Schaamte is inspirerend, aldus psycholoog Aukje Nauta. Zij schreef Nooit meer doen alsof, een boek over het overwinnen van die emotie en het bereiken van je verlangens. ‘Je hoeft je niet te schamen voor schaamte.’
Iedereen kent het wel: schaamte. Omdat je gulp openstaat of je je werk steeds maar niet afkrijgt. Psycholoog en schrijfster Aukje Nauta neemt de lezer mee op een tocht die haar bevrijdde van singleschaamte, eenzaamheidsschaamte, nepprofessorschaamte en schaamte voor haar ‘foute’ relatie met een getrouwde man. Het boek leest als een trein. Ze spaart zichzelf niet en gunt de lezer ook haar blunders, zoals die keer dat ze de uitslag van een soa-test niet naar haar vriend maar naar een zakelijke relatie stuurde. Of dat ze op een podium als deskundig kroonlid van de SER maar niet op het antwoord op een basale vraag kon komen. Volgens Nauta is schaamte niet iets om je voor te schamen (schaamteschaamte), maar een wegwijzer naar je stille verlangens, naar wat je eigenlijk wilt. Maar daarvoor moet je wel bereid zijn in de spiegel te kijken.
Wat is schaamte eigenlijk?
‘Schaamte is de koningin van de emoties. Een pijnlijk gevoel over de kloof tussen wie je bent en wie je graag wilt zijn. Omdat je afwijkt van de groepsnorm of die van jezelf. Je wilt olympisch kampioen hardlopen worden en dat lukt maar niet. Daar schaam je je dan voor, terwijl niemand je die norm heeft opgelegd.’
‘Evolutionair gezien hebben we de groep nodig om te overleven en dus moeten we ons netjes gedragen volgens de normen van de groep. Doen we dat niet, dan ontstaat er angst om uit de groep gegooid te worden en gaan we ons schamen.’
‘Vlucht niet weg voor de schaamte. Onderzoek het, dan kom je erachter wat je verlangens zijn, wat je anders en beter wilt doen. Het kan ook betekenen dat je uit de groep stapt, ander werk of een andere relatie zoekt.’
Laten we de methode-Nauta eens beproeven met singleschaamte.
‘Als single moet je voor het weekend vaak alles van tevoren afspreken. De stelletjes, zeker die met kinderen, hebben meestal geen tijd. Als je die op zaterdag belt om ’s avonds wat af te spreken, wordt dus duidelijk dat je niks te doen hebt. Dan komt de schaamte: ze zullen wel denken, die is zielig! Met dat malle stemmetje mag je korte metten maken. Doe niet alsof en vertel gewoon dat je niks te doen hebt en graag wil afspreken, je bent helemaal niet zielig als single.’
‘Voor de langere termijn: begin met het erkennen van de schaamte dat je alleen bent en daar vanaf wilt. Dan de diagnose: Wat wil ik? Trouwen? Of ben ik misschien tevreden met een posse, een groep van intimi waar ik met al mijn zorgen en aandacht terecht kan. Met de een goede gesprekken, met de ander seks en met de derde naar de sportclub’
‘Maak vervolgens van je schaamte een krachtbron. Ga aan de slag met een datingsite, doe een kookcursus of een yogaretraite. (Lachend) Als heteroman zou ik dat laatste gaan doen, er zijn veel heel leuke yogaënde vrouwen.’
Waarom vinden sommigen een single eigenlijk sneu?
‘Dat heeft te maken met de heersende norm dat je met zijn tweeën moet zijn. We leven in een samenleving waar het normaal is om te vragen wanneer je trouwt, in plaats van hoelang je nog getrouwd blijft of wanneer je eens op jezelf gaat wonen. Single zou ook de norm kunnen zijn, waarom is het niet sneu dat je per se met twee mensen in een huis moet wonen, als afhankelijke wezens die niet op zichzelf durven te staan?’
‘In mijn boek lees je over een enquête onder mijn vrienden. Hoe close ze met me waren, of ze met me wilden trouwen of toch liever een kameraad wilden zijn. Ik zocht naar een humoristische manier om korte metten te maken met mijn eenzaamheids- en singleschaamte. Ik heb daardoor ontzettend leuke gesprekken gehad en vriendschappen zijn daardoor intiemer geworden. Er waren ook stomme reacties, hoor. Zoals: ‘Ook deze enquête gaat Aukje heus niet aan een man helpen’.’
U heeft het ook over de schaamte voor de burn-out.
‘Burn-out is vaak schaamtevol, mensen schamen zich dat ze het niet volhouden. Je bent continu moe, je voelt je vervreemd van de mensen of het werk en je voelt je onbekwaam. Het kan bijna niet anders dan dat er schaamte om de hoek komt kijken. Dat je niet goed genoeg bent. Stop het niet weg, erken het en bespreek je situatie tijdig met je baas: ‘Als het zo doorgaat, trek ik het niet meer’.’
En wat als die baas een eikel is?
‘Vaak zal je vertrouwen terugkrijgen, kwetsbaarheid wordt meestal beloond. Er is altijd een kans dat je niet wordt gehoord door je baas. Maar wat is het alternatief? Als je altijd maar door blijft buffelen, raak je on the long run toch overspannen.’
‘Je kunt ook bedenken: ‘Ik wil helemaal niet voor zo’n hork werken. Wegwezen hier.’ En als je niet gelijk naar je baas durft, bespreek het eerst eens met je collega’s. Of kaart het aan bij de ondernemingsraad.’
In uw boek beschrijft u ook de schaamteloosheid in de turnwereld. Trainers die naar verluidt de turnsters geestelijk en ook lichamelijk mishandelden. Hoe heeft het zo uit de hand kunnen lopen?
‘Het begint met enorme ambitie. Men heeft hier in Nederland in de jaren zeventig de Roemeense topturnster Nadia Comăneci gezien, die de ene na de andere tien scoorde. Nederland had nooit succes en is toen de trainingsmethode uit het Oostblok gaan kopiëren. Daarnaast heb je de sterke leiders, de nu beklaagde trainers die het strenge regime uitvoeren. Tel daarbij de groepscohesie op, de ouders en de meisjes zelf die denken dat er offers moeten worden gebracht om de olympische droom uit te laten komen. Dan gaan de normen verschuiven en vindt een groep het normaal dat een 14-jarig meisje 39 kilo weegt en bij een mislukte oefening aan haar paardenstaart door de sporthal wordt gesleept. In zo’n setting ontstaat de schaamteloosheid waarvan de turnsters het slachtoffer werden.’
Aukje Nauta
Leeuwarden, 25 juli 1967
Psychologie Rijksuniversiteit Groningen, 1985-1990
Promotie Oog om oog, baas boven baas, aan de Rijksuniversiteit Groningen, 1996
Huidige baan: bijzonder hoogleraar organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden, 2018-heden
Eigenaar van Factor Vijf Organisatieontwikkeling, 2010-heden
Boek: Nooit meer doen alsof (2021)
Dit artikel verscheen ook in Het Parool