Na de Belg Frank De Winne zal in november ook een Nederlandse astronaut het ruimtestation ISS bezoeken.

Op 5 december werd bekend dat de Nederlandse ESA astronaut André Kuipers in november 2003 een Sojoez-vlucht zal uitvoeren naar het internationale ruimtestation. De vlucht is bedoeld om het Sojoez-ruimteschip, de “reddingsboot” voor de vaste bemanning, te vervangen. Het biedt ESA, in nauwe samenwerking met de Nederlandse overheid, de mogelijkheid tijdens de ongeveer 10 dagen durende missie een belangrijk pakket Nederlands wetenschappelijk en industrieel-technologisch onderzoek uit te voeren.

André Kuipers (44) is arts en al ruim 10 jaar betrokken bij wetenschappelijk ruimteonderzoek. In 1998 werd André Kuipers lid van het astronautenteam van ESA. De Amsterdammer traint sinds een aantal maanden intensief in Rusland ter voorbereiding op een vlucht naar het internationale ruimtestation.

Ruimte als onderzoeksomgeving

André Kuipers zal, samen met een of twee collega’s, vanuit de Russische lanceerbasis Baikonoer in Kazachstan een nieuwe Sojoez naar het internationale ruimtestation brengen en dan na ruim een week met de “oude” Sojoez weer terug keren naar de Aarde. ESA maakt van dit type halfjaarlijkse Sojoez-vluchten gebruik om extra wetenschappelijk onderzoek in de ruimte uit te voeren, ter voorbereiding op het koppelen van het Europese ruimtelab Columbus aan het ruimtestation in oktober 2004.
In samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, SRON en het NIVR bereidt ESA een vijftiental natuurkundige, chemische, biologische en medische experimenten voor. Eén van de experimenten heeft als doel het ontwikkelen van lampen die veel efficiënter met energie omgaan. Een ander experiment is gericht op het ontrafelen van de mechanismen waarmee menselijke cellen met elkaar communiceren om inzicht te krijgen in bepaalde ziektes. Bij enkele medische experimenten worden de astronauten zelf gebruikt als proefpersoon. Daarnaast zal de vlucht van Kuipers elementen bevatten die speciaal bedoeld zijn om de Nederlandse jeugd enthousiast te maken voor wetenschap en techniek.
Onlangs nog, van 30 oktober tot 10 november, voerde Kuipers’ Belgische ESA-collega Frank De Winne een vergelijkbare missie uit. In 2003 zullen nog 2 andere ESA astronauten naar het ruimtestation afreizen: de Spanjaard Pedro Duque in april met een Sojoez en de Zweed Christer Fuglesang in de zomer met een Space Shuttle.

Verrassend snel

André Kuipers, de Nederlandse ESA-astronaut die in november 2003 een vlucht naar het internationaal ruimtestation (ISS) zal uitvoeren, is al sinds zijn twaalfde gefascineerd door ruimtevaart. Ruimtevaart is zeer belangrijk voor vernieuwingen op het gebied van wetenschap en techniek, zegt hij. Experimenten die nu in het ISS worden uitgevoerd, kunnen later op aarde worden toegepast.
“Of ik blij ben met de vaststelling van mijn ruimtevlucht? Dat kun je wel stellen,” lacht André Kuipers, die juist is teruggekeerd van een training in het opleidingscentrum voor kosmonauten in Sterrenstad nabij Moskou. “Toen ik als ESA-astronaut werd geselecteerd, ging ik er van uit dat ik niet eerder dan in 2005, misschien zelfs pas in 2009 omhoog zou gaan. In die tijd was het nog zo dat je in de VS een opleiding moest volgen om als mission specialist aan boord van een space shuttle mee te vliegen. Voor die opleiding gold een lange wachttijd. Daarna zou het nog jaren kunnen duren om daadwerkelijk omhoog te gaan. En nu ineens volgend jaar: met een Sojoez naar het ISS. Ik zal mijn Russisch snel verder bij gaan spijkeren!”
“Mijn vlucht is bedoeld om een Sojoez-capsule die aan het ISS is gekoppeld te vervangen,” vervolgt Kuipers. “De Sojoez dient namelijk als ‘reddingsboot’ voor de vaste bemanning van het ISS. Elk half jaar moet hij door een nieuw exemplaar worden vervangen. De bemanning die de nieuwe Sojoez tijdens deze ’taxivlucht’ omhoog brengt, keert met het oude exemplaar naar de aarde terug. Tussentijds verblijft de bemanning acht dagen in het ruimtestation. Die acht dagen ga ik benutten met het uitvoeren van biologische, chemische en natuurkundig experimenten. Zo is er een industrieel experiment dat is gericht op de ontwikkeling van efficiëntere lampen. Een ander industrieel experiment is de bestudering van schuim. Schuim kan erg hinderlijk zijn bij het transport van bijvoorbeeld benzine door slangen en leidingen. Op aarde kun je schuim moeilijk bestuderen, omdat het onder invloed van de zwaartekracht snel in elkaar stort. In gewichtloosheid kan schuim heel mooi in de loop van de tijd worden bestudeerd. Omdat ik arts ben, ga ik natuurlijk ook mijn mede-kosmonauten en de vaste bemanning van het ISS medisch observeren.”

Speciale stoel

Wat opvallend is, vertelt Kuipers, is dat hij als wetenschapsastronaut op de linkerstoel in de Sojoez zal meevliegen. “Die plaats was altijd voorbehouden aan boordwerktuigkundigen. Gewoonlijk was dat iemand van het Russische ruimtevaartbedrijf Energia. In het midden zit de commandant en op de rechterstoel de mission specialist, een arts of een wetenschapsastronaut. De rechterstoel verkochten de Russen in het verleden ook aan ruimtevaarders uit de voormalige Oostbloklanden, aan een samenwerkend land als Frankrijk, en ook aan ruimtetoeristen zoals Dennis Tito en Mark Shuttleworth. Dat ze nu ook de linkerstoel aanbieden, betekent dat hun eigen kosmonauten weliswaar minder vliegen maar door de financiële injectie die ze ermee krijgen, houden ze wel hun bemande ruimtevaart op peil.”
Voordat het november 2003 is, zal Kuipers nog heel wat moeten trainen en studeren. “Ik heb inmiddels mijn lessen bemande ruimtevaart in Duitsland afgerond. In Sterrenstad heb ik een basistraining als kosmonaut gevolgd. Nog geen paar dagen geleden oefende ik daar in een ruimtepak onder water. Dat was schitterend. Het was nét alsof ik echt in de ruimte zweefde! Op maandag 9 december vertrek ik weer naar Sterrenstad. Nu ik voor een vlucht ben geselecteerd, zal ik me moeten gaan verdiepen in alle Sojoez-systemen. Verder zal ik survival training moeten volgen, nog meer Russische les krijgen, en trainen voor het Russische én het Amerikaanse deel van het ruimtestation. Ook zal ik mijn ruimtepak moeten testen in een vacuümkamer. Ik krijg het nog verschrikkelijk druk.”

Jongensdroom

Toch heeft Kuipers de inspanningen er graag voor over. Al sinds zijn twaalfde droomt hij over een verblijf in de ruimte. “Mijn oma gaf me toen science-fictionboekjes uit de Perry Rhodan-reeks cadeau,” blikt hij terug. “Het was ook de tijd van de Thunderbirds op televisie en de eerste bemande maanlanding. Verder verslond ik opengewerkte tekeningen over raketten en futuristische ruimteschepen in maandblad KIJK. In de jaren zeventig werd mijn belangstelling nog verder aangewakkerd door de serie Cosmos van wijlen astronoom Carl Sagan op televisie. Toen nam ik me voor om ruimtevaarder te worden.”
Na zijn athenaeumexamen studeerde Kuipers medicijnen aan de Universiteit van Amsterdam. In het AMC werkte hij bij prof. W.J. Oosterveld, hoogleraar in de fysiologie van het evenwichtsorgaan. Oosterveld had onderzoek in gewichtloosheid gedaan voor de NASA. Zijn verhalen wakkerden Kuipers enthousiasme nog verder aan. Na zijn studie te hebben voltooid, werd André Kuipers officier bij de medische dienst van de Koninklijke Luchtmacht. Daarna werkte hij voor het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Geneeskundig Centrum (later Aëromedisch Instituut) in Soesterberg. Onder meer deed hij daar onderzoek naar contactlenzen voor piloten.
“Als brildrager ben ik vreselijk bang geweest dat ik de ruimtevaart wel kon vergeten,” vervolgt Kuipers. “Maar ik kreeg hoop toen ik bij een voorselectie van astronauten onze landgenoot Wubbo Ockels met een bril op de televisie zag. Ook een Amerikaanse astronaut, John. W. Young, bleek een bril te dragen. In 1990, tijdens een nieuwe selectieronde voor ESA-astronauten, gaf ik me op als kandidaat-astronaut.”
Ondanks de grote concurrentie – er hadden zich duizenden Europeanen opgegeven – belandde Kuipers bij de laatste vijfentwintig. Hij werd toen niet geselecteerd voor een van de zes opleidingsplaatsen. Wel ging hij als onderzoeksarts bij ESA werken. Bij een nieuwe ronde, in 1998, werd hij alsnog voor de opleiding tot astronaut geselecteerd.

Bijzonder zwevend laboratorium

“Als ik straks boven ben, zal ik ook proefnemingen doen om de Nederlandse jeugd enthousiast proberen te maken voor wetenschap en techniek,” zegt Kuipers. “Er wordt door bepaalde groeperingen nog wel eens geageerd tegen het zogenaamd geldverslindende aspect van ruimtevaart. Ik kan niet genoeg benadrukken dat je móet investeren in ruimtevaart wil je ook kunnen innoveren. Experimenten die we nú in het ISS uitvoeren, vinden later op aarde hun toepassing. Daarboven zweeft een bijzonder laboratorium. Ik ben zelf arts, dus ik kan vertellen hoe belangrijk medisch onderzoek in gewichtloosheid ook voor patiënten op aarde kan zijn.”

“Ach, weet je: over een paar honderd jaar kijkt de mensheid tegen dit soort standpunten ongetwijfeld anders aan dan nu. Dan zie je al die hobbels niet meer en vind je in geschiedenisboekjes gewoon de reeks ‘Spoetnik, Joeri Gagarin, eerste maanlanding, internationaal ruimtestation, maanbases, eerste mens op Mars’. Ik ben er van overtuigd dat we ons planetenstelsel en later ook de interstellaire ruimte verder zullen gaan verkennen. Op het gebied van ruimtevaart en ruimteonderzoek staan ons nog heel wat interessante en spannende ontwikkelingen te wachten. Kijk alleen maar naar onze huidige technologie. Die had toch ook niemand in de Middeleeuwen kunnen voorspellen?”

Bron: Kennislink/ESA/Carl Koppeschaar