Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun hele carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Nadine Akkerman, universitair hoofddocent bij de Universiteit Leiden.
‘Nieuwsgierigheid vormt de rode draad in mijn wetenschappelijke carrière. Als onderzoeker Engelse letterkunde ben ik geïnteresseerd in de handgeschreven bron. Van de elitecultuur –bijvoorbeeld ministers of ambassadeurs – is veel bewaard gebleven. Maar van anderen – de gewone man en vrouw – is dat niet zo. Terwijl juist die mensen razend interessant zijn.
‘Mijn eurekamoment beleefde ik in 2013 toen ik een collectie brieven uit 1689-1706 onder ogen kreeg die nooit waren geopend. De brieven zijn bewaard in het Haagse museum voor communicatie en zijn afkomstig van de Haagse postmeester Simon de Brienne en diens vrouw Maria Germain. Zij hadden 2600 brieven in een kist opgeslagen. Ik kon bijna niet geloven dat deze collectie bestond en dat een deel ongeopend was.
‘Dankzij deze collectie vermoeden we nu dat bijna elke brievenschrijver er een persoonlijke vouwmethode op nahield. Een vrouw gebruikte een andere vouwwijze dan een man en ook de vouwwijzen van een koopman en prins verschilden. Dit gebeurde om de inhoud te beveiligen, zoals anno 2019 e-mails worden beveiligd. De envelop is een 19e-eeuwse uitvinding. Voor die tijd werd het vel waarop werd geschreven zo gevouwen dat het als envelop kon dienen. De vouwwijzen zijn het eerste bewijs van documentbeveiliging.
‘Met behulp van röntgenapparaten, die de ijzerdeeltjes in de inkt oppikken waardoor de tekst zichtbaar wordt, zullen we uiteindelijk de brieven kunnen lezen. Dit zal grote impact hebben op het veld digital humanities en op collecties over de gehele wereld.’