranderingen. ‘Het is een natuurlijk proces dat soorten komen en verdwijnen. We moeten dat accepteren’.

Vooral bij de mammoet lijkt de mens moeite te hebben met die acceptatie. Het beeld van zo’n wollige mammoet die zich een weg door sneeuw en ijs baant, spreekt tot de verbeelding. Ook is het een aantrekkelijk idee voor wetenschappers die uit zijn op spectaculaire publicaties, en parkeigenaren die de primeur van een levend prehistorisch dier willen hebben.

Gaat het lukken?

‘Het klonen van de mammoet is nog nooit gelukt en zal ook nooit lukken’, zegt Dick Mol. Het oude mammoet-DNA is daarvoor teveel beschadigd. Ook gelooft hij niet in experimenten die een olifant met mammoet-eigenschappen proberen te maken. De dieren verschillen daarvoor te veel van elkaar. De mammoet had kleine oren en zijn bloed was aangepast aan de kou. Een olifant heeft grote oren en is volledig aangepast aan de warmte. ‘Een combinatie tussen de twee zou een gedrocht opleveren dat niet het een, en niet het ander is.’

Ondanks alle pogingen die er nog gedaan zullen worden, gaat de mammoet gaat er waarschijnlijk nooit komen. Toch zullen fantasieën over kuddes wollige slurfdragers weer opleven bij de volgende vondst of nieuwe techniek. De mammoet blijft een droom die we moeilijk los laten.

Lees verder: