Onderzoekers hebben de fossielen van een uitgestorven spin ‘tot leven gewekt’. Dat deden ze met grafische software en uitzonderlijk goed bewaard gebleven fossielen van de prehistorische spin.
Uitzonderlijk goed bewaard gebleven fossielen van een uitgestorven spin geven inzichten in hoe het dier eruit zag en zich voortbewoog. Dat melden paleontologen deze week in het vakblad Journal of Paleontology.
Een van de voorouders van moderne spinnen, Palaeocharinus sp., leefde 410 miljoen jaar geleden. Het was een van de eerste landroofdieren. De bestaande fossielen uit Schots hoornsteen zijn zo goed bewaard gebleven, dat onderzoekers niet alleen een reconstructie van het dier konden maken, maar ook konden simuleren hoe hij zich voortbewoog.
Om een reconstructie te maken van de primitieve spin, fotografeerden de onderzoekers dunne plakjes fossiel materiaal door een microscoop. Met een grafisch programma voor 3D-afbeeldingen, konden de onderzoekers het uiterlijk van Palaeocharinus reconstrueren.
Het 3D-model van Palaeocharinus laat zien dat het dier veel overeenkomsten heeft met de spinnen van nu, maar dat er ook zeker verschillen zijn. Zo zijn het derde en vierde deel van de samengestelde pootjes beter met elkaar verbonden bij nu levende spinnen dan bij Palaeocharinus. Het pootdeel genaamd metatarsus (het zesde deel van de poten vanaf de romp gezien) is in moderne spinnen veel langer. Dat is een indicatie dat de tarsus (het laatste pootdeel vanaf de romp gezien ) bij Palaeocharinus niet als een voet op de grond stond, maar dat hij eerder ‘op zijn tenen’ liep.
Ondanks dat Palaeocharinus een beetje onhandig rondliep ten opzichte van moderne spinnen, geeft hij wel een goed beeld over hoe de eerste spinnen hun ledematen aanpasten voor leven op het land.
In het onderstaande filmpje kun je zien hoe de prehistorische spin eruitzag en hoe hij zich voortbewoog.
Lees ook: