Rasa Muller promoveert bij het nationaal instituut voor subatomaire fysica Nikhef op kosmische deeltjes die ongehinderd door het heelal vliegen: neutrino’s. Haar werkkamer op het sciencepark heeft ze nu tijdelijk verruild voor een zonnige achtertuin in De Pijp.
Het is half maart een drukte van belang bij de koffiemachine op de begane grond van Nikhef, het nationaal instituut voor subatomaire fysica, op het Science Park in Amsterdam. Rond de klok van drie hebben veel onderzoekers hun kamers en laboratoria verlaten om even bij te praten met collega’s. Over botsende deeltjes, elementaire bouwstenen van het universum, hun onderlinge krachten en de structuur van ruimte en tijd. Om maar wat te noemen.
Hoe anders is de situatie ruim zes weken later. De gebouwen van het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer en de bètafaculteit van de Universiteit van Amsterdam liggen er verlaten bij. Op het Science Park hangt een desolate sfeer en Muller en haar collega’s werken, net als vele anderen, vanuit huis. ‘Ik vind het stiekem heerlijk dat de wereld even stilstaat en dat ik iets minder ben gebonden aan het negen-tot-vijfritme’, zegt ze. ‘Overdag heb ik een aantal Zoomoverleggen en voor de rest deel ik mijn tijd zelf in.’ Lachend: ‘In de praktijk komt het erop neer dat ik een beetje uitslaap, af en toe in de zon zit en echt werk vanaf zeven uur ’s avonds tot vaak diep in de nacht.’
Wat vindt u het voordeel van werken op die tijden?
‘Er is niemand die je lastigvalt en ik kan letterlijk uren achter elkaar geconcentreerd werken zonder dat er mail binnenkomt of dat ik gebeld word. Ik hoef ook niet tussendoor te lunchen of koffie te drinken. De wereld is stil, en ik vind het heerlijk.
Wilde u altijd al onderzoeker worden?
‘Op de middelbare school vond ik de profielkeuze moeilijk en later vond ik het verschrikkelijk om een studie te kiezen omdat ik alles leuk vond. Ik heb eerst bèta-gamma gestudeerd, een absolute aanrader, omdat het heel breed is. Vervolgens heb ik gekozen voor natuurkunde als specialisatie.
Ik dacht lang dat je alleen onderzoeker kon worden als je een geboren Einstein was. Dat bleek niet zo te zijn; met verwondering, hard werken, en plezier kom je er ook. Na een jaar onderzoek bij TNO, met natuurkundige Ernst-Jan Buis als inspirerende begeleider tijdens mijn master, merkte ik dat ik het heel leuk vond.’
Wat precies?
‘Fundamentele wetenschap is gewoon heel spannend. We begeven ons op onbekend terrein. Het is heerlijk om dingen uit te zoeken waar we de antwoorden nog niet op hebben. Verder is het onderwerp van mijn onderzoek heel cool.’
U doet onderzoek naar neutrino’s.
‘Ik vind dat heel vette deeltjes, omdat ze zo ongrijpbaar zijn. Ze vliegen overal doorheen. Als gevolg daarvan weten we eigenlijk nog maar heel weinig over hun eigenschappen. We weten niet eens precies wat de massa van een neutrino is. Dat is gek voor een fundamenteel deeltje waar er gigantisch veel van zijn.
Verder vind ik neutrino’s zo vet omdat ze ons meer kunnen leren over stukjes universum waar we nu nog geen kijk op hebben: het binnenste van een sterexplosie bijvoorbeeld. Daar is een link met de kosmologie. Als je neutrino’s hier op aarde kunt meten, kun je wijzen naar een bron aan de hemel waar ze vandaan zijn gekomen. Hier komen dan het allerkleinste en het allergrootste samen. Waanzinnig dus. Erover nadenken helpt me ook te relativeren.’
Vertel?
‘Als je op de aarde bent, is alles heel belangrijk. This is now. Maar als je het hebt over dingen die lichtjaren van ons verwijderd zijn, dan denk je na over eindigheid en de oneindigheid van het heelal. Over de big bang, botsende zwarte gaten en sterexplosies. Dan denk ik wel eens: waar maken we ons allemaal druk over op aarde.’
Voor uw promotie werkt u mee aan het experiment KM3NeT. Wat is dat?
‘De naam staat voor kubieke-kilometer-neutrinotelescoop, een experiment dat wordt uitgevoerd op de bodem van de Middellandse Zee. Een deel bij Frankrijk om achter de eigenschappen van het deeltje te komen en een deel bij Italië waar gekeken wordt waar de deeltjes vandaan komen. Op beide plekken wordt een gigantische detector gebouwd. Ik werk aan het Italiaanse deel.’
Hoe gaat dat in zijn werk?
‘Dat gebeurt op bijna drie kilometer diepte. Het is een soort netwerk van lijnen die ongeveer een kilometer lang zijn en daaraan hangen bollen die lijken op discoballen met ogen. Die lijnen worden onder andere hier op Nikhef gemaakt. Opgerold als een soort bolletje wol kunnen ze naar de naar de bodem van de Middellandse Zee vervoerd worden, waar we de lijnen afrollen.’
Wat is het nut van deze vorm van fundamentele wetenschap?
‘Het is moeilijk aan te geven waar het op dit moment goed voor is. Ons onderzoek wordt gedreven door nieuwsgierigheid. Als je een antwoord hebt, ontstaan er nieuwe vragen. We gaan steeds dieper en komen steeds dichter bij de waarheid. Zonder de relativiteitstheorie van Einstein zouden we nu geen werkende gps op onze mobiele telefoon hebben gehad. Maar als je het Einstein destijds zou hebben gevraagd, had hij dit vast ook niet kunnen bevroeden.’
Toch gaan veel mensen moeilijk kijken als het woord natuurkunde valt.
‘Dat is omdat ze bang zijn voor formules. In dit geval verwijs ik graag naar Ivo van Vulpen, die het in zijn boek De melodie van de natuur mooi verwoordt. Hij zegt dat als je geen muzieknoten kunt lezen en je ziet voor het eerst bladmuziek voor je, je ook geen idee hebt welke mooie muziek erop beschreven wordt. Zo moet je formules ook lezen. Ze zijn niet eng, het is een taal die je nog niet kent. Je moet ervoor openstaan, nieuwsgierig zijn en het willen leren. Zodra je een formule snapt, wordt het leuk en gaat de wereld die beschreven staat leven.’
Van Vulpen en zijn mannelijke collega’s zijn hier in de meerderheid.
‘Tja, dat klopt. Sinds ik promoveer is het me pas echt opgevallen, wellicht omdat ik niet meer alleen met leeftijdsgenoten zit. Weinig vrouwen inderdaad, maar überhaupt weinig diversiteit. Je ziet ook weinig onderzoekers met een andere huidskleur.’
Moet daar wat aan gebeuren?
‘Zeker, maar het blijft een gevoelig onderwerp. Wat er nu af en toe gebeurt, is dat vrouwen voor van alles en nog wat worden gevraagd, omdat ze vrouw zijn. Je wilt echter gevraagd worden om je kwaliteiten.’
U praat ook graag over wetenschap. U was bijvoorbeeld te zien bij De Wereld Draait Door en bent actief op Twitter.
‘Het is leuk en heel belangrijk. We kunnen in onze eigen natuurkundewereld blijven hangen, maar ik deel mijn fascinatie graag met anderen. Bovendien is het belangrijk om de politiek aan boord te houden. Het is van belang dat een wetenschapper niet verdwaalt in zijn eigen bubbel.’
Hoe bent u in het populariseren gerold?
‘Dankzij Ivo van Vulpen, die veel op sociale media doet. Hij twitterde toentertijd af en toe ook iets over ons project. Toen keek ik voor het eerst van mijn leven op Twitter en dat vond ik heel erg leuk.
Via een tweetje over Karin Ulhenbeck werd ik opgepikt door De Wereld Draait Door en als je daar eenmaal hebt gezeten, gaat het balletje rollen. Maar ik vind het ook leuk om in het café vrienden over mijn onderzoek te vertellen. Het is van belang dat ik me kan verplaatsen in hun wereld. Als dat lukt, kun je een heel leuk gesprek hebben.’
Het laatste decennium zijn er in de natuurkunde grote ontdekkingen gedaan zoals de ontdekking van het higgsdeeltje en de detectie van de zwaartekrachtsgolven. Wat wordt het volgende?
‘Neutrino’s. Ze komen ergens vandaan, maar van waar precies? En wat kunnen ze ons over die nog afgeschermde plekken leren? Daar wil ik achter komen.’