Lifeloggen, ofwel het vastleggen van alles wat je gedurende je leven maar kunt meten, belooft ons leven voorgoed te veranderen. Langzaam maar zeker groeit het uit tot een wereldwijde hit. In het aankomende nummer van New Scientist, dat op 20 februari verschijnt, verkennen we de wereld van het lifeloggen. We geven nu alvast een voorproefje.

Google Glass opent
Google belooft met Google Glass lifeloggen nog eenvoudiger te maken. Bron: Google

Bij het woord ‘lifeloggen’ denk je al snel aan apparaatjes die je gezondheid in de gaten houden, of de hele dag foto’s maken van waar je mee bezig bent, zelfs van je Facebookberichten. Maar het verschijnsel beperkt zich allang niet meer tot kringen van sportschoolfanaten en plaatjesfreaks – het wordt meer en meer gemeengoed. Talloze nieuwe snufjes helpen ons bijvoorbeeld om beter auto te rijden of om onze opgeslagen herinneringen te doorzoeken. Daardoor gaat lifeloggen een steeds belangrijkere rol spelen in ons dagelijks leven.

De meeste lifeloggers verzamelen elke dag informatie over zichzelf. Ze houden bijvoorbeeld een fotoarchief bij, of registreren hoe ver ze kunnen hardlopen. Maar enkel dingen vastleggen is niet voldoende, meent psycholoog Steve Whittaker, verbonden aan de universiteit van Californië in Santa Cruz. Whittaker bestudeert al acht jaar lang lifelog-technologie. ‘Na het vastleggen moeten we die informatie ook kunnen gebruiken.’

Een aantal bedrijven en onderzoeksgroepen geeft aan die oproep gehoor. Het Californische bedrijfje Trov bouwt een digitale ‘opbergkast’ waarin mensen kunnen registreren wat ze precies bezitten. Daarmee kunnen ze hun bezittingen net zo beheren als hun e-mails, muziek of foto’s. Jim Gemmell, hoofd technologie bij Trov, verwacht dat we gedetailleerd gaan bijhouden hoe en hoe vaak we onze bezittingen gebruiken, zoals ons huis, onze auto en onze verzamelingen. Volgens hem kunnen we er daardoor flexibeler mee omgaan dan nu. Heb je je fiets al een jaar niet gebruikt? Overweeg je om de fiets te verkopen en je stukgelopen hardloopschoenen eindelijk eens te vervangen? Trov geeft raad.

Het bedrijfje begint bescheiden. Trov biedt klanten de mogelijkheid hun bezittingen te registreren en zo een korting op hun verzekeringspremie te bedingen. Uiteindelijk wil Gemmell dat Trov uitgroeit tot hét slimme verzamelpunt voor al je spullen. ‘Je kunt dan met één klik iets op eBay zetten’, zegt hij.

Gemmell ziet gebruikers in de toekomst bijvoorbeeld ook de resultaten van hun autokeuring online zetten. Een monteur kan dan, zodra een auto de garage binnenrijdt, te weten komen wanneer een auto voor het laatst is gekeurd en hoe hard er sindsdien mee is gereden.

Het autoverzekeringsbedrijf Progressive heeft al tien jaar ervaring met het loggen van rijgedrag. In 2011 is het bedrijf begonnen met het Snapshot-programma. Daarvoor wordt een apparaatje verbonden met de diagnostische poort van de wagen om rijgegevens te registreren, die vervolgens naar het bedrijf worden doorgeseind. ‘Het idee erachter is simpel’, zegt Dave Pratt van Progressive. ‘We kunnen de premie veel eerlijker en exacter vaststellen door jouw persoonlijke rijstijl te meten, in plaats van ons te baseren op het gemiddelde gedrag van je leeftijds- en seksegenoten.’

Een trackingapparaattje van autoverzekering Progressive kan je rijgedrag bijhouden.
Een trackingapparaattje van autoverzekering Progressive kan je rijgedrag bijhouden. Bron: Progressive

Progressive heeft op die manier al veertien miljard rijkilometers vastgelegd. Met de gegevens kon het bedrijf genuanceerde risicomodellen opstellen voor verschillende typen bestuurders. Volgens Pratt droeg het programma er ook aan bij dat de betrokken automobilisten hun rijstijl aanpasten. Pratt: ‘We zien een meetbare gedragsverandering. Wanneer mensen het apparaatje voor het eerst aansluiten, remmen ze abrupter dan nadat ze wat feedback hebben gekregen. We zien een duidelijke verbetering.

Volgens Pratt onderzoekt zijn bedrijf of het samenvoegen van meetgegevens automobilisten kan helpen gevaarlijke weggedeeltes te vermijden, bijvoorbeeld kruisingen waar veel bestuurders hard afremmen. Progressive zou klanten dan vervolgens via een app of navigatiesysteem een alternatieve route kunnen aanbieden.

Whittaker vindt het cruciaal dat bij zulke diensten de controle over de gegevens altijd bij de klant ligt. Trov zegt dat dat bij hen het geval is, maar bij Progressive is dat niet zo. Ook filosoof Evan Selinger van het Rochester Institute of Technology in New York maakt zich zorgen over dat aspect. Selinger: ‘Zodra er een markt voor loggegevens ontstaat, moet je je afvragen of de informatie die je prijsgeeft wel in verhouding staat tot wat je ervoor terugkrijgt. Als die balans verstoord raakt, kunnen bedrijven een te sterke controle krijgen over de persoonlijke beslissingen van mensen.’ Selinger denkt dat, als die valkuilen te vermijden zijn, de techniek een groot potentieel heeft. ‘Wie het verleden nauwkeurig vastlegt, kan die gegevens gebruiken om de toekomst te voorspellen.’


Meer informatie:
Meer weten over lifeloggen? Lees de aankomende editie van New Scientist, die op 20 februari verschijnt.