Kanker tot een chronische ziekte maken. Tot een ziekte die niet meer hoeft te leiden tot de dood, maar beheersbaar is. Dat is het fraaie streven van Peter Kapitein en de fietsclub Alpe d’HuZes, een immer uitdijende club fietsfanaten die eenmaal per jaar zes keer achter elkaar de Alpe D’Huez bedwingt. Kan dat? Ze denken van wel. Kankerspecialisten zeggen dat het kan. En dat is verkeerd.

Die Peter Kapitein is een gedreven man. Hij zag zijn HuZes-clublid Bas Mulder sterven aan lymfklierkanker, en kreeg het daarna zelf óók. Maar hij overleefde. Waarom? Kapitein stapte naar zijn baas, DNB-directeur Nout Wellink, en hij vertelde hem dat hij kanker uit de wereld wilde helpen – althans, wilde reduceren tot een chronische ziekte. Wellink zegde steun toe, en een maandje geleden kwamen de knapste wetenschappelijke koppen bijeen in Amsterdam. Dat doel was haalbaar, zeiden de knappe koppen tegen Kapitein. Het probleem was: gebrek aan samenwerking. Die toppers, vertelden de toppers, zijn eigenlijk alleen maar bezig met hun eigen onderzoekje. Ze weten vaak niet wat een ander doet, wisselen geen gegevens uit en doen dus heel veel overbodig werk. Daar moet een eind aan komen, beloofden ze in Amsterdam. Kapitein was diep onder de indruk. In de Volkskrant van 22 januari vertelde hij: ‘Ik ben nog steeds verbijsterd.’

Machogedrag, gebrek aan samenwerking, tunnelvisie: als het gaat om topwetenschappelijk onderzoek zijn het maar al te bekende klachten. Zó bekend dat die topwetenschappers zèlf geen moeite hebben om ze schuldbewust op te biechten. Maar daar komt nog één zonde bij: te veel beloven. Dat doen ze ook te vaak. Daar in Amsterdam ook weer.

Want stel dat die toppers over hun eigen schaduw heen kunnen springen, en dat ze plots zouden veranderen in gezellige, openhartige, aimabele teamworkers – wordt kanker daarmee inderdaad een chronische ziekte? Nee natuurlijk. Kanker kàn helemaal geen chronische ziekte worden. Sterven doen we allemaal, en een heel groot deel gaat aan kanker. Als we ouder worden, als onze cellen vermoeid raken en onze weerstand afneemt, schiet de kans dat zich ergens kanker ontwikkeld door het plafond. Daar is geen redden aan. Dan betekent dat gewoon einde oefening. Je kunt de boel rekken, en net doen alsof een of andere complicatie ‘de’ doodsoorzaak is. Da’s liegen.
Kanker op jonge leeftijd (Bas Mulder was 24) is zeer tragisch – dáár kan onderzoek naar de oorzaken nog hoop op therapie bieden. Maar in verreweg de meeste gevallen is kanker onvermijdelijk, en dodelijk. Wat die opschepperige topwetenschappers ook beweren.

Mutatie ontcijferen

En wat gaan ze dan doen met de centen van Alpe d’HuZes? Gegevens uitwisselen? Eens kritisch kijken naar waar ze nu eigenlijk op de vierkante medische millimeter mee bezig zijn? Kapitein, in diezelfde Volkskrant: ‘Wij geven in Nederland het goede voorbeeld door met geld dat we hebben ingezameld met Alpe d’HuZes drie centra te laten samenwerken. Het Nederlands Kanker Instituut, Het Erasmus MC en het UMC Utrecht gaan beginnen me DNA-onderzoek bij kankerpatiënten. Je stopt als het ware een stukje tumorweefsel in de computer en die ontcijfert wat de DNA-mutatie is die de cel laat ontsporen. Dan kun je kijken of je dat proces kunt beïnvloeden met een op de persoon toegespitste behandeling.’

Het goede voorbeeld? Het is gewoon meer van hetzelfde. Gewoon de uiterst populaire maar voorlopig buitengewoon onvruchtbare weg der gentherapie. Kapitein en zijn club worden gewoon ingezet zoals alle andere financieringsbronnen. Voor nog meer topwetenschappelijk onderzoek op de lange, lange weg naar de onvermijdelijke conclusie: dood gaan we allemaal. Vaak aan kanker. Met dat verschil dat we er later wellicht meer van begrijpen. Leuk voor de wetenschapper, dat wel.