Niet de oceanen, maar de atmosfeer transporteert enorme hoeveelheden warmte van de evenaar naar de tropen. Dit nieuwe inzicht bevestigt de geldigheid van werkzame klimaatmodellen.

Een uitgebreide analyse van klimaatgegevens maakt duidelijk dat de nieuwste klimaatmodellen goed in elkaar zitten. Daarbij blijkt dat de atmosfeer boven de oceanen een veel belangrijker rol speelt in het transport van warmte dan voorheen gedacht.

Kevin Trenberth en Julie Caron analyseerden aan het National Center for Atmospheric Research in de Verenigde Staten grote hoeveelheden klimaatgegevens. Ze bekeken metingen die eind jaren tachtig zijn uitgevoerd, omdat uit die periode ook satellietgegevens beschikbaar waren. De aardatmosfeer, zo vonden ze, zorgt voor 78% van het warmtetransport op het noordelijk halfrond en 92% op het zuidelijk halfrond. In totaal transporteert de atmosfeer jaarlijks vijf miljard megawatt.

De onderzoekers keken met name naar de energiehuishouding op de 35e breedtegraad. Daar is het warmtetransport naar de polen het sterkst. Slechts in de tropen, tussen de evenaar en de 17e breedtegraad, vervoert de oceaan meer warmte dan de atmosfeer. Eerdere schattingen gingen ervan uit dat de atmosfeer hooguit 57% van de warmte poolwaarts vervoert.

Tal van computermodellen die proberen het aardklimaat te beschrijven, moesten in het verleden een beetje worden aangepast. Anders beschreven ze de werkelijkheid niet precies genoeg. Pas recent zijn modellen ontwikkeld die zo stabiel zijn dat ze zonder aanpassingen het klimaat van vele eeuwen kunnen beschrijven. Die leveren ook gegevens die kloppen met de analyse van Trenberth en Caron.