175 Miljoen kinderen per jaar ondervinden de gevolgen van klimaatverandering, stellen actievoerders. Een fabelachtig aantal – en een fabeltje is het ook.
Daar kwam ik het getal alweer tegen, in een persbericht van ontwikkelingsorganisatie Plan Nederland ditmaal. ‘Klimaatverandering beïnvloedt nu al het leven van 175 miljoen kinderen en jongeren wereldwijd’, constateert het Plan daarin. ‘En dat worden er elk jaar meer.’
Dat zijn toch getallen waarvan je even schrikt. 175 Miljoen kinderen! Maar het zijn er ook wel weer érg veel: het is bijvoorbeeld evenveel als het totaal aantal mensen dat vorig jaar werd getroffen door een natuurramp, volwassenen inbegrepen.
Hoe zouden ze aan zo’n getal komen? Ik was het getal immers al op meer plekken tegengekomen. In rapporten, persberichten, kranten.
Snelle feiten
Enig zoekwerk levert op dat het getal van 175 miljoen klimaatkinderen drie jaar geleden voor het eerst opdook, in een persbericht van de Britse humanitaire organisatie Save the Children. ‘Climate change endangers the lives of 175 million children’, heette het toen.
Maar hoe komt die eraan? Het rapport waarnaar het persbericht verwijst, bevat maar één vermelding van het getal, in een kadertje getiteld ‘quick facts’ (snelle feiten).
Daar staat het al een stuk genuanceerder: ‘In het volgende decennium zullen tot 175 miljoen kinderen waarschijnlijk ieder jaar worden geraakt door het soort natuurrampen dat door klimaatverandering wordt veroorzaakt.’
Dat klinkt al wat minder erg. Die 175 miljoen klimaatkinderen worden dus pas over tien jaar verwacht. En het is niet eens zeker, maar ‘waarschijnlijk.’ En het is een maximum, het hoogst denkbare aantal.
Toename
Voor het getal zelf verwijst het ‘quick fact’ naar een voetnoot, helemaal achterin het rapport. Daar staat dan toch eindelijk hoe ze nou aan die 175 miljoen zijn gekomen: ‘Dit is een schatting gebaseerd op gegevens van het World Disasters Report 2006 van het Rode Kruis.’
En er staat nog iets: ‘Onze schatting neemt aan dat de huidige trends standhouden, uitmondend in toenamen van natuurrampen.’
Dus zó zit de vork in de steel! We hebben het hier over een schatting. Maar alleen als er eerst méér natuurrampen komen.
Vervelend alleen voor Save the Children (maar gelukkig voor de kinderen) is dit niet het geval. Ná het rapport van Save the Children begon het aantal natuurrampen namelijk af te nemen. Het aantal mensen dat erdoor werd getroffen, daalde gelukkig ook.
Kijk maar naar deze grafiek, die ik heb gemaakt met de World Disasters Reports van het Rode Kruis (de stippellijn is de trendlijn):
Geen toename dus. Maar er is nog iets. Die natuurrampen waarover Save the Children het heeft, hebben heus niet allemaal te maken met klimaatverandering.
Neem overstromingen. Onderzoekers zijn het erover eens dat watersnoden vooral ontstaan door ontbossing en overbevolking, waardoor er meer mensen in delta’s en overstromingsgevoelige gebieden zijn gaan wonen – met rampzalige gevolgen.
En trouwens, ook overstromingen treffen merkwaardig genoeg steeds minder mensen, volgens de cijfers van het Rode Kruis:
Wat je overhoudt zijn de droogtes en hongersnoden. Ook die worden echt niet altijd veroorzaakt door klimaatverandering (voor 1970 waren ze er ook), maar laten we voor het gemak eens aannemen dat dit wel zo is.
In 2009 werden daardoor 29 miljoen mensen getroffen. In 2000 waren dat er nog zesmaal zoveel: 165 miljoen. Alweer een afname:
Volgens het Rode Kruis bestaat de bevolking in ontwikkelingslanden voor ongeveer een kwart uit kinderen. Dat zou betekenen dat er in 2009 ruim 7 miljoen kinderen werden getroffen door problemen die je met enige goede wil met klimaatverandering in verband zou kunnen brengen.
En als de trend echt zou doorzetten, zijn het er over tien jaar nog maar 150.000.
Dat is verschrikkelijk. Een afschuwelijke misstand. Dat zijn 150.000 kinderen teveel. Maar het is ook liefst 1200 keer minder dan men ons wil laten geloven.
Vreemd eigenlijk. Je zou toch hopen dat de actievoerderij na het debacle met de cijfers van het klimaatpanel het IPCC iets wijzer was geworden. Maar nee hoor. Men pent gewoon de getallen kritiekloos over. Hoe erger, hoe beter.
Allemaal in het belang van het kind, natuurlijk.
(Dit is een uitgewerkte, geannoteerde versie van de column die ik schreef voor de Volkskrant van 20 november.)