Kan glyfosaat kanker veroorzaken? Er zijn toenemende zorgen over de gezondheidseffecten van dit bestrijdingsmiddel dat je in elk tuincentrum kunt kopen. Een verbod doet echter meer kwaad dan goed, stelt wetenschapsjournalist Michael Le Page. 

In tegenstelling tot wat je zou denken, is glyfosaat zo slecht nog niet.

Europese politici maakten zich zo’n zorgen om het middel dat het Europese Parlement nu oproept tot een verbod. De uiteindelijke beslissing ligt bij de lidstaten. Zij hebben vanwege een gebrek aan consensus de stemming om te bepalen of glyfosaat een licentieverlenging krijgt uitgesteld tot november.

Laten we hopen dat ze de extra tijd gebruiken om eens goed naar het bewijs te kijken – of eigenlijk: het gebrek aan bewijs. Want hoewel de kans klein is dat een verbod op glyfosaat mensen gezonder maakt, ligt het wel voor de hand dat het de natuur zal schaden. Zouden de politici die zich hebben laten overtuigen door het verhaal van de anti-glyfosaatlobby overtuigd kunnen raken door de feiten?

Bier en bacon

Laten we eerst eens kijken naar de reden om een verbod te eisen. Tot voor kort concludeerde elke toezichthouder die glyfosaat bekeek dat het middel geen risico’s heeft voor mensen. Totdat in 2015 het internationale agentschap voor kankeronderzoek IARC de zorgen aanzwengelde door het middel toe te voegen aan hun lijst van dingen die ‘waarschijnlijk’ kanker veroorzaken.

Voordat je nu gillend de kamer uit rent omdat je ooit eens een Ben & Jerry’s-ijsje hebt gegeten, waarvan recent is aangetoond dat het glyfosaat bevat, moet je weten dat rood vlees, brandend hout, de lucht die vrijkomt wanneer je iets frituurt, werken in ploegendiensten en het drinken van dranken warmer dan 65°C op dezelfde lijst staan.

Op de lijst van dingen die zeker kanker veroorzaken staan alcohol, zonlicht, uitlaatgassen van dieselmotoren, verwerkt vlees, luchtvervuiling, gezouten vis, roet en zaagsel. Inderdaad: bier en bacon zijn gevaarlijker dan glyfosaat.

Epidemiologisch bewijs

In veel recente berichtgeving over dit onderwerp kwamen weinig kritische interviews voor met boerenfamilies die stelden dat ze kanker (non-Hodgkin-lymfoom) hadden gekregen vanwege hun blootstelling aan glyfosaat. Hartverscheurende verhalen, maar ze bewijzen niets.

‘Het epidemiologisch bewijs ondersteunt geen causaal verband tussen glyfosaat en non-Hodgkin-lymfoom of andere kankersoorten’, zegt John Acquavella van de universiteit van Aarhus, Denemarken. Hij onderzocht het genoemde bewijs nadat de IARC glyfosaat aan z’n lijst toevoegde.

Ook veel andere onderzoekers menen dat het IARC het bij het verkeerde eind had. De feiten ondersteunen simpelweg de kankerclaims niet. Hoewel het gebruik van glyfosaat in de Verenigde Staten na de introductie van genetisch gemanipuleerde gewassen in 1990 juist enorm is toegenomen, is het aantal gevallen van mensen met een non-Hodgkin-lymfoom sinds 2000 juist licht gedaald.

Voordelen voor de natuur

Het bewijs dat glyfosaat onze gezondheid aantast is dus zwak tot niet-bestaand. Maar het middel heeft zeker wel voordelen voor de natuur. Het wordt over de hele wereld veel gebruikt als onderdeel van de zogeheten ploegloze landbouw. Daarbij wordt grond niet meer omgeploegd om onkruid te verwijderen, maar verdelgt glyfosaat die ongewenste gewassen. Stoppen met ploegen leidt tot een betere grond, minder erosie en minder CO2-uitstoot.

Als boeren geen glyfosaat kunnen gebruiken, moeten ze overschakelen op giftigere – of duurdere – alternatieven, of toch weer gaan ploegen. Dat betekent meer schade aan de grond en aan dieren, meer uitstoot en hogere voedselprijzen.

Dus hoewel het wellicht klinkt alsof een verbod op glyfosaat een goed idee is, ligt het een stuk gecompliceerder. Net zoals biologische landbouw slechter is voor het milieu – omdat het meer land nodig heeft en meer COuitstoot – terwijl iedereen aanneemt dat het beter is. De Europese Unie zou zonder goede reden dus geen verbod moeten instellen.

Immuniteit

Dat gezegd hebbende, is er wel een probleem met het blijven gebruiken van glyfosaat: evolutie. Onkruid raakt langzaam maar zeker immuun voor het middel, wat betekent dat boeren er steeds meer van moeten gebruiken, of moeten overstappen op giftigere alternatieven. Als we glyfosaat niet slim gebruiken, moet iedereen er uiteindelijk dus alsnog mee ophouden – verbod, of geen verbod.

De verstandige oplossing zou dus zijn om strengere regels te maken voor glyfosaat, zodat de kans op immuniteit vermindert. Zo spuiten we nu vaak glyfosaat op gewassen vlak voordat we ze oogsten, zodat ze sterven en uitdrogen. In sommige landen in de EU is het al verboden om glyfosaat als een droogmiddel te gebruiken. De rest van de landen zouden eigenlijk moeten volgen.

Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.

Lees verder: