Kraakheldere beelden van Pluto overspoelen de wetenschappers van de Nasa. New Horizons stuurt nieuwe – bijna onwerkelijke – foto’s van de ijsplaneet.

Pluto van zijn beste kant. Credit: NASA
Pluto van zijn beste kant. Klik voor een grotere versie. Credit: Nasa

14 juli 2015 vloog de ruimtesonde New Horizons met een snelheid van 14 kilometer per uur langs de planeet. De eerste beelden van Pluto bereikten de media al snel daarna. Maar gelukkig is de harde schijf van New Horizons nog niet leeg. Nieuwe hogeresolutiefoto’s worden ‘as we speak’ naar de aarde verstuurd. En de beelden liegen er niet om.

Het pronkstuk van de Nasa-collectie is deze foto. Deze haarscherpe afbeelding werd gemaakt door meerdere foto’s aan elkaar te ‘lijmen’ en geeft het noord-oostelijke gedeelte van de ijsplaneet weer. De daadwerkelijke afstand die op deze foto wordt overbrugd, is maar liefst 1800 kilometer. Ongeveer de straal van onze eigen maan. Onderaan zie je een kraterterrein. Deze regio wordt informeel Cthulhu genoemd, naar een afschrikwekkend monster uit een kort verhaal van H.P. Lovercraft. Recht daarboven zie je een glad oppervlak, opgedeeld in mysterieuze veelhoeken. Deze vlakte is de zogeheten Sputnik Planum.

Duinen en dalen

Andere net vrijgegeven beelden zijn net zo adembenemend – maar voor wetenschappers ook even vreemd. Een team geologen probeert te ontdekken welke fenomenen ze aan Pluto’s oppervlak kunnen herkennen. Tot dusver zagen ze gletsjers van vast stikstof, eolische duinen – duinen die zijn gevormd doordat het sediment door de wind wordt vervoerd – en dalen zijn die in het verleden uitgesleten zijn door een gletsjer.

Pluto’s geheimen worden langzaamaan ontrafeld. Alan Stern van het Southwest Research Institute in Boulder, Colorado, is verrast door de nieuwe beelden. ‘Als een kunstenaar Pluto op deze manier had geschilderd voordat de New Horizons missie vertrok, had ik het onrealistisch en overdreven genoemd. Maar zo ziet het er dus echt uit!’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.

Lees ook: