Gekko’s zetten hun kleefkracht uit aan de hand van hun lichaamsoriëntatie.

Diemen (NL) – Wetenschappers aan de universiteit van Calgary en de Clemson University in South Caroline hebben ontdekt dat de opmerkelijke grip van de gekko getriggerd wordt door de schuinte van het oppervlak waarover ze lopen. “Gekko’s gebruiken microscopisch kleine, haarachtige vezels om zich aan oppervlaktes te hechten. Maar alleen onder bepaalde hoeken schakelen ze dit gripsysteem in,” aldus Anthony Russell, één van de gekko-experts bij uitstek en wetenschapper aan de University of Calgary. “We proberen dit proces te begrijpen, wat zal helpen bij het nabootsen ervan in de robotica.” Het onderzoek is deze week gepubliceerd in de online editie van Proceedings of the Royal Society B.

De wetenschappers testten de snelheid en grip van twee soorten gekko’s op een één meter lang parcours. De onderzoekers hielden het parcours eerst horizontaal, vervolgens onder hoeken van 10 en 30 graden. Het was aan zes muurgekko’s en vijf luipaardgekko’s om het parcours af te leggen, op zowel schuurpapier als plexiglas. De luipaardgekko geldt als controlesoort, daar deze soort vrijwel geen plakkracht bezit.

Opmerkelijk genoeg had de muurgekko amper grip op het horizontale stuk plexiglas, terwijl hij geen moeite had hier tegenop te klauteren in verticale positie. De onderzoekers vermoeden dat de muurgekko zijn grip simpelweg niet weet in te zetten bij horizontale oppervlakken. Wel zetten drie muurgekko’s hun grip in op het parcours onder een hoek van 10 graden, wat zorgde voor een drastische afname van hun snelheid. Alle zes gekko’s kleefden op het parcours van 30 graden, waarbij hun snelheid constant bleef. Conclusie: de lichaamsoriëntatie is de bepalende factor voor het kleven van de muurgekko.

Volgens Russell is de afweging tussen kleven en snelheid te vergelijken met de afweging voor formule 1-racewagens om soms regenbanden in te schakelen met extra profiel en soms juist supergladde banden te gebruiken. Het is nog niet bekend hoe gekko’s weten wanneer ze het profiel van hun pootjes om moeten schakelen van kleef naar glad. Russell vermoedt dat de trigger voor het gebruik van de kleefkracht zijn oorsprong kent in de structuur van het slakkenhuis van een gekko. Binnen dit slakkenhuis liggen organen die het lichaam vertellen wat zijn oriëntatie is – wat boven is en wat onder. Dit is stof voor een nieuw onderzoek.

De resultaten van dit onderzoek kunnen ingezet worden bij bijvoorbeeld de verkenning van de ruimte of medische procedures. Maar natuurlijk ook bij de meest voor de hand liggende toepassing: het hangen aan muren.

Gekko’s staan al lang bekend om hun opmerkelijke vermogen elk glad oppervlak te kunnen beklimmen. Eerder al ontdekte men waarom de gekko in staat is overal aan vast te blijven zitten met zijn speciale pootjes. Dit komt door de gegleufde kussentjes op hun tenen, ook wel bekend als lamellae. Deze lamellae bestaan uit haartjes die zò klein zijn, dat een natuurkundig verschijnsel optreedt tussen het pootje en de oppervlakte: de vanderwaalskrachten.

Tamar Stelling
Bron: Eurekalert