Als kind probeerde ik altijd zo groot mogelijke zeepbellen te blazen. Hoe groot kan een zeepbel via de mond of machinaal geblazen worden? Is er een maximum?
Gijsbert van Dongen
Deze vraag is beantwoord in het mei-nummer 2015
Volgens het Guiness Book of Records werd de grootste vrij buiten zwevende zeepbel gemaakt door Megan Parker op 27 april 2013 in Plymouth, Massachusetts: 20,65 kubieke meter. Parker gebruikt lange stokken, met daartussen twee touwtjes gespannen, en een zeepsop met onder andere bakpoeder als ingrediënt. Op een website over recordzeepbellen is te zien dat het om een bel van zo’n vijf meter hoog gaat.
Maar is dat ook de grootst mogelijke bel? Natuurkundige Martin van Hecke van de Universiteit Leiden, die onderzoek deed aan de eigenschappen van zeepsopschuim, vind het een ‘interessante, maar lastige fysische vraag’.
‘Een belangrijke vraag is: hoe maak je de bellen? Als je een zeepfilm in een ring hebt, en daar mee zwaait, ontstaan de bellen op een nogal wilde wijze. Als je dit op high speed video bekijkt, zie je als je de ring beweegt eerst een soort ‘sok’ vormen, een cylindervormige zeep-film buis. De lucht is dan in de sok gevangen. Omdat een cylinder veel oppervlakte energie heeft, zal hij op diverse plaatsen gaan krimpen, en zo ontstaan dan zeepbellen.’
Volgens Van Hecke, die zich baseert op de zeepbellenblazers die regelmatig te zien zijn in het Vondelpak, gaat dat nog goed tot aan bellen van een meter of twee. En Parker, met een rustiger techniek, komt dus al tot een meter of vijf. Met een nog beter beheerste techniek, in beheerste omstandigheden, moet dat beter kunnen, denkt Van Hecke.
‘Als je de bellen maakt door een kleine bel met een rietje op te blazen, dan kan je denk ik al veel grotere bellen maken, zeker als je zorgt voor het toevoegen van zeepvloeistof aan de bel. Het voornaamste probleem is dan dat het zeepvlies meestal een eindige levensduur heeft. En dat heeft weer te maken met verdamping en drainage, het wegvloeien van het kleine beetje water in de zeepvlies, zodat dit uiteindelijk zo dun wordt dat het knapt.
‘Verdamping kun je tegengaan door glycerol aan het sop toe te voegen. Dat stopt verdamping en doet ook nog iets anders mysterieus om de bellen stabiel te houden. Ook kun je het best in een vochtige omgeving werken: bellen die je blaast en die vervolgens laag over water zweven blijven veel langer leven dan die boven land zweven.’
‘En als je echt een ongelimiteerde hoeveelheid geld tot je beschikking zou hebben, zou je natuurlijk naar de ruimte kunnen gaan.’ Door de gewichtloosheid zou het water zich daar niet onderaan de bel ophopen, waar het zorgt voor drainage.
Maar los van het rakettenbudget, echt fundamentele beperkingen aan de zeepbelgrootte kan Van Hecke niet verzinnen. ‘Als meters kan, kan kilometers waarschijnlijk in theorie ook. Het gaat vooral om praktische problemen die je op moet lossen.’