Diemen (NL) – Limburgers maken van een bel een bal, randstedelingen spreken over een bil en bij Vlamingen klingelt de baal. Nederlandse en Vlaamse taalkundigen ontdekten dit in een onderzoek naar uitspraakverschillen van de standaardtaal.

Nederlandse en Vlaamse taalkundigen en fonetici onderzochten in een gezamenlijk project dat gefinancierd werd door NWO en het Vlaamse FWO uitspraakverschillen tussen Vlaanderen en Nederland. Ook bestudeerden zij regionale verschillen binnen het Nederlands en het Vlaams. Zuid-Limburgers zijn volgens hen wat hun dialect betreft bij geen van beide landen in te delen.

Om een zo objectief mogelijk beeld te krijgen, vroegen de onderzoekers leraren Nederlands aan middelbare scholen om tachtig woordenlijsten en zinnen voor te lezen. Ook namen de taalkundigen interviews af aan de docenten en namen zo hun natuurlijk taalgebruik op. Vervolgens maakten zij een systematisch overzicht van de verschillen in uitspraak.

Over het algemeen sluit de uitspraak van Zuid-Limburgers het meeste aan bij die van de Vlamingen. Maar op één punt zijn de Zuid-Nederlanders een klasse apart: zij spreken de korte ‘e’ zoals in bel en bed uit als een ‘a’, terwijl Vlamingen de klank oprekken tot een ‘aa’ en inwoners van de randstad er meer een ‘i’ van maken. Bal, baal, bil of bel? Dat hangt dus maar af van wie je het vraagt.

Sonja Jacobs