In het noordwesten van China is de grootste verzameling pterosaurus-eieren en -embryo’s ooit gevonden. De vondst omvatte 215 eieren, sommige met een intact embryo erin.
Dit ‘Pterosaurus Park’ is bewijs dat deze pterosaurusbaby’s vlak na hun geboorte nog niet konden vliegen en zorg van anderen nodig hadden. Ook nestelden hun ouders mogelijk in grote kolonies.
De pterosaurus is de eerste vliegende gewervelde en het grootste dier ooit dat van de grond kon komen. De soort evolueerde ongeveer 220 miljoen jaar geleden uit een groep van reptielen waar krokodillen, dinosauriërs en later vogels uitkwamen. De soort die werd bestudeerd, Hamipterus tianshanensis, leefde in het vroege Krijt, bijna 120 miljoen jaar geleden. Ze aten waarschijnlijk vis en andere kleine dieren.
Wetenschappers hebben tot nu toe maar een handvol plekken gevonden met botten van de pterosaurus. Hun eieren en embryo’s zijn zelfs nog zeldzamer, dus weten we weinig over waar ze leefden en hoe ze voortplantten.
Het eerste gefossiliseerde pterosaurus-embryo werd gevonden in 2004 in het noordoosten van China. Het fossiel was echter plat, een beetje alsof er een auto overheen gereden is, zegt Alexander Kellner van de Federale Universiteit van Rio de Janeiro in Brazilië. Hierdoor was het moeilijk om bruikbare gegevens te krijgen. Tien jaar later werden nog eens vijf eieren opgegraven in het noordwesten van China en een andere in Argentinië.
Eieren in overvloed
Dus toen Kellners collega Xiaolin Wang van de Chinese Academy of Sciences hem belde om te zeggen dat er meer dan tweehonderd eieren waren gevonden, reageerde hij met ongeloof. ‘Ik vond het zo geweldig dat ik zei: Kom op Xiaolin, je verzint het,’ vertelt Kellner.
De H. tianshanensis-eieren hebben elk de grootte van een klein kippenei. Maar ze hebben net zo’n zachte schil als een slangenei in plaats van een harde, breekbare zoals die van een ei. De eieren werden gevonden in een blok zandsteen van ongeveer 3,28 vierkante meter. Kelner en zijn collega’s gebruikten computertomografie (CT) om te scannen wat in de eieren zat. Ze ontdekten dat zestien van de 215 eieren een embryo bevatten.
De vleugels en poten van de embryo’s vertoonden verschillende stadia in de botontwikkeling. Sommige embryo’s hadden volledig gevormde dijbenen, maar geen vleugels, wat betekent dat ze waarschijnlijk niet konden vliegen bij de geboorte. Onderzoekers denken daarom dat baby-pterosaurussen ouderlijke zorg nodig hadden.
Deze resultaten weerspreken wat onderzoekers eerder dachten, namelijk dat de pterosaurus meteen konden vliegen zodra ze uit het ei kwamen. Volgens Kellner kon H. tianshanensis wel meteen rondlopen maar niet meteen vliegen. Dit zou kunnen, maar veel vogels hebben geen volledig verbeende ledematen nodig om te kunnen vliegen, zegt Kevin Padian van de Amerikaanse universiteit van Californië.
De embryo’s hadden echter ook onderontwikkelde borstspieren, die de pterosaurus nodig had om van de grond te komen. Dit is nog meer bewijs dat baby-pterosaurussen niet konden vliegen. Het zou kunnen dat sommige baby-pterosaurussen niet konden vliegen, maar dat andere wel verder ontwikkeld waren toen ze uit het ei kwamen en daardoor wel konden vliegen.
Samen nestelen
Aangezien de eieren embryo’s bevatten in verschillende groeifasen, kunnen de eieren niet allemaal van dezelfde moeder komen. Dit impliceert dat H. tianshanensis zich nestelde in kolonies, zegt Kellner, net zoals moderne vogelkolonies.
De eieren waren ook verspreid over vier geologische lagen in het zandsteen. Geologische lagen zijn afgezet gesteente dat visueel te onderscheiden is van aangrenzende lagen. Elke laag met eieren zou een andere storm en hierop volgende overstroming weergeven. Dit zou de eieren weg van het nest naar een naburig meer hebben laten drijven, waar ze werden bedolven. Het bestaan van meerdere lagen suggereert dat de pterosaurus jaar na jaar dezelfde broedplaats gebruikte, zegt Kelner.
Het is mogelijk dat de pterosaurus in kolonies nestelde, zegt David Unwin van de Britse universiteit van Leicester. Hij zegt echter wel dat de pterosaurussen hun eieren begroeven. Dit betekent dat ze de eieren simpelweg ook op dezelfde plek hebben kunnen gelegd, aangezien het de beste begraafplek was, zoals bepaalde stranden optimaal zijn voor zeeschildpadden.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: