In het nieuwe boekje DNA tot Z laat New Scientist-hoofdredacteur Jim Jansen zesentwintig Nederlandse wetenschappers aan het woord over recente ontdekkingen en doorbraken. Zijn broer, cabaretier Dolf Jansen, columniseert op eigen wijze over dezelfde onderwerpen. Als gratis voorproefje: de D van dubbelsterren.

D – Dubbelsterren

Selma de Mink is sinds begin 2021 directeur van het prestigieuze Max Planck-instituut voor astrofysica in Garching. Ze onderzoekt de astrofysica van zware sterren.

Ooit zei Selma de Mink met een knipoog dat de zon eigenlijk een beetje saai is. Zij houdt van stevigere kost. Het onderzoek van De Mink naar onder meer dubbelsterren wordt ook in haar eigen vakgebied als ‘ingewikkeld’ betiteld. In 2012 was ze tweede auteur van een Science-publicatie waaruit bleek dat zware sterren veel vaker dan gedacht in tweetallen voorkomen. ‘Onlangs heeft dit artikel zijn duizendste citatie gehad,’ zegt ze negen jaar na publicatie. ‘In mijn vakgebied is het echt heel goed als je paper tussen de vijftig en honderd keer geciteerd wordt, dus dit getal is echt debiel. En het leuke is, we hebben het stuk eerst naar Nature gestuurd, maar die vonden het niet interessant genoeg. We waren vervolgens heel blij dat Science het wel accepteerde.’

Wetenschap werd er bij De Mink met de paplepel ingegoten. Haar beide ouders studeerden natuurkunde dus het was meer dan normaal dat er aan de keukentafel over sterrenkunde, deeltjes of zwaartekracht werd gepraat. ‘Ik weet dat we thuis een Teleac-cursus hadden. Ook het boek van Kees de Jager en Ed van den Heuvel stond in de kast. Op de basisschool maakte ik een werkstuk over het Hertzsprung-Russel-diagram, dat de gebruikelijke basis vormt voor de classificatie van sterren en wordt gebruikt om hun evolutie te beschrijven. De rode reuzen en de witte dwergen staan erin en ondanks dat het best technisch is, is het ook aansprekend voor kinderen vanaf een jaar of acht. Althans, dat gold voor mij.’

In het dagelijkse leven bestudeert De Mink de allerzwaarste sterren, de voorlopers van supernovae en zwarte gaten. ‘Het gedonder met dubbelsterren is dat je vaak maar een van de twee sterren kan zien. Maar dat betekent niet dat er geen tweede ster is. De tweede is vaak moeilijk te zien, zeker als het maar een klein sterretje is,’ zegt ze. ‘De meest bekende ster die we kennen is de zon, die is alleen en dat is een uitzondering. De zon zal niet exploderen zoals zware sterren in een supernova. Dingen die exploderen zijn natuurlijk leuker dan dingen die miljarden jaren niets doen. De sterren waarnaar ik kijk zijn tien tot honderd keer zwaarder en duizend tot een miljoen keer helderder. Ze zijn anders en spannender. Als we daarover vroeger berekeningen maakten dachten we dat ze net als de zon alleen waren. Ons onderzoek, gepubliceerd in Science, bewees het tegendeel. Hugues Sana deed de waarnemingen, ik de simulaties. Hoe vaak zijn zware sterren dubbel, en hoe zullen ze elkaars leven verder beïnvloeden? Het is erg lastig om goede data te verkrijgen. Sana en zijn collega’s werkten daar tien jaar keihard aan en dat harde werken was het absoluut waard.’

De komende jaren gaat De Mink zich niet alleen bezighouden met het bestuderen van sterren, maar ook met wie deze sterren bestudeert. ‘Op de middelbare school werd ik me steeds bewuster van genderzaken en stereotyperingen en het was eigenlijk ‘niet oké’ als een meisje goed was in natuurkunde. Nu zit ik hier in Duitsland voor mijn vakgebied bij het mooiste instituut ter wereld. Ik kom van Harvard, dat misschien bekender is, maar ik heb hier een veel betere deal. Ik heb budget tot mijn pensioen en kan nu echt iets opbouwen. Er is heel veel talent in de wetenschappelijke wereld dat zich om oneigenlijke redenen niet welkom voelt. Dat herken ik ook. Zo vaak begint een interview met de vraag of deze baan niet ingewikkeld is voor een meisje en of ik er niet te jong voor ben. Zou je dat ook aan een man vragen, denk ik dan. Als ik daar verbetering in kan brengen en met het instituut actief een voorbeeld kan stellen, dan is mijn missie geslaagd.’

New Scientist-hoofdredacteur Jim Jansen schreef samen met zijn broer, cabaretier Dolf Jansen, DNA tot Z.

Dolf JansenOok deze column, lieve lezer, is net als de andere 25 door mij naar Nature gestuurd, en naar Science, en naar vele andere wetenschappelijke en minder-wetenschappelijke publicaties. Alles werd overal geweigerd maar dat gaf mij juist het idee dat ik op het goede spoor zit. Ik bedoel, juist als de mainstream media weigeren te schrijven over iets heel bizars dat je van een aantal mensen op Facebook hebt vernomen, dan betekent dat toch juist wat vraagteken.

Maar ik dwaal af, en dat moeten we niet hebben, want zo groot is ons heelal nou ook weer niet. Of juist wel natuurlijk, daarom is er, naar ik aanneem ook ruimte voor dubbelsterren. [Disclaimer: ik heb geen idee waar ik het over heb.] Dat de zon saai is wil ik trouwens wel even bestrijden, een van de mooiste zinnen van de vroege Springsteen – we spreken halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw – gebruikt de zon in een prachtige beeldspraak: ‘mama always told me not to look into the sights of the sun / but mama, that’s where the fun is.’ En als je wel eens in Ierland bent, en dat zou ik maar wat graag vaker willen, is het verschijnen van de zon eigenlijk een van de mooiste momenten überhaupt, all over, altijd.

Maar dan dit: ‘Het gedonder met dubbelsterren is dat je vaak maar een van de twee sterren kan zien. Maar dat betekent niet dat er geen tweede ster is. De tweede is vaak moeilijk te zien…’ Als ik Selma de Mink niet zo hoog zou hebben zitten ging ik hier vast een beetje zeuren, op de toon van o ja, het is een dubbelster, maar de tweede zie je niet… nou, dat is heel gek, maar dan denkt deze jongen dat het dus gewoon één ster is, weet je wel, een enkele ster…! Maar dat doe ik dus niet, omdat ik lees van zwarte gaten, supernova’s, en een van de fijnste zinnen van alle zinnen in dit boek: ‘Dingen die exploderen zijn natuurlijk leuker dan dingen die miljarden jaren niets doen.’ Ik denk aan actiefilms, natuurlijk, maar ook aan onderzoekers die jaren en jaren iets onderzoeken – ook in het heelal naar ik aanneem – totdat ze erachter komen dat er niks gebeurt, niks verandert, dat het object daar ook niks aan gaat doen en dat die status quo nog wel eens een jaar of miljard zo zou kunnen blijven. Wat vertel je dan, als je thuiskomt van je werk? O ja, Selma de Mink doet haar best meer meisjes en jonge vrouwen in dit wetenschapsgebied te krijgen, dus dan ben je wat mij betreft zeker een ster.

DNA tot Z
DNA tot Z bestel je in onze webshop.