Depressie is gebaseerd op muizenangst. En daarmee wil ik absoluut niet zeggen dat ik depressieve mensen niet serieus neem. Ik wil alleen vertellen hoe Witte Hoogendijk, psychiater en hoogleraar biologische psychiatrie, uitlegt dat depressie een functioneel begrip is in de evolutie. Het was ooit ergens goed voor!

In de meesterlijk mooie serie Kijken in de ziel interviewt Coen Verbraak psychiaters over hun vak en over zichzelf. Hoogendijk is er een van. Hij vergelijkt onze hersenen met die van een rat.

We kijken naar echte hersenen, uit een emmertje met formaline. Die van ons zijn natuurlijk veel groter dan die van de rat, maar de hersenstam en hypothalamus zijn opvallend hetzelfde. Samen vormen zij het gebied waar emoties worden geregeld en dan met name de lichamelijke reacties die daarbij komen kijken.

Hoogendijk vertelt: Een rat heeft veel vijanden. Hij is continu bezig zijn omgeving te checken. Bij onraad vlucht hij zijn holletje in. Stel dat er nu continu gevaar blijft dreigen, er blijft bijvoorbeeld een adelaar voor zijn hol zitten. De angst van de rat wordt chronisch. Wat gebeurt er dan in zijn lijf?

Zijn eetlust neemt af. Dit is slim, want hij kan niet naar buiten om eten te zoeken. De slaap zal oppervlakkig worden. Ook slim, voor de zekerheid kan hij maar beter een beetje wakker blijven. Hij heeft geen seksuele aandrift en überhaupt nergens interesse voor. Ook niet verkeerd, hij moet tenslotte in zijn hol blijven. Daarbij krijgt hij ook nog een laag zelfgevoel. Heel belangrijk, hij moet het niet in zijn hoofd halen dat hij die adelaar wel aankan.

Kortom, de rat onderdrukt zichzelf, of anders gezegd, hij deprimeert zichzelf.

Het grote verschil met de mens is dat wij geen reële vijanden meer hebben in de natuur. Maar we hebben nog wel dezelfde emoties die in ons opborrelen, en ons lijf reageert daarop nog altijd op de muizenmanier.

Het gevoel dat erbij komt is anders en de interpretatie van dat gevoel is al helemaal anders dankzij ons denkvermogen, aldus Hoogendijk. Zo kan een depressie ontstaan.

Zoals wel vaker maakt ons denkvermogen de boel er niet beter op, denk ik…