Alexander Pechtold noemde het ‘een prachtig idee’, Maurice de Hond vond het plan ‘geweldig’ en zelfs de premier liet zich niet onbetuigd: ‘Wat jij doet is fantastisch.’

De superlatieven waren bestemd voor, misschien raadt u het, de 21-jarige wonderboy Sywert van Lienden en zijn Stembreker. Dat is een digitale dinges die Van Lienden onder het mom van politieke vernieuwing uitdacht: volgens Van Lienden is het handig als we voortaan onze stem ‘breken’ en hem verdelen over meerdere partijen – eigenlijk net zoals men bij het Songfestival punten toekent aan verschillende landen. Zo wordt duidelijk welke coalitie de kiezers willen, is de gedachte.

Zal best, leuke jongen ook die Sywert, en eigenlijk is er maar één probleem. Een toch niet heel onbelangrijk detail – die Stembreker is net zo’n dom en ondoordacht idee als een bumper voor honden of een vork met ingebouwd alarmsysteem.

Wiskundemeisje Ionica Smeets veegde er al de vloer mee aan, columnist Jonathan van het Reve plakte het plan achter het behang en CPB-econoom Jasper Lukkezen stopte het onder de zoden. Als we allemaal zouden gaan Stembreken, becijferden ook andere critici, groeien de kleine partijen en slinken de middenpartijen. Met als gevolg dat het in plaats van makkelijker juist moeilijker wordt om een coalitie te vormen.

Idealistische sukkels

En mag ik even aanhaken: zelfs als de Stembreker landelijk werd ingevoerd, loont het om een stem níét te breken. Als, zeg, alle VVD-stemmers afspreken om hun stem voor 100 procent op de VVD uit te brengen, heeft de VVD altijd voordeel op een partij van idealistische sukkels die alleen maar ‘halve’ stemmen uitbrengen en de rest verdelen over andere partijen. Bij het Songfestival legt het ook meer gewicht in de schaal om een land in één klap alle 58 punten te geven, in plaats van maar 12.

Er is alleen niemand die hem dat in zijn gezicht durft te zeggen. Toen Van Lienden zijn Stemwijzer presenteerde in De Wereld Draait Door, was dat daags nadat Wiskundemeisje Smeets zijn idee alle hoeken van haar column had laten zien. Maar niemand die hem ook maar één kritische vraag durfde te stellen. ‘Ik kan niet anders dan dit ontzettend vet vinden’, glunderde internetcommentator Alexander Klöpping en ‘jij bent een idealist’, zei Matthijs van Nieuwkerk.

Dat kan drie dingen betekenen.

Mogelijkheid één: ze snappen het gewoon niet. Politici en televisiepresentatoren zijn overwegend alfa’s, mensen die op de middelbare school alles wat exact is lieten vallen, en die bij het horen van percentages en cijfers lichte uitslag krijgen. Dat zou verklaren waarom Van Lienden zelf deze week in een column gewoon weer door emmerde over zijn Stembreker, alsof er niets was gebeurd.

Mogelijkheid twee: gevalletje kleren van de keizer. Van Lienden is een handige jongen, maar ook een schoothond van de Haagse elite. Al ongeveer sinds hij kan praten is hij actief in allerlei bestuurlijke meepraatclubs, en zijn G500 wordt gesteund door bestuurlijke meubelstukken als Herman Wijffels, Paul Schnabel en Pieter Winsemius. Zo’n jongen met politieke belangstelling, daarvoor geldt een niet-aanvalsverdrag. Je kind spreek je ook niet tegen als hij begint over de kaboutertjes in het bos.

Dat brengt me op mogelijkheid drie, de meest verontrustende eigenlijk: blijkbaar neemt niemand zijn plan serieus. Ook niet een heel klein beetje. Van Lienden is een grappig decorstuk, onschuldig vermaak, leuk om met een laptop bij DWDD aan tafel te zetten. Tap, tap, tap, brááf. Leuk ideetje, Sywert! En nu gaan we er even uit voor de reclame.

Geen kleren

Kijk: dat zou mij, als ik Van Lienden was, pas écht verontrusten. Want zo idioot is de gedachte achter de Stembreker niet. Natuurlijk is het handig om te weten welke coalitie kiezers willen. Je moet het alleen niet meteen willen vertalen naar een stem in het stemhokje.

De enige manier om verder te komen, is de kritiek omarmen, en samen met de critici kijken hoe het dan wél zou moeten. Maar zo ver is Van Lienden nog niet: van iemand die hem kritische vragen had gesteld, begreep ik dat hij ronduit boos reageerde. Tegen de keizer moet je niet al te hard roepen dat hij geen kleren draagt.

Ik denk dat ik wel weet hoe dit verder gaat. Nog een jaar of wat, en Van Lienden duikt op ergens in de gelederen van een gewone politieke partij, waar hij een poosje heel hard allerlei dingen zal roepen over bestuurlijke vernieuwing.

Totdat het vuur een beetje dooft en hij, ik schat over een jaar of twintig, weer plaatsneemt bij DWDD aan tafel. Zonder laptop ditmaal, maar gewoon, als politiek commentator. Was Felix Rottenberg niet ook ooit een alles-moet-anders-roeper in een of andere jongerendinges?

En de Stembreker, die sterft intussen een stille dood. Eigen schuld dikke bult, Sywert, denk ik onderhand. Wie zelfs de Wiskundemeisjes niet serieus neemt, vráágt er ook gewoon om.