Wetenschappers hebben een virus ontdooid dat minstens 30.000 jaar lang in de bevroren Siberische grond heeft gezeten. Het virus is nu weer actief.
Het virus zat tienduizenden jaren in de bevroren bodem, op zo’n dertig meter diepte. Dat het virus succesvol tot leven is gewekt, blijkt uit het feit dat het virus in het lab eencellige amoebas heeft geïnfecteerd. Het virus, Pithovirus sibericum genaamd, is ongevaarlijk voor mensen. De wetenschappers publiceerden hun onderzoek in de Proceedings of the National Academy of Sciences.
Het virus behoort tot een groep grote virussen die tien jaar geleden is ontdekt. Pithovirus sibericum is zo’n 1,5 micrometer lang is daarmee het langste bekende virus.
Bodemgevaar
De wetenschappers die het oeroude virus een tweede leven gaven, waarschuwen voor de implicaties van hun werk. Gezien dit virus in een voortdurend bevroren grond overleefde, kunnen ook andere virussen langdurige kou doorstaan. Wanneer ijzige gebieden door de klimaatverandering opwarmen, kunnen daardoor onbekende virussen weer aan het daglicht komen. Daar kunnen ook virussen tussen zitten die wel gevaarlijk kunnen zijn voor de mens, zoals bijvoorbeeld het pokkenvirus dat nu zo’n dertig jaar als uitgeroeid wordt beschouwd.