Jiroemon Kimura is jarig. Dat vraagt om een feestje. De Japanner is 114 jaar oud geworden, en geldt nu als de oudste man ter wereld. Dat is hij nog maar kort, vorige week overleed de iets oudere Amerikaan Walter Breuning.

Het is wat triest, eerlijk gezegd. Uiteraard is zo’n verjaardagsverslag vrolijk, er is taart, de burgemeester komt langs en wellicht arriveert er zelfs een felicitatietelegram van koning, keizer of president. Kimura verkeert in uitstekende gezondheid, hij lacht uitbundig op de foto in de krant.

Om de haverklap lezen we echter in de kranten dat de oudste man, vrouw, Belg of Nederlander is overleden. Het is niet gezond om de oudste te zijn. Zo’n berichtje over de verjaardag van de oudste man of vrouw is dan ook een soort van kroniek van een aangekondigde dood, om een titel van een boek van Márquez te parafraseren.

Uiteraard stellen journalisten vragen aan de jarige waar iedereen wel het antwoord op zou willen weten. ‘Hoe komt het dat u zo oud bent geworden’. Met de antwoorden lijkt mij echter geen richtlijn voor oud worden samen te stellen. Zijn mensen zo oud geworden omdat ze nooit rookten, of juist wel regelmatig een sigaartje aansteken, op zijn tijd een borreltje lusten of geheelonthouder zijn, of is het juist omdat de vele achterkleinkinderen ze jong houden of helpt het dat ze nooit getrouwd zijn geweest?

Misschien valt er in het vakgebied van de statistiek van extremen nog wat zinnigs uit te destilleren. Zo oud worden kan natuurlijk ook zuiver een kwestie van statistiek zijn. Kijkend naar de levensverwachting moeten er altijd wel een paar mensen buiten de driemaal standaarddeviatie vallen.

Ik wens Kimura in ieder geval nog vele jaren in goede gezondheid toe.