Voetballer-credit-ShutterstockVoetbal is een van de weinige sporten die wetenschappers bij voorkeur langs de zijlijn plaatst. Althans als het aan de wereldvoetbalorganisatie FIFA ligt. Want die wil geen toeters en bellen op het veld. De lol van het spel is dat 22 zwetende mannen zich door hobbelige graszoden ploegen om de bal in het net aan de overkant te jagen.

Ongecharcheerd zijn ademende shirts, lichtere schoenen en een soepele bal de belangrijkste wetenschappelijke bijdragen aan de voetbalsport.

Bij hockey spelen ze al decennialang op kunstgrasvelden, zwemmers hebben hun snelle haaienpakken en schaatsers hebben de klapschaats.Verdient voetbal als belangrijkste sport ter wereld, waar zo veel geld, bloed, zweet en tranen in omgaan, ook niet zijn eigen klapschaats?

Op de redactie waren we wel benieuwd wat de wetenschap zou kunnen betekenen voor het voetbal. Daarom doken Jop de Vrieze en Hidde Boersma er voor ons in.

Als liefhebbers van zowel de wetenschap als de voetbalsport wilden zij niet opnieuw voor de hand liggende oplossingen aan de man brengen, zoals doellijn- en buitenspeltechnologie. Ze doken wat dieper in het wereldje en ontdekten zes belangrijke punten waar voetbal nog veel vooruitgang kan boeken.

Zo zouden we bijvoorbeeld voor een wedstrijd het hele Nederlandse elftal kunnen helpen te focussen met behulp van alfagolven, een techniek die nu nog alleen getest wordt op golfers en boogschieters. Als wetenschappers er dan ook nog eens voor kunnen zorgen dat Robben en Sneijder geen last hebben van blessures, dan kan het wel eens een mooi oranje feestje worden straks in Kiev.