Met zijn tv-colleges voor DWDD University liet natuurkundige Robbert Dijkgraaf veel mensen kennismaken met de wondere wereld van de wetenschap. Zo ook striptekenaar Dirk Ridder. Hij raakte geïnspireerd door het college over de kleinste bouwstenen van de werkelijkheid en maakte Het allerkleinste, een stripverhaal met Dijkgraaf in de hoofdrol.
Professor Dijkgraaf, vanaf nu bent u een heuse stripheld. Hoe voelt dat?
‘Haha, bevrijdend! Ik ben een fantasierijk persoon, en als stripfiguur kun je mooi in je eigen verbeelding rondlopen. Dat bevalt me eigenlijk wel. Ik zie best een toekomst voor me als stripfiguur.’
Heeft u zelf iets met stripboeken?
‘Absoluut! Als kind – en misschien nog steeds wel – was ik totaal gek op stripboeken: ik verslond ze en tekende zelfs mijn eigen strips. Mijn stripcollectie was veel groter dan het aantal ‘leesboeken’ dat ik had. Als jongetje heb ik zelfs een ware stripbibliotheek opgezet, waar mijn vriendjes strips konden lenen. Een groot gedeelte van mijn collectie is daar overigens ook permanent mee verdwenen.’
Waar komt die fascinatie vandaan?
‘Ik heb het altijd prachtig gevonden om beeld en taal te combineren. Uit onderzoek naar het menselijk denken blijkt dat de ene helft van de mensen sterk denkt in termen van taal, terwijl de andere helft juist heel visueel is ingesteld. Dat laatste geldt ook voor mij. Wanneer iemand een plaatje van iets tekent, is het voor mij tien keer makkelijker te begrijpen.’
Vormt deze strip voor u een nieuwe manier om mensen te bereiken?
‘Vanuit de wetenschap moeten we ons realiseren dat er niet één manier is om publiek aan te spreken. Als je consequent maar één kant belicht, dan bereik je ook maar één deel van het publiek. Stripboeken zijn wat dat betreft inderdaad een mooie aanvulling. Daarnaast stellen ze je in staat je vaste denkbeelden los te laten. In een stripboek kunnen dingen gebeuren waarbij het stemmetje dat zegt ‘dat is helemaal niet logisch’ wordt uitgeschakeld. Dat kun je gebruiken om een fantasiewereld te creëren, maar ook om de werkelijkheid ónder de alledaagse werkelijkheid te laten zien: die van de wetenschap. Die kan namelijk heel vreemd zijn. Vreemd, maar waar.’
De wereld van het allerkleinste, waarin u ons in het stripverhaal rondleidt, is inderdaad nogal absurd. Maakt dit het tot een ideaal onderwerp voor een strip?
‘Ja. De wereld van het allerkleinste is compleet anders dan onze werkelijkheid. Eigenlijk leven wij in een illusie, en leven die allerkleinste deeltjes in de échte wereld. Dat is wel een hele gekke, waar we niet zomaar met ons gezond verstand bij kunnen. Om die wereld te kunnen begrijpen, moet je er eerst een beeld van vormen in je hoofd. Een stripboek is een mooie vorm om dat te doen, waarin je in je verbeelding kunt wegvliegen. En als de verbeelding getriggerd wordt, dan gaat de nieuwsgierigheid werken. Hoe zit het dan precies? Dan kun je dat beeld in je hoofd langzaam invullen met informatie.’
Waarom is de wereld van het allerkleinste zo interessant?
‘De werkelijkheid is eigenlijk een heel groot flatgebouw. De wereld om ons heen is één verdieping in dat gebouw, die op zichzelf helemaal niet zo bijzonder is. Het is goed om te realiseren dat er nog allerlei verdiepingen boven en onder ons zitten. Als je wat verdiepingen omhooggaat, dan kun je bijvoorbeeld nadenken over planeten, zwarte gaten en de kosmos. Wanneer je de lift naar beneden pakt, dan kom je uit bij kleine deeltjes zoals moleculen en quarks. Het poëtische is dat de hoogste en laagste verdieping elkaar weer tegenkomen, bijvoorbeeld als je de oerknal bestudeert. Om het allergrootste te begrijpen, moet je ook de wereld van het allerkleinste snappen.’
Waarom vindt u het belangrijk om juist dit onderwerp over te dragen?
‘Als je ziet wat we aanbieden aan jonge mensen, dan gaat het bij wetenschap of de natuur vaak over dingen die herkenbaar en dichtbij zijn. Over paddenstoelen, bloemblaadjes, een koe of een varken. Daar irriteer ik me altijd aan. Het is vreemd om te denken dat alleen de dingen uit je directe omgeving interessant kunnen zijn. Mijn kinderen waren bijvoorbeeld altijd totaal gefascineerd door dinosaurussen. En waarom hebben we stripboeken over Asterix en de Romeinen, die zich 2.000 jaar terug in de tijd afspelen? Je ziet dat fysieke en mentale afstand totaal verschillend zijn. Het is dus jammer dat je op jonge leeftijd niet leert over het heelal of kleine deeltjes, terwijl dat misschien wel het belangrijkste is om te weten. Eigenlijk zou de eerste les op school moeten zijn: de wereld bestaat uit kleine deeltjes. Als je dat begrijpt, dan volgt de rest vanzelf.’
Van tv-college tot stripboek
Stel je besluit tijdens je opleiding tot striptekenaar om een educatieve strip te maken. Waarom zou je dan niet meteen Nederlands bekendste wetenschapper benaderen met de vraag of hij wil meewerken? Dat deed Dirk Ridder. ‘Wat mij betreft had mijn stripboek pas echt waarde wanneer het een lastig onderwerp uitlegt’, zegt Ridder. ‘Daarom besloot ik een natuurkundig onderwerp te kiezen. Mijn docent kwam met het idee om Dijkgraaf te benaderen. Ik dacht: dat kan niet, want dat is een te grote naam. Gelukkig kon ik via via met hem in contact komen, en hij bleek erg enthousiast.’
Dijkgraafs DWDD-college over het allerkleinste vormde een ideale inspiratiebron. ‘Iedereen is opgebouwd uit deze allerkleinste deeltjes. Door hierover te leren, kom je dus meer over jezelf te weten’, zegt Ridder.
Tijdens de uitreiking van de strip aan Dijkgraaf ontstond het idee om deze ook daadwerkelijk uit te brengen. ‘Het stripboek was mijn afstudeeropdracht. Ik had verwacht dat het daar wel bij zou blijven. Maar na mijn ontmoeting met Robbert ging het erg snel. Het is een verrassende, maar toffe ervaring geworden.’
Het allerkleinste leverde Ridder vorig jaar de Debutantenaward van het Stripfonds op. In de toekomst hoopt hij meer educatieve stripboeken te maken.
Boekpresentatie Het allerkleinste
Op woensdag 18 november presenteert New Scientist Het allerkleinste, een uniek stripverhaal over de kleinste bouwstenen van de werkelijkheid. Auteur Dirk Ridder vertelt in de Balie in Amsterdam over de totstandkoming van het boek, Robbert Dijkgraaf geeft acte de presence vanuit Princeton via een liveverbinding en striptekenaar Jean-Marc van Tol, bekend van Fokke en Sukke, deelt zijn ervaringen uit het stripvak. Last but not least gaan we in gesprek met Nobelprijswinnaar Ben Feringa, die in het dagelijks leven het allerkleinste bestudeert, en Rasa Muller, promovendus bij het nationaal instituut voor subatomaire fysica Nikhef. Het eerste exemplaar wordt door Dijkgraafs dochter Charlotte Dijkgraaf uitgereikt aan Ben Feringa.
De boekpresentatie is live te volgen via een livestream. Meer info is te vinden in onze agenda.